‘Het belangrijkste resultaat van de besprekingen tussen Griekenland en de eurogroep, maar vooral Duitsland, is dat er overeenstemming is dat partijen een basis zien voor onderhandelingen.’
Nicolas Doisy, econoom en strateeg voor de Franse asset manager Amundi, zegt in een gesprek met Fondsnieuws dat hij niet verbaasd is door de harde, geslepen toon. ‘Nee, totaal niet. Dit gaat over “real-politik” en dan is deze gekozen tone of voice deel van het spel.’
Doisy is vooral blij dat partijen met elkaar communiceren en dat er een onderhuidse gedeelde opvatting is dat men er uit wil komen. Probleem is echter wel dat de Griekse regering tot dusver vooral vage informatie heeft verstrekt over de hervormingen die de eurogroep van haar verlangt.
Dat Duitsland zo uitgesproken zijn rol van de strenge huisvader op zich neemt, verbaast Doisy al evenmin. Op de achtergrond bij de harde opstelling speelt natuurlijk mee dat Duitsland al voorbij een Griekse oplossing kijkt, naar andere Zuideuropese landen als Spanje, Portugal en in minder mate Italië waar sprake is van vergelijkbare politieke onrust en van protestpartijen die daarvan electoraal kunnen profiteren en dan met vergelijkbare eisen van schuldverlichting zullen komen.
Focus op schuldverlichting
Doisy meent dat de discussie nu vooral over schuldverlichting gaat in plaats van herstructureringen. ‘Want niet alleen in Griekenland en Portugal, maar vrijwel overal - met wellicht Duitsland als uitzondering - zijn de staatsschulden op termijn onhoudbaar.’
De oplossing daarvan ligt nog ver weg, maar Doisy wil er wel een vergezicht over (af)geven. Op de vraag of hij de visie deelt dat de beleidsdiscussie in Europa steeds meer beweegt naar een lagere belasting op arbeid en een hogere belasting op vermogen(swinst), zegt hij: ‘Het probleem is dat kapitaal mobiel is en arbeid niet. Dat maakt dat arbeid gemakkelijker te belasten is.’
De Amundi-econoom refereert aan de aanpak zoals de Amerikaanse president Roosevelt die in de jaren dertig van de vorige eeuw koos. Hij probeerde de gevolgen van de Depressie te keren door investeringen in de reële economie te stimuleren, maar de banken waren terughoudend met die kredietverlening, net als nu.
Nationalisatie banken
Roosevelt doorbrak die patstelling door prijzen en lonen te bevriezen en de banken te nationaliseren. Doisy vindt dat een aantrekkelijke hypothetische oplossing voor de problemen in de eurozone, omdat kwantitatieve verruiming door de ECB (en eerder door de Fed) de reële economie beperkt helpt, maar vooral de financiële sector en beleggers ten goede komt.
‘Het probleem is dat de financiële sector nu zeer sterk is en een niet te onderschatten onderhandelingspositie heeft. Als je deze weg wilt bewandelen, dan moet je politieke moed hebben. Maar bovendien is de (Europese) wet- en regelgeving een sta-in-de-weg om dergelijke nationalisaties te doen. Dat betekent dat je moet onderhandelen volgens het adagium “pro quid quo” - voor wat, hoort wat.’
Doisy denkt dat de geesten daarvoor niet rijp zijn. ‘Om een dergelijke uitruil mogelijk te maken, moet het proces van crisis naar crisis veel ver gevorderd zijn’, denkt de Amundi-strateeg, die eerder bij het Franse ministerie van Financiën werkte. ‘Voorlopig is nationalisatie dan ook geen serieuze optie.’