Professionele obligatiebeleggers sorteren voor op de langverwachte draai in de rente. Paradoxaal genoeg halen ze daarmee weer andere risico’s in huis.
Het Financieele Dagblad maakte een rondgang onder obligatiespecialisten.
Iain Lindsay (foto) is een van de leiders van het wereldwijde obligatieteam van Goldman Sachs Asset Management. ‘Als je terugkijkt, dan was obligatiebeleggen jarenlang makkelijker dan we destijds dachten, door de structurele daling van de rente’, stelt hij vast. ‘De meeste fondsen voerden een kopen- en een houdenstrategie. De komende 5 jaar worden moeilijker dan de afgelopen 25 jaar.’
Kortere looptijden
De traditionele strategieën — voor een groot deel gebaseerd op een index — zullen waarschijnlijk verliezen opleveren, zo schat de Brit in. ‘Je moet in het huidige klimaat meer flexibiliteit hebben.’ Zo beschouwd hebben fondsen die wereldwijd in zowel staats- als bedrijfsobligaties kunnen beleggen, een voordeel.
De meest traditionele manier om een rentestijging op te vangen is het kiezen voor kortere looptijden. Hoe langer de looptijd van de aangekochte obligaties, hoe groter de koersdaling van de portefeuille als de rente stijgt — als belegger zit je dan immers ‘vast’ in stukken die een lagere couponrente uitbetalen dan wat de markt inmiddels biedt.
Obligatievariant
Lindsay kiest in zijn Global Strategic Income Bond Portfolio-fonds zelfs voor een negatieve gemiddelde looptijd. Een wat verwarrende term, die niets anders wil zeggen dan dat de waarde van de portefeuille juist omhooggaat als de rente stijgt. Het is de obligatievariant op short gaan met aandelen.
Deze ‘truc’ is mogelijk door transacties op de termijnmarkt af te sluiten. Je verkoopt bijvoorbeeld obligaties over drie maanden, tegen een bepaalde koers, zonder ze zelf te hebben. Als de rente stijgt en de koers tussentijds daalt, dan kun je die obligaties goedkoop inslaan. ‘Als je gelijk krijgt en de rente stijgt, dan verdien je geld’, stelt Lindsay nuchter vast.
Een betrouwbaar fonds blijven
Robecofonds Rorento vierde deze week het 40-jarig bestaan en is daarmee een van de oudste obligatiefondsen van Europa. Ook Rorento bereidt zich voor op een einde aan de langjarige bullmarkt voor obligaties. Zo is de gemiddelde looptijd van de portefeuille teruggebracht naar 4 jaar, veel lager dan de bijna 6 jaar in de index. ‘En het kan verder omlaag’, aldus Kommer van Trigt, hoofd van het obligatieteam van Robeco.
Toch ziet hij niets in de negatieve looptijd die Goldman Sachs propageert. ‘Je doet het dan beter in een slecht obligatiejaar. Maar je kunt ook miszitten. Zo gemakkelijk is het niet om de huidige markt te lezen’, aldus Van Trigt. ‘Dat zag je de afgelopen jaren wel. De centrale banken geven ook totaal verschillende signalen af: de Amerikaanse Fed draait het ruime beleid terug terwijl de ECB juist meer maatregelen aankondigt. Je ziet ook dat het renteverschil tussen de VS en de eurozone fors is opgelopen. We wachten niet lijdzaam af, maar moeten wel een betrouwbaar fonds blijven. Het risico dat we lopen, moet passen bij een obligatiefonds.’
De ‘risicovrije’ marktrente
Ook bij de Britse vermogensbeheerder Standard Life Investments achten ze het nauwkeurig voorspellen van de rentedraai vrijwel onmogelijk. Korter beleggen kost bovendien geld: hoe korter de looptijd, hoe lager de rente. Fondsmanager Felix Freund: ‘Over de lange termijn gemeten is het altijd beter om in langere looptijden te zitten. Je hebt misschien een jaar verlies van een paar procent als de rente stijgt, maar in de loop van de tijd worden de lagere koersen gecompenseerd door de hogere rente van nieuw aangekochte obligaties.’
Een andere manier om de rentegevoeligheid te beperken is het kopen van risicovollere obligaties die een behoorlijke premie betalen boven op de ‘risicovrije’ marktrente (het rendement op staatsobligaties). Ook daar loert een gevaar, meent Craig MacDonald, hoofd bedrijfsobligaties bij Standard Life. ‘Je moet niet iets riskants gaan kopen om je te beschermen tegen een hogere rente. Dan kun je beter obligaties met een variabele rente kopen, of je indekken op de termijnmarkt.’
Het beleid verkrappen
MacDonald signaleert dat beleggers in ‘bepaalde delen van de markt’ minder voorzichtig zijn geworden. Om het rendement te verhogen zijn bijvoorbeeld junkbonds met een CCC-rating, een zeer lage kredietwaardigheid, populairder geworden. ‘Maar voor die obligaties word je echt niet genoeg betaald voor het risico. En grote bedrijven in de periferie van de eurozone betalen inmiddels minder rente dan in hun thuisland. Voor een internationaal telecombedrijf als het Spaanse Telefónica is dat logisch, maar voor een Italiaanse bank?’
Op één punt is de eensgezindheid groot: de centrale banken in de VS en het Verenigd Koninkrijk zullen als eerste het beleid verkrappen, en daarom zijn staatsobligaties uit die landen niet aantrekkelijk. Goldman Sachs’ Lindsay omschrijft ze als ‘puur renterisico. Sommige institutionele beleggers zijn gebonden aan strikte regelgeving en moeten die langlopende stukken wel kopen. Zij zijn kopers van obligaties waarvan wij de natuurlijke verkopers zijn.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 27 juni 2014