Ronald Janssen, Ortec Finance
i-r45kzbh-l.jpg

Het laatste jaar is er veel aandacht geweest voor de wijze waarop risicoprofielen worden ingezet en welke tekortkomingen er zijn. Risicoprofielen worden gehanteerd om klanten en beleggingen te classificeren en te bepalen welk specifiek portefeuille profiel aansluit op het klantprofiel, onder Mifid ook wel de ‘geschiktheidstoets’ genoemd.

Er zijn het afgelopen jaar meerdere publicaties verschenen over de implementatie van risicoprofielen, de gehanteerde rendementen en de risico’s die daarbij een rol spelen.  Samen met Tom Loonen (2021) hebben wij onderzoek gedaan naar de implementatie van risicoprofielen in een pan-Europees onderzoek onder 25 private banks naar de wijze waarop risicoprofielen worden gebruikt om te bepalen of een beleggingsoplossing ‘geschikt’ is. Oftewel: sluit het portefeuilleprofiel aan op het risicoprofiel van de klant?

Uit dit onderzoek bleek dat er geen eenduidige implementatie is. Het aantal vragen in een vragenlijst, die wordt gebruikt om een risicoprofiel te bepalen, varieert van 15 tot 49. Sommige banken communiceren alleen het kortetermijnrisico, waar anderen ook inzicht bieden in het langetermijnrisico. Verder zijn er grote verschillen in de gehanteerde bandbreedtes van portefeuilleprofielen tussen de verschillende banken.

Verwachte rendementen 

Wat opvalt is dat de definities van verschillende begrippen niet eenduidig zijn. Sommige banken bepalen de risicohouding op klantniveau, terwijl anderen het risico bepalen dat een klant wil nemen op portefeuilleniveau. De risico’s van verschillende profielen kunnen elkaar ook overlappen, ofwel een klant denkt dat hij defensief belegt maar loopt de facto het risico van een neutraal profiel. Dit helpt niet bij transparantie ten aanzien van het risico en eveneens niet bij eenduidige communicatie over risico en het managen van verwachtingen.

De AFM heeft eerder dit jaar onderzoek gedaan naar ‘verwachte rendementen en risico’s’. Eén van de conclusies was dat de verwachte rendementen van verschillende neutrale portefeuilles flink uiteenlopen. De spreiding liep van 2,7 tot 7 procent. Er zijn verschillende methoden om tot een verwacht rendement te komen, wat mogelijk betekent dat verwachte rendementen niet altijd realistisch zijn. Volgens de AFM lopen de methoden om het risico te bepalen minder uiteen.

Ook bij volatiliteit is het van belang om te kijken welke informatie je gebruikt om tot een goede verwachte volatiliteit te komen. Wanneer je bij risicoprofielen uit zou willen gaan van een eenduidige definitie van volatiliteit zou bijvoorbeeld de richtlijnen van Ucits, wetgeving voor beleggingsfondsen, gebruikt kunnen worden.

Het profiel moet volgens Ucits het risico van de beleggingsstrategie van de portefeuille reflecteren. In de praktijk blijkt op dit moment dat bijvoorbeeld bij defensieve profielen het neerwaarts risico, ofwel het daadwerkelijk gerealiseerde (momenteel negatieve) rendement, buiten de grenzen ligt die naar de klant waren gecommuniceerd.

Realistische doelstellingen

Naast het bovenstaande is het van belang om de doelstelling(en) van de klant goed te definiëren. ‘Geschiktheid’ kan alleen goed worden ingevuld als de geprognotiseerde rendementen realistisch zijn, het risico dat is gecommuniceerd naar de klant aansluit op het werkelijke risico van de portefeuille, maar ook dat de haalbaarheid van de doelstelling realistisch is.

Als je belegt voor je pensioen maar je weet niet of je daarmee het pensioengat oplost, weet je dus ook niet of je voldoende risico neemt, voldoende inlegt of ook nog andere vermogensbestanddelen moet inzetten om voldoende pensioeninkomen te genereren. Als er meerdere portefeuilles worden ingezet om een bepaald doel na te streven is het ook van belang om te kijken naar het gemiddeld risico van de portefeuilles samen. Dit moet immers aansluiten op de risicohouding van de klant.

Het is, zeker op dit moment, moeilijk om op basis van verwachte rendementen een keuze te maken voor een aanbieder, omdat iedereen andere uitgangspunten en definities hanteert. Het is echter belangrijker dat een productaanbieder werkt met realistische verwachte rendementen, begrijpbare risicomaatstaven en realistische doelstellingen, om zo tot een goed advies voor de klant te komen en de verwachtingen van de klant te managen.

Er kunnen nog stappen worden gezet op het gebied van transparantie, definities van verschillende begrippen en aansluiting van het risicoprofiel van de portefeuille op het klantprofiel, ofwel betere ‘geschiktheid’.

Aandacht voor harmonisatie van bandbreedtes kan er ook voor zorgen dat beleggers in de juiste profielen beleggen ongeacht de marktomstandigheden. Deze ontwikkelingen zullen helpen om de verwachtingen van klanten nog beter te managen.

Ronald Janssen is managing director Global based planning bij Ortec Finance, een wereldwijde leverancier van technologie en oplossingen voor het nemen van investeringsbeslissingen. Ortec Finance is één van de kennispartners van Investment Officer en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No