The Power of the Purse is het magische woord in de Moderne Monetaire Theorie. Onbeperkte financiële middelen, wie wil dat niet?
Gisteren verscheen de eerste aflevering in deze reeks van drie over de MMT.
Vandaag vragen we ons af waarom een monetair soeverein land toch belastingen heft? Daar zijn vele goede redenen voor:
Een eerste reden is dat de overheid economische middelen uit arbeid, grondstoffen, producten en diensten wil verwerven. Ze brengt daarom geld in circulatie, maar haar “fiat”geld (i.e. dat niet wordt gegarandeerd door een hard actief als goud) heeft op zich geen intrinsieke waarde. Maar door belastingen te heffen en de bevolking te verplichten die belastingen te betalen in het geld van de overheid, krijgt het fiatgeld waarde.
De belastingplichtige moet immers werk verrichten om het geld van de overheid te verdienen en zo zijn belastingen te betalen. Gezinnen en ondernemingen zijn daarom bereid te werken voor de overheid of goederen of diensten te verkopen aan de overheid in ruil voor het geld van de overheid. Kortom, belastingen zijn voor de overheid een manier om zich te bevoorraden zonder bruut geweld te moet gebruiken.
Een tweede reden om belastingen te heffen is om inflatie onder controle te houden. Wanneer de economie dreigt te oververhitten, kunnen hogere belastingen de economie afkoelen. Ten derde kunnen belastingen en boetes ingezet worden om (on)gewenst gedrag te sturen. Denk maar aan taksen op tabak en alcohol en verkeersboetes. Tenslotte zijn belastingen nuttig om inkomen en bezit te herverdelen. Daarom, en niet om haar uitgaven te kunnen financieren, heft, in de visie van MMT, een monetair soevereine overheid belastingen.
MMT legt ook uit waarom een monetair soevereine overheid toch obligaties uitgeeft, terwijl ze dit niet hoeft te doen om haar uitgaven te financieren. Wanneer de overheid meer uitgeeft dan ze ontvangt, creëert ze (per saldo) extra bankreserves. Wanneer de overheidstekorten oplopen, zwellen de bankreserves van de commerciële banken bij de centrale bank aan voor hetzelfde bedrag.
Deze aanzwellende liquiditeit in het banksysteem drijft de korte rente (de overnight rate, i.e. de rente waartegen een bank bij een andere bank geld kan lenen voor één dag) naar nul. Wanneer de centrale bank dit wil vermijden, zal ze obligaties verkopen in de open markt, waardoor ze overtollige bankreserves draineert uit het banksysteem.
Wanneer de Schatkist obligaties uitgeeft (verkoopt) aan de primary dealers van de commerciële banken is het resultaat identiek: er worden bankreserves gedraineerd. De verkoop van obligaties door de centrale bank en de Schatkist heeft dus niets te maken met een leningsbehoefte van de overheid maar met het uitvoeren van het monetair beleid door de centrale bank.
Maar omdat de centrale bank zelf doorgaans weinig overheidsobligaties op haar balans heeft staan en ze zelf geen overheidsobligaties kan uitgeven, zal ze coördineren met de Schatkist, die desgevraagd meer obligaties zal uitgeven. Wanneer de centrale bank de rente wil verlagen, zal ze obligaties opkopen via de commerciële banken en zal de Schatkist minder overheidsobligaties uitgeven. Andere redenen waarom een monetair soevereine overheid obligaties uitgeeft, is om haar munt aantrekkelijk te maken voor buitenlandse handelspartners en om beleggers een plezier te doen.
No no no, there’s no limits
Een monetair soevereine overheid heeft in principe ongelimiteerde financiële middelen tot haar beschikking dankzij de Power of the Purse. Haar uitgaven zijn niet beperkt door haar inkomsten. Ze kan nooit een tekort aan geld hebben. Ze kan steeds haar schulden terugbetalen en haar sociale uitgaven betalen. Ze kan enkel een tekort aan economische middelen hebben, wanneer de volle capaciteit van de economie benut is. Ze kan daarenboven niet failliet gaan, tenzij ze dit “zelf wil”. Sommige landen, zoals de Verenigde Staten, leggen zichzelf bepaalde beperkingen op zoals een “debt ceiling”, waardoor een risico op faillissement ontstaat, maar dit is absurd. Het Congres heeft dan ook steeds de toestemming gegeven dit schuldplafond te verhogen.
MMT stelt dat vele monetair soevereine landen vandaag hun financiën beheren alsof ze een huishouden of een private onderneming zijn. Ze denken dat ze enkel kunnen uitgeven wat ze ontvangen. Aldus gebruiken ze onvoldoende de Power of the Purse. Ze voeren een te zuinig beleid. Hierdoor ontnemen ze de economie bijkomende stimulus die haar zou toelaten op volle toeren te draaien. MMT beveelt aan dat de overheid bijkomende uitgaven doet om te komen tot een volledige benutting van haar economische potentieel.
De overheid moet daarom productieve investeringen doen, bv. in infrastructuur, scholen en onderwijs. Ze moet ook optreden als Employer of Last Resort door, wanneer in tijden van groeivertraging de private sector niet alle beschikbare werkkrachten opneemt, werk te verschaffen tot volledige tewerkstelling is bereikt. De Amerikaanse overheid gebruikt vandaag de NAIRU-graadmeter.
NAIRU staat voor de Non Accelerating Inflation Rate of Unemployment. De Fed beschouwt een werkloosheidsgraad van onder de 5 procent als een inflatierisico. Ze gaat ervan uit dat er minstens 5 procent werkloosheid wenselijk is. De MMT countert dat en stelt dat het ten eerste erg moeilijk is om de NAIRU in te schatten en dat de NAIRU-regel veel onnodige sociale schade berokkent. MMT beveelt aan om de eigenlijke capaciteitsbenutting in de economie als maatstaf te gebruiken. Als de overheid de Power of the Purse heeft, kan ze beter blijven investeren en zorgen voor 100 procent tewerkstelling.’
Wist je dat … alle geld krediet is?
Longeval legt omstandig uit waarom er verwarring bestaat over de definitie van geld en krediet. ‘Munten en bankbiljetten uitgegeven door de overheid moeten beschouwd worden als schulden van de overheid. Je vindt ze niet voor niks terug op de passiefzijde van de balans van de centrale bank. Tegenover elke schuld die we op het passief van de balans van de ontlener vinden, staat per definitie een krediet, dat we op het actief van de balans van de uitlener vinden.’
‘Wie de bankbiljetten en munten van de overheid bezit, heeft een krediet op de overheid dat de bezitter op het actief van zijn balans mag boeken. Wie met bankbiljetten en munten zijn belastingen aan de overheid betaalt, doet daarmee de schuld van de overheid dalen: de centrale bank zal ze afboeken van haar passief en de belastingbetaler boekt de belastingen af op zijn actief. Bankreserves staan op het passief van de centrale bank en vormen een schuld van de centrale bank, per uitbreiding de overheid, aan de commerciële banken, die de bankreserves inschrijven op hun actief als een krediet aan de centrale bank.’
‘De vraag wordt soms gesteld wat geld eigenlijk is. Het antwoord is eenvoudig: alle geld is krediet. Wie iets koopt, heeft een schuld aan de verkoper en de verkoper heeft een krediet op de koper. Het deposito van een spaarder staat op het actief van zijn balans, en wordt gespiegeld aan de passiefzijde van de balans van de bank waar het deposito wordt aangehouden. Een spaardeposito is dus een krediet van de spaarder aan de bank en een schuld van de bank aan de spaarder.’
‘Een hypothecaire lening is een krediet van de bank aan de ontlener en een schuld van de ontlener aan de bank. Het monetaire systeem is niets anders dan een ballet van schulden en kredieten, met de banken die het ballet orkestreren door schulden en kredieten te compenseren. Wie schulden als moreel verwerpelijk beschouwt, heeft niets van het monetaire stelsel begrepen. Tegenover elke schuld staat een krediet en zonder krediet is er geen geld’, concludeert Longeval.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- De Moderne Monetaire Theorie wordt niet altijd naar waarde geschat (I)
- Met enkel eurozone obligaties ben je niet gediversifieerd (III)