De rente op Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties steeg deze week tot 2,8 procent, het hoogste punt sinds 2018. De 10-jaars rente breekt daarmee technisch gezien de neerwaartse trendlijn die decennialang de staatsobligatiemarkt domineerde. ‘Dat is een voorbode van ellende.’
‘Die ellende’, vertelt Hendrik Tuch, hoofd vastrentende waarden bij Aegon Asset Management, ‘begint altijd met een stijging van de rente.’ Tuch kijkt met verbazing naar de snelheid waarmee de rente op Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties nu oploopt, en ziet deze nog niet zo snel weer omlaag komen.
‘Deze ontwikkeling is cruciaal’
De ontwikkelingen op de Amerikaanse obligatiemarkten zijn cruciaal voor alle andere markten, stelt Tuch. Hij benadrukt dat we niet moeten vergeten dat de obligatiemarkten leidend zijn in de financiële wereld. ‘Daar wordt de prijs voor het lenen van geld bepaald. Als de Fed gaat verkrappen, en beleggers een kopersstaking inzetten omdat ze hogere rentes willen, dan zal dat effect hebben op alle financiële markten.’ Als beleggers de huidige rentestanden blijven weigeren is dat problematisch.

Dit jaar steeg de Amerikaanse 10-jaarsrente al 1,5 procent, een forse stijging volgens Walter Leering, portfoliom manager fixed income van InsingerGilissen Bankiers. Maar de korte rente stijgt ook: de Amerikaanse 2-jaars rente steeg van bijna 0,75 eind vorig jaar tot 2,5 nu. ‘In Europa zie je hetzelfde beeld van sterk oplopende rentes over de rentecurve. Dat is het resultaat van stijgende inflatiecijfers die steeds hoger blijken uit te vallen dan verwacht werd. Hierdoor signaleren centrale banken dat het ruime monetaire beleid teruggedraaid moet worden en heeft de markt in korte tijd veel renteverhogingen ingeprijsd.’
Leering ziet dat de premies ook beginnen op te lopen binnen obligatiecategorieën waar een extra risicopremie wordt gevraagd. ‘Beleggers willen een hogere rentevergoeding voor categorieën zoals high yield, zeker in opkomende markten.’ Opkomende markten lijden doorgaans onder de opgelopen grondstoffenprijzen, een verkrappende fed, en dus een sterker wordende dollar.
Waar houdt dit op?
Een belangrijke parameter voor beleggers om terug in staatsobligaties te stappen is de prijs van risicovolle activa, volgens Tuch. ‘Pas als die categorie genoeg heeft ingeleverd zullen beleggers weer geïnteresseerd zijn in langere duraties. Zolang dat niet gebeurt, zal ook de Fed niet stoppen met verkrappen.’
‘Ik ben bang dat we eerst een reeks slechte economische cijfers moeten zien voordat beleggers hun interesse voor staatsobligaties terugvinden.’ Die beginnen nu wel langzamerhand binnen te sijpelen volgens Tuch, die verwijst naar de NFIB Small Business Optimism index.
Deze index, die het sentiment onder Amerikaanse mkb’ers peilt, daalde in maart voor de derde maand op rij, van 95,7 punten in februari tot 93,2 punten, het laagste cijfer sinds april 2020. Werkgevers hebben te kampen met hoge inflatie, ze moeten hogere salarissen betalen en kunnen niet altijd alles doorrekenen aan consumenten.
‘Wij gaan zelf pas weer long-duratie als de S&P 500 met zo’n 10 à 15 procent is gedaald. Er worden binnen Aegon AM stevige discussies gevoerd over de asset allocatie, maar waar we het allemaal over eens kunnen worden is een overweging in korte duratie obligaties zoals ABS en high yield.’
‘Een recessie is niet ons basisscenario’
Hoewel de technische indicatoren een trendbreuk tonen, zijn beide obligatiespecialisten terughoudend over de voorspellende waarde van een dergelijke analyse.
‘Puur afgaand op de lijnen is er een trendbreuk te zien, maar dat zegt vrij weinig’, oordeelt Leering. De reden dat hij toch serieus rekening houdt met die technische factoren is omdat veel andere beleggers wel handelen op deze parameters. ‘Soms is het momentum van zo’n trend erg sterk’.
Volgens Tuch is het belangrijk om technische signalen niet teveel te negeren. ‘Maar je moet er ook niet teveel nadruk op leggen. Andere factoren die belangrijk zijn, zijn waardering, sentiment, en macro-economie.’
Ook Leering kijkt liever naar fundamentele factoren in de economie dan naar de lijnen van technische analisten. ‘We hebben een lange periode gehad waarin de vraag van beleggers en centrale banken naar obligaties het aanbod van nieuwe obligaties oversteeg. Er is nu veel aanbod van overheden, maar nu zien we aan de vraagkant dat de grote opkopers, de centrale banken, wegvallen. Die schroeven de opkoopprogramma’s terug en dus wisselt de balans tussen vraag en aanbod.’
‘De curve is heel vlak geworden in de VS’, zegt Leering. ‘Een recessie is niet ons basisscenario, maar we zien partijen die hier rekening mee houden. Het zou inderdaad kunnen zijn dat sommige delen van de curve uiteindelijk inverteren, wat op zichzelf gezien geen overtuigend signaal is om volledig uit aandelen te stappen.’
Inflatie in de VS naar de 8,5 procent op jaarbasis
In maart is in de Verenigde Staten de stijging van het algemeen prijspeil opgelopen naar 8,5 procent. Dat is het hoogste percentage sinds 1981, zo meldde het Amerikaanse ministerie van Arbeid dinsdag. Het is iets meer dan de 8,4 procent die analisten vooraf hadden verwacht. Veroorzaker van die historisch hoge inflatie zijn energie- en voedselprijzen. Zonder die factoren kwam de inflatie uit op 6,5 procent. Deze zogeheten kerninflatie geldt eveneens als de hoogste in zo’n veertig jaar tijd. Tegelijkertijd groeit in de VS de economie sterk en is de arbeidsmarkt krap. In maart kwamen er 431.000 banen bij. Het is de elfde maand op rij dat er sprake is van een toename van de werkgelegenheid in de VS met meer dan 400.000 banen. Dat is de langste periode sinds het begin van de metingen in 1939.