Centrale Banken hebben inmiddels duidelijk aangegeven de voet van het gaspedaal te halen wat betreft hun ruime monetaire beleid. Toch lijkt het erop dat beleggers ook komend jaar te maken te krijgen met zowel inflatie als economische groei. ‘De effecten van de monetaire en fiscale stimulans zijn niet mals. Vooral obligatiebeleggers met lange rentegevoeligheid zullen tegen verliezen oplopen. Het devies: kies voor kort en houdt het droog.’
Dat zegt Richard Abma, CIO bij OHV, in een gesprek met Fondsnieuws. Volgens hem is het onbegrijpelijk dat er maar zo weinig obligatiefondsen inzetten op kortere rentegevoeligheid. ‘Het is in het huidige economische klimaat van groot belang om je te beschermen tegen stijgende rente. Aangezien de kans groot is dat de rentes verder oplopen als de huidige groei en de inflatiedruk aanhouden. Obligatiebeleggers met lange looptijden in de portefeuille zullen die pijn gaan voelen.’
‘We zitten in een periode waar de economie weer op volle stoom draait. Er is sprake van bijna volledige werkgelegenheid, de output gap – het verschil tussen het werkelijke bbp en het potentiële bbp – is helemaal weg. Overheden zijn nog steeds flink aan het investeren, dus die hebben geld nodig uit de markt. Er worden dus steeds minder obligaties gekocht, maar de vraag naar geld is onveranderd groot, omdat de economie gestimuleerd moet worden. Dat zorgt voor steiler wordende rentecurves.’
Toch is het volgens Abma geen sinecure om een obligatiefonds met een korte rentegevoeligheid te vinden. De meeste fondsen hebben volgens hem, vreemd genoeg, nog steeds een gemiddelde duratie van 6 tot 8 jaar. ‘Als je in passieve obligatie trackers belegd met een duratie van zeven of acht jaar, en het verwachte rendement is gemiddeld 0 procent, dan verlies je bij een rentestijging van 1 procent zo’n 7 procent van je investering. Wie koopt in een tijd dat de inflatie oploopt en de opkoopprogramma’s langzaam worden teruggedraaid nog schatkistpapier voor 0 procent rente?’
Geen aanbod
De reden voor het feit dat beleggers beleggingen doen in lange obligaties is volgens Abma het gebrek aan fatsoenlijke alternatieven. ‘Korte obligatiefondsen worden simpelweg niet aangeboden. Veel beleggers willen passief beleggen, maar obligatietrackers hebben van nature al langere duraties. Een andere optie is het aanhouden van cash, maar dat is slechts een tijdelijke oplossing, daar komt inflatie om de hoek kijken.‘
Een ander probleem is dat de rentevergoeding van de enkele verkrijgbare korte obligatietrackers weer te laag is. ‘De iShares Europe Corporate Bond Ucits ETF is een relatief korte ETF, maar die heeft een verwacht rendement van 0,4 procent en een looptijd van ruim 5 jaar. Dan komt je yield na aftrek van kosten net boven de nul uit. Als belegger neem je daar een onnodig renterisico zonder dat je gecompenseerd wordt’, aldus Abma.
OHV Obligatiestrategie
Het Fresh Fixed Income Fund van OHV is voor 30 procent belegd in hoogwaardige leningen met een impliciete Nederlandse AAA-status. ‘OHV gebruikt daar onherroepelijke gegarandeerde leningen voor, zoals exportfinancieringen bijvoorbeeld. Dat zijn kortlopende leningen die anderhalf procent opslag bieden bovenop de staatsrente vanwege de beperkte liquiditeit die erin zit. Die gebruiken we om de korte kant van het renterisico in te vullen.’
De andere 70 procent van het fonds zit overwegend in Europese en Amerikaanse bedrijfsobligaties met een gemiddelde duratie van tussen de 0,5 en 0,6. De helft daarvan is investment grade, de andere helft high-yield. Bij obligaties wil je zo min mogelijk uniek risico in de portefeuille hebben, dus moet je heel sterk spreiden, vertelt Abma. ‘We hebben een weging van 16 procent in de energiesector, daar krijg je door de huidige ontwikkelingen op die markt een hele hoge rentevergoeding op kortlopende obligaties. Als voorbeeld kun je denken aan een bedrijf als Genel Energy plc. Die partij boort naar olie in Koerdistan tegen een kostprijs van een paar dollar. Zij betalen 8 tot 9 procent rente per jaar. Daar komt bij dat ze meer cash op de balans hebben staan dan dat ze aan schuld hebben uitstaan.’
Het grootste risico is volgens Abma dat de leningen worden afgelost en dat er gezocht moet worden naar een andere kredietwaardige geldnemer tegen een aantrekkelijke rente. ‘Met een snel stijgende rente wordt dat in de toekomst wellicht gelukkig weer wat makkelijker.’