Wie in Europa wil beleggen kan dat het beste doen via smallcaps. Die laten niet alleen de grote Europese beursfondsen op lange termijn ver achter zich, maar ook de S&P 500.
Dat zegt Anna Lunden (foto), fondsbeheerder van het Wellington Pan-European Small Cap Equity Fund, in gesprek met zusterplatform Fondsnieuws. Haar categorie presteerde in de voorbije maanden uitstekend, maar blijft de laatste jaren wel duidelijk achter bij de wereldindex. Lunden verwacht echter een ommekeer: ‘Het zal mij niets verbazen als de beursrally na de coronacrisis breder wordt gedragen en kleinere Europese bedrijven definitief terugkeren op het vizier van beleggers’.
Ze wijst daarbij op het goede track record. ‘Vanaf begin deze eeuw hebben Europese smallcaps het beter gedaan dan de S&P 500 en de Russell 2000. Vergeleken met Europese largecaps zijn de returns zelfs fenomenaal.’ Ook over de afgelopen tien jaar was dat het geval: de MSCI Europe Small Cap Index behaalde een totaalrendement van gemiddeld 10,66 procent per jaar, tegenover 6,99 procent voor de MSCI Europe.
‘Beleggers die in Europa willen beleggen, kunnen dat het beste doen via smallcaps. De snellere groei van deze bedrijven leidt op lange termijn tot hogere returns. Ook het feit dat oprichterfamilies of andere insiders vaak een groot aandelenpakket houden, werkt in het voordeel van smallcaps. Daar komt bij dat Europese smallcaps als inefficiënte beleggingscategorie bij uitstek geschikt zijn voor actief beheer’, aldus Lunden.
Dat blijkt ook uit de prestaties. Sinds de introductie eind september 2017 boekte het fonds een jaarlijks totaalrendement van gemiddeld 6,1 procent na kosten. De benchmark staat over deze periode 1,1 procent in de min. Belangrijkste reden voor de outperformance is volgens Lunden de aandelenselectie. De focus op bedrijven met een stabiele groei, solide balans en voorspelbare winsten betaalde zich uit. ‘Vooral gedurende de coronacrisis zagen we dat beleggers sterk de voorkeur hadden voor groeiaandelen van hoge kwaliteit. Het is mijn overtuiging dat juist deze bedrijven ook op de lange termijn bovengemiddeld presteren.’
Fantasieaandelen
Zeker in het smallcap segment is het volgens de fondsmanager zaak om het kaf van het koren te scheiden en op kwaliteit te sturen. Lunden: ‘Een deel van de ruim 900 bedrijven in de benchmark bestaat uit fantasieaandelen, waarvan beleggers hopen dat deze zullen uitgroeien tot de volgende Facebook of Microsoft. Daarnaast is er nog een grote pluk bedrijven die blijven doormodderen en nooit de volgende sprong zullen maken. Wat resteert, zijn een beperkt aantal winnaars die zich geleidelijk ontwikkelen tot midcaps of zelfs largecaps. Wij proberen in deze laatste categorie de beste aandelen te selecteren en ze vervolgens voor minstens drie tot vijf jaar aan te houden.’
Lunden zoekt daarbij naar bedrijven die minstens één en het liefst meerdere ‘economic moats’ hebben, zodat ze hun marktaandeel kunnen beschermen. Hoewel dit niet in modellen is te vangen, komt dit meestal tot uiting in sterke financiële kerngetallen. ‘Denk aan aantrekkelijke vrije kasstroommarges en een hoog rendement op het geïnvesteerd vermogen. Dit stelt deze ondernemingen in staat om weer te investeren in verdere groei.’
Stock picks
Daarom wekt het enige verbazing om te zien dat Banca Generali een van de grootste posities is in de portefeuille. Maar volgens Lunden is dit absoluut geen typische Italiaanse bank. ‘Banca Generali is een private bank voor bemiddelde klanten. Jarenlang vormde cash, staatsobligaties en vastgoed de kern van portefeuilles, maar nu zien we dat Italianen geleidelijk meer spreiding aanbrengen en ook aandelen opnemen. Hierdoor is er behoefte aan meer financieel advies. De hoge kosten om van vermogensbeheerder te wisselen, houdt concurrenten op afstand.’
Een ander groeiaandeel waar de smallcap specialist veel van verwacht is het Zweedse MIPS AB, dat technologie ontwikkelt om helmen veiliger te maken. ‘De technologie vergroot de bewegingsruimte van het hoofd in de helm en verkleint zodoende de kans op hersenletsel bij een ongeluk. Grootste afzetmarkt zijn de outdoor sporten maar recent is ook de bouwmarkt betreden.’ Toenemende penetratie van de technologie in de helmenmarkt, hoge winstmarges en het ‘asset light’ model onderstrepen volgens haar de beleggingscase.
Waardering
Voor Europese smallcaps betalen beleggers ruim 17 keer de verwachte winst voor 2022, ruim boven het tienjaarsgemiddelde van 14,3. Daarmee lijkt de categorie aan de dure kant, maar de premie van circa 11 procent vergeleken met Europese largecaps ligt volgens Lunden in lijn met het historische gemiddelde en steekt gunstig af bij andere regio’s. Zo zijn Amerikaanse smallcaps volgens Lunden zijn ruim 20 procent duurder dan de brede aandelenmarkt in de VS.
Voor kwaliteitsaandelen is de fondsbeheerder graag bereid wat meer te betalen. ‘Analisten onderschatten keer op keer het groeipotentieel van deze bedrijven en denken dat de bovengemiddelde winststijging na een paar jaar afvlakt. Maar wij zien juist dat smallcaps met een of meer concurrentievoordelen in staat zijn om hun hoge groeitempo veel langer vol te houden.’
Een van de voornaamste risico’s op korte termijn is een harde brexit, aangezien het Verenigd Koninkrijk met 31 procent de grootste weging heeft in de portefeuille. ‘Uiteraard maken wij hier ons zorgen over. Wij beleggen echter in Britse bedrijven die wereldwijd zaken doen en die niet actief zijn in binnenlandse cyclische sectoren. Onze portefeuille hield zich rond alle brexit-tumult in de voorbije jaren daarom goed staande.’