‘In België geregistreerde ETF’s worden getroffen door een inconsistent belastingsysteem, dat het gebruik van niet-geregistreerde producten begunstigt.’ Dat vindt Sébastien Lippens van Privafin.
ETF’s zijn een zeer populair beleggingsproduct. Niet in het minst vanwege hun gebruiksgemak, omdat ze kunnen worden gebruikt om een portefeuille snel te diversifiëren. Maar ook vanwege hun aantrekkelijke beheervergoedingen in vergelijking met actief beheerde beleggingsfondsen. Maar om soms buitensporige belastingen te vermijden, moeten beleggers rekening houden met de complexiteit van de Belgische belastingregels voor beleggingsproducten.
Geregistreerd of niet?
Er zijn twee belastingen die van toepassing zijn op ETF’s en die de rendementen van deze beleggingsfondsen kunnen beïnvloeden: de belasting op beurstransacties (TOB) en de roerende voorheffing op de behaalde meerwaarde (RV). ‘We moeten zeer waakzaam zijn voor de potentiële fiscale valkuilen voor Belgische beleggers’, benadrukt Sébastien Lippens, stichtend vennoot bij Privafin. ‘De belangrijkste valkuil is het verschil in behandeling tussen ETF’s die bij de FSMA geregistreerd zijn op de Belgische markt, en ETF’s die niet in België maar in de Europese Economische Ruimte (EER) geregistreerd zijn.’
Een beleggingsfonds moet geregistreerd zijn in een bepaald land voordat het kan worden verspreid onder het grote publiek. Maar beheermaatschappijen investeren graag het vermogen van hun klanten onder mandaat. Een particuliere belegger kan ook beleggen in ETF’s die geregistreerd zijn in de EER, maar niet in België. Niemand mag in België reclame maken voor niet in België geregistreerde fondsen. Lippens: ‘Deze registratie lijkt misschien onbeduidend, maar is van groot belang voor de manier waarop de TOB wordt berekend.’
Inconsistentie
Voor een Belgische geregistreerde kapitalisatie-ETF is de TOB 1,32 procent, zowel bij aankoop als bij wederverkoop. Een arbitrage (koop/verkoop) vermindert het kapitaal dus met 2,64 procent. Omgekeerd is een distributie-ETF of een ETF die niet in België is geregistreerd onderworpen aan een heffing van slechts 0,12 procent bij aankoop en verkoop, of 0,24 procent voor arbitrage.
‘Afhankelijk van het product waarin je belegt, kan het verschil oplopen tot 2,4 procent voor een enkele arbitrage’, voegt Sebastien Lippens toe. ‘Het gevolg is dat geïnformeerde beleggers de voorkeur zullen geven aan niet-geregistreerde ETF’s, dat wil zeggen precies die ETF’s waarover ze in België geen commerciële informatie mogen ontvangen.’
Er is nog een andere inconsistentie in het huidige belastingstelsel: de TOB is geplafonneerd. In het geval van de TOB tegen 1,32 procent is het plafond 4.000 euro. Transacties boven de 303.030 euro zijn met andere woorden onderworpen aan een dalende TOB. Dit plafond lijkt in tegenspraak te zijn met recente ontwikkelingen in de belastingheffing op spaargeld, omdat het de kosten voor de grootste transacties beperkt.
Lippens: ‘Tegelijkertijd is de belastingheffing strikter geworden voor grotere rekeningen, met de invoering van een belasting van 0,15 procent per jaar op effectenrekeningen van meer dan 1 miljoen euro.’
Roerende voorheffing
Op uitkeringen van distributie-ETF’s wordt 30 procent roerende voorheffing geheven, ongeacht of ze zijn belegd in obligaties (rente) of aandelen (dividenden). Kapitaliserende obligatie-ETF’s zijn echter niet belastingvrij. In dit geval zijn eventuele vermogenswinsten bij uitstappen onderworpen aan een heffing van 30 procent (algemeen bekend als de “Reynderstaks”).
Lippens wijst erop dat het vanuit het oogpunt van de roerende voorheffing voordeliger is om te beleggen in kapitaliserende aandelen-ETF’s die niet in België geregistreerd zijn. Die zijn niet onderworpen aan roerende voorheffing en ze profiteren van een lagere TOB. ‘Deze dynamiek zou echter kunnen veranderen als de standaardisatie van de TOB voor alle kapitalisatie-ETF’s de distributie-ETF’s in de toekomst fiscaal voordeliger maakt.’
‘Omgekeerd is het voor obligatie-ETF’s momenteel zinvoller om voor distributie-ETF’s te kiezen om belastinglatentie te vermijden. Distributie-obligatie-ETF’s zijn namelijk niet vrijgesteld van de 30 procent-belasting (roerende voorheffing) en zijn onderworpen aan de TOB.’
Hervorming afgebroken
De hervorming van de TOB staat al enkele jaren op de agenda van de huidige minister van Financiën. Met als doel om het systeem te vereenvoudigen door één TOB van 1,32 procent of zelfs meer toe te passen bij uitstap voor kapitalisatiefondsen/-ETF’s, ongeacht of het product in België geregistreerd is of niet.
Distributie-ETF’s zouden niet onderworpen zijn aan deze nieuwe TOB, maar belast blijven tegen 30 procent op distributies (roerende voorheffing). ‘Deze nieuwe maatregel zou kapitalisatie-ETF’s veel minder aantrekkelijk maken en hun aantrekkingskracht beperken ten gunste van distributie-ETF’s. Bovendien lijkt het niet waarschijnlijk dat deze hervorming tijdens de huidige legislatuur wordt aangenomen’, concludeert Sébastien Lippens. ‘Waardoor het verschil in fiscale behandeling voorlopig nog blijft bestaan.’