Peter De Coensel, DPAM
peter_de_coensel.jpg

Peter De Coensel, hoofd obligatiebeheer van DPAM, gaat dieper in op de voortdurend lage rentestanden van ‘core’ obligaties, vooral Bunds. Hij geeft ook een verklaring voor de dalende inflatieverwachtingen.

De aanhoudende neerwaartse druk op lang termijnrentes is het gevolg van een globale hoge spaarintensiteit tegenover een gebrek aan investeringen. Overheden laten na om lange termijn, productieve investeringsdossiers op te zetten. Een toenemende wereldbevolking, stijgende levensverwachtingen naast een uitdijende ongelijkheid  stuwen spaarkapitaal van gezinnen en bedrijven richting obligatiemarkten. De aanhoudende groei van overheidsschulden voor financiering overheidsapparaat, gezondheidszorg en pensioenen is zelfs niet voldoende om aan de obligatievraag te voldoen.

Centrale banken bemoeien zich

Daarenboven hebben over de voorbije  10 jaar centrale banken zich gemengd in het vraag en aanbod spel. Vrije kapitaalmarkten veranderden in gestuurde, gecontroleerde kapitaalmarkten. De Amerikaanse Fed, ECB en Bank of Japan houden respectievelijk 20, 25 en 50 procent aan van alle uitstaande overheidsobligaties. Meer specifiek stellen we vast dat liquide, vrij verhandelbare Duitse overheidsobligaties tussen 15 en 20 procent bedraagt van het totaal uitstaande Duitse overheidsobligaties (‘free float’ in aandelen vocabulair).

Duitse overheidsobligaties zijn een schaarse grondstof. Een grondstof welke gekenmerkt wordt door een hoge kwaliteit (AAA) waardoor deze als onderpand extra in de belangstelling staat. Investeringen in  Duitse overheidsobligaties laten toe om gemengde portefeuilles een betere balans te vinden. Toenemende handelsgeschillen, geopolitieke spanningen of onzekerheid in aanloop naar verkiezingen kunnen aanleiding geven tot vluchtgedrag naar liquide en sterke obligaties.  De vraag of een renteniveau van 10 jaars Duitse Bund  -20bp, 0bp of +20bp bedraagt is niet essentieel.

Blijft dit duren?

De hamvraag voor langetermijninvesteerders is echter of deze situatie al dan niet zal aanhouden? Inflatieverwachtingen spelen hierin een cruciale rol. Binnen de eurozone stellen we vast dat deze niet meer verankert zijn rond het gewenste niveau van 2 procent. Inflatieverwachtingen schommelen rond 1.35 procent. Toen ECB voorzitter Draghi in augustus 2014 zijn bezorgdheid rond dalende inflatieverwachtingen uitte (Jackson Hole speech), stond deze indicator rond 1,90 procent…

De ECB is er niet in geslaagd deze op niveau te houden ondanks de aankoop van meer dan 2,5 biljoen obligaties over de voorbije 5 jaar. In de VS daarentegen merken we voorlopig een goede verankering van inflatieverwachtingen. In Japan daarentegen staat deze indicator op 12 basispunten of 0.12 procent. Inflatie is uit het Japans woordenboek geschrapt.

Twee basisvereisten

 Niet alles is echter kommer en kwel in obligatieland. Integendeel. Een obligatiestrategie die wereldwijd investeringsopportuniteiten kan identificeren en beheren is in staat om kapitaal te laten renderen. Twee basisvereisten moet een belegger in acht nemen:

1.       Streven naar een doorgedreven diversificatie op vlak van rente, krediet en muntrisico’s.  

2.       Aanhouden van een redelijke beleggingshorizon welke minimaal 5 jaar hoort te zijn.

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No