Op drie fronten scherpten toezichthouders deze herfst de regels aan voor (delen van) de Europese fondsensector. Het betreft details van de regels voor het Eltif 2.0 – over liquiditeit, kostentransparantie en de matching van overdrachtsverzoeken – en om de uitbesteding van portefeuillebeheer door Luxemburgse fondsen en de veranderende regels voor fiscale transparantie in Nederland.
Op 25 oktober 2024 is de Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/2759 van de Commissie, die de herziene Eltif 2.0-regeling aanvult (Eltif RTS), gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De gedelegeerde verordening trad in werking op 26 oktober 2024.
Binnen deze RTS (regulatory technical standards) wordt specifiek aandacht besteed aan de vereisten voor het terugbetalingsbeleid en de instrumenten voor liquiditeitsbeheer van een Eltif, methoden om het minimumpercentage liquide activa te bepalen, bepaalde elementen van de vereisten voor de openbaarmaking van kosten en de omstandigheden voor de matching van overdrachtsverzoeken van rechten van deelneming of aandelen van het Eltif.
De Luxemburgse financiële toezichthouder CSSF bracht eind oktober 2024 ook een communiqué uit over de publicatie van de RTS voor Eltif’s in het Publicatieblad van de EU, waarin wordt aangekondigd dat de CSSF de Eltif-aanvraag questionnaire heeft bijgewerkt om het aanvraagproces voor Eltif’s dienovereenkomstig te stroomlijnen. Deze bijgewerkte questionnaire is nu een verplicht onderdeel van alle nieuwe aanvragen die voor Eltif’s worden ingediend. De CSSF onderstreepte ook de noodzaak om in het Eltif-prospectus duidelijk de liquiditeitsregelingen te beschrijven in overeenstemming met de Eltif RTS.
In essentie vormen de nieuwe RTS een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het nieuwe Eltif-regime.
CSSF over toezicht op uitbestedingsactiviteiten
Op 23 oktober 2024 publiceerde de CSSF een verslag met opmerkingen die voortvloeien uit een van de CSSF-marktbeoordelingen van toezichtprocessen door beheerders van beleggingsinstellingen die het portefeuillebeheer uitbesteden. Het voornaamste doel van de evaluatie was om te beoordelen in hoeverre in Luxemburg gevestigde beheerders voldoen aan de relevante bepalingen van het Ucits- en AIFMD-kader met betrekking tot het toezicht op een dergelijke uitbesteding. Voor dit onderzoek selecteerde de CSSF steekproefsgewijs een aantal beheerders van zowel vergunninghoudende als niet-vergunninghoudende beleggingsinstellingen.
Concluderend stelde de CSSF dat beheerders zich over het algemeen houden aan het relevante juridisch en regelgevend kader. Ondanks deze in algemene zin positieve feedback, zag de CSSF wel nog de noodzaak om meerdere aanbevelingen te doen met als doel de naleving van regels verder te verbeteren. De CSSF benadrukte dat de aanbevelingen, waar relevant, ook zouden moeten worden toegepast op andere functies die zijn uitbesteed.
De CSSF heeft marktdeelnemers duidelijk gemaakt dat het van essentieel belang is om een raamwerkprocedure voor uitbesteding in te voeren én te handhaven, een en ander in overeenstemming met de regels van circulaire CSSF 18/698 over de inhoud van de uitbesteding. Deze vereisten omvatten onder andere het vaststellen en in werking zijn van goed gedocumenteerde en geformaliseerde processen voor de initiële en periodieke due diligence en het toezicht op de partijen aan wie wordt uitbesteed, de identificatie en het beheer van potentiële en feitelijke belangenconflicten die voortvloeien uit de uitbesteding, het opstellen van noodplannen voor situaties waarin de beheerder het mandaat van een partij aan wie is uitbesteed met onmiddellijke ingang moet intrekken, en de toewijzing van voldoende personeel voor controle van de uitbestede activiteiten.
De CSSF heeft de markt via haar verslag duidelijk gemaakt dat van alle beheerders wordt verwacht dat zij een uitgebreide beoordeling uitvoeren van de manier waarop zij de bewaking van uitbesteding van de functie portefeuillebeheer inrichten en, indien nodig, corrigerende maatregelen nemen. Deze beoordeling moet uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 zijn uitgevoerd.
De verschillende beheerders die actief zijn op de Luxemburgse markt staan dus onder tijdsdruk om aan deze verwachtingen en vereisten te voldoen. De CSSF zal waarschijnlijk weinig begrip tonen voor spelers die achterblijven bij de verwachtingen, gezien de lange termijn die is toegekend. Met een druk jaareinde in volle gang vliegt de tijd tot maart 2025 voorbij.
Nederlandse wijzigingen in fiscale transparantie
In Nederland bestaan beleggingsfondsen vaak in de vorm van fondsen voor gemene rekening (FGR) en commanditaire vennootschappen (CV). Dit zijn vehikels zonder rechtspersoonlijkheid. Onder de huidige Nederlandse belastingregels kunnen dergelijke fondsen ofwel fiscaal transparant zijn (dat wil zeggen niet zelfstandig onderworpen aan winstbelasting) of niet-fiscaal niet-transparant (wel zelfstandig belastingplichtig voor winstbelasting), afhankelijk van de mogelijkheid tot overdracht van rechten van deelneming.
De basisregel luidt dat als voorafgaande unanieme toestemming van alle deelnemers vereist is voor de overdracht van rechten van deelneming (FGR en CV) of, in het geval van overdrachten die alleen zijn toegestaan aan het FGR zelf of aan familieleden in de directe lijn van een deelnemer, het betreffende FGR of CV als fiscaal transparant wordt beschouwd. Als de deelnemingsrechten vrij overdraagbaar zijn, wordt een FGR of CV als niet-fiscaal transparant beschouwd. Vanaf 1 januari 2025 zullen zowel het FGR als de CV standaard fiscaal transparant zijn.
Een uitzondering wordt gemaakt voor een FGR dat kwalificeert als een beleggingsfonds en tevens een ICBE is onder de Wet op het financieel toezicht, met rechten van deelneming die vrij overdraagbaar zijn op een gereglementeerde markt of vergelijkbaar handelsplatform (bijvoorbeeld een multilaterale handelsfaciliteit). Een dergelijk FGR zal, ook na 1 januari 2025, fiscaal intransparant blijven.
In een dergelijke situatie kunnen andere fiscale regimes van toepassing zijn. De verandering van niet-transparant naar transparant kan leiden tot fiscale issues, aangezien de verandering een veronderstelde overdracht van alle activa tegen reële marktwaarde betekent. Het is raadzaam om een fiscalist in te schakelen om op de hoogte te zijn van de gevolgen.
Ten slotte
Dit is onze laatste bijdrage aan dit magazine in 2024 en we gaan verder in 2025. De teams van Pinsent Masons Luxemburg en Nederland wensen alle lezers prettige feestdagen en een gelukkig 2025!
Jan Saalfrank is partner beleggingsfondsen van Pinsent Masons Luxemburg. Het advocatenkantoor is deel van het expertpanel van Investment Officer.