
De energiesector is een veilige haven in periodes van geopolitieke onrust en toont meer investeringsdiscipline. Een ruimer aanbod van olie tempert echter de verwachting voor de korte termijn.
Beleggers in de energiesector kijken terug op magere tijden. In de afgelopen tien jaar kon de MSCI World Energy Index jaarlijks gemiddeld 5,2 procent bijschrijven, tegen 10,4 procent voor de wereldindex. Alleen in 2021 en 2022 wist de sector de brede markt ruimschoots te verslaan, toen de olie- en gasprijzen de lucht in schoten na de Russische invasie van Oekraïne. De meeste beleggers gebruiken de sector dan ook vooral voor tactische posities.
Als verklaring voor de langjarige underperformance wijst investment manager Simon Wiersma van ING op het feit dat de sector bestaat uit waarde-aandelen die een beperkte winstgroei laten zien. ‘Het gewicht van de Amerikaanse techbedrijven in de wereldindex is veel groter geworden en de groeipercentages in deze sector zijn hoog. Vandaar dat olie- en gas-aandelen zo zijn achtergebleven.’
Ondanks de energietransitie leunt de sector nog steeds zwaar op fossiele brandstoffen. ‘Hoewel de vraag naar olie en gas met een paar procent per jaar toeneemt, zijn de olie- en gasprijzen van nature erg volatiel. Vergeleken met een jaar geleden staat de olieprijs bijna 17 procent lager en wij denken dat de markt nog ruimer wordt’, zegt Wiersma. Hij wijst op het feit dat de Opec+ heeft aangegeven de olieproductie weer te willen opschroeven, terwijl de economische groei in de VS vertraagt en in China achterblijft bij de verwachtingen.
Daarnaast zorgt een mogelijk staakt-het-vuren in Oekraïne volgens Wiersma ervoor dat Russische olie breder beschikbaar komt. ‘Dat is een van de redenen waarom wij recent de weging voor de sector hebben verlaagd van neutraal naar onderwogen. Daar komt bij dat de winstverwachtingen voor de komende kwartalen negatief zijn en de markt pas vanaf het vierde kwartaal weer op winstgroei rekent.’
Inflatiehedge
Aan de andere kant is de energiesector volgens Wiersma een hedge tegen hogere inflatieverwachtingen en een escalatie van het conflict in het Midden-Oosten. ‘We zien dat met name in de VS de inflatieverwachtingen oplopen. Partijen dekken zich in tegen een hogere inflatie, wat een belangrijke drijvende kracht is van de grondstofprijzen. Dat maakte het lastig om met volle overtuiging het advies te verlagen. Toch zien we op korte termijn betere kansen voor aandelen uit de sector gezondheidszorg, waarvan de weging is verhoogd van neutraal naar overwogen.’
Op middellange termijn blijft de energiesector interessant voor beleggers omdat de vraag naar olie en gas voorlopig nog blijft stijgen, denkt Wiersma. ‘Bij min of meer stabiele olieprijzen zijn het prima waarde-aandelen vanwege de riante vrije kasstroom die de sector genereert. Weliswaar moeten ze veel investeren in exploratie en productie, maar er blijft ook genoeg ruimte voor aandeleninkoop en dividend. Vooral in onzekere tijden zoals nu hechten beleggers daar waarde aan.‘
Begin dit jaar raadde Wiersma achtergebleven Europese energieaandelen aan. ‘Op waarderingsgronden vinden we de Europese sector nog steeds aantrekkelijker dan de Amerikaanse, hoewel in de VS meer aandacht is voor aandeelhouderswaarde. Voor de sector als geheel zijn we nu zoals gezegd onderwogen en dat geldt dus ook voor de Europese spelers.’
Alastair Bishop, portfoliomanager bij Blackrock en manager van het BGF World Energy Fund, plaatst een belangrijke kanttekening bij het zwakke track record op de beurs. De underperformance is volgens hem tot stand gekomen in de periode voor corona, want in de voorbije jaren presteerde de sector in lijn met de wereldwijde aandelenmarkt. ‘In het afgelopen decennium had de industrie veel kapitaal beschikbaar en toonde ze weinig discipline tegenover investeringen’, zegt Bishop. ‘Veel bedrijven gaven prioriteit aan groei boven winstgevendheid. Mede doordat de productie van Amerikaanse schalieolie snel steeg, was sprake van een volatiele markt met over het algemeen zwakke olieprijzen.’
Na de coronacrisis vond er een fundamentele verandering plaats, waarbij de terugtrekking van kapitaal in de sector voor meer discipline zorgt, aldus Bishop. ‘Daarnaast groeit de schalieolieproductie in de VS in een veel lager tempo en is de gestegen inflatie gunstig voor het sentiment. De sector is namelijk positief gecorreleerd met een hoge of oplopende inflatie.’
Hij vindt het onterecht dat beleggers de betere gang van zaken nog niet hebben beloond met een herwaardering. ‘Energiebedrijven boeken veel hogere rendementen dan in de jaren voor corona en de balansen zijn sterker dan ooit. Naast rendement op kapitaal heeft ook de teruggave van kapitaal aan de aandeelhouders prioriteit.’
Erg aantrekkelijke returns
Beleggers hebben de sector afgewaardeerd vanwege het gebrek aan investeringsdiscipline maar ook door de verwachting dat de vraag naar olie en gas binnen afzienbare tijd zou pieken, zegt Bishop. ‘Maar de markt heeft de dominante rol van fossiele brandstoffen in het energiesysteem onderschat. Ondanks de snelle omarming van technologieën om de CO2-uitstoot te verlagen, kost de energietransitie heel veel tijd. Het is weliswaar goed mogelijk dat de vraag naar olie tegen het einde van dit decennium piekt, maar dat betekent niet dat de vraag daarna snel zal dalen. Bovendien heeft de vraag naar aardgas zijn hoogtepunt nog lang niet bereikt.’
Hij vindt dat analisten in hun verdisconteringsmodellen te pessimistisch zijn over de tijdsduur waarbinnen olie- en gasmaatschappijen cashflow kunnen generen. ‘Daarnaast vallen de rendementen hoger uit dan ze geweest zijn, omdat er minder kapitaal beschikbaar is’, aldus Bishop.
De sterke balansen stelt de sector volgens hem in staat om relatief veel geld naar de aandeelhouders terug te sluizen via aandeleninkoop en dividend. ‘Uitgaande van stabiele olie- en gasprijzen en een lichte volumegroei hebben de aandeelhouders uitzicht op erg aantrekkelijke jaarlijkse returns. Voor sommige grote Europese spelers zou dat in dubbele cijfers kunnen uitmonden. Tegelijkertijd biedt de sector een zeer goedkope bescherming tegen staartrisico’s zoals geopolitieke schokken.’
Diversificatie en inflatie-bescherming zijn volgens Bishop op dit moment de belangrijkste redenen waarom beleggers in deze sector beleggen. ‘Vergeleken met tien of twintig jaar geleden biedt de MSCI World veel minder blootstelling aan aandelen die positief gecorreleerd zijn aan inflatie. Terwijl dat gezien de importtarieven van de Trump-regering en spanningen in het Midden-Oosten juist nu belangrijk is.’