AFM
i-FdJHR4T-L.jpg

Er is geen wetenschappelijke basis voor het risicoprofiel dat voor beleggers verplicht moet worden samengesteld. Bovendien gedragen zij zich anders dan zij aangeven in de vragenlijsten die daarvoor worden gebruikt. Het is dus wellicht beter om het opstellen van zo’n profiel maar te laten voor wat het is.

Dat stelt Willem Landman, promovendus aan de Nyenrode Business Universiteit in economenblad ESB. Toezichthouder AFM deelt die mening niet.

Banken en vermogensbeheerders zijn wettelijk verplicht om voor particuliere beleggers een risicoprofiel op te stellen. Daarbij moet informatie ingewonnen worden die inzicht geven in de financiële positie, kennis, ervaring, beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid van de klant. Dat moet de klant beschermen tegen zowel ‘verkeerd advies’ als tegen zichzelf.

Geen wetenschappelijke onderbouwing

Maar de relevantie van die in te winnen informatie is onduidelijk, stelt Landman. ‘Er lijkt geen wetenschappelijke onderbouwing voor te zijn. Een verkenning van de literatuur levert geen enkel artikel op dat aantoont dat, indien men naar deze variabelen vraagt, het juiste risicoprofiel kan worden vastgesteld.’

Daar komt nog bij dat instellingen zelf hun vragen kunnen vaststellen. ‘Er worden zeer uiteenlopende vragenlijsten gebruikt, waardoor er verschillen kunnen ontstaan in de risicoprofielen’, aldus Landman. Al in 2008 bleek uit onderzoek dat vergelijkbare beleggers bij verschillende banken andere beleggingsproducten werden geadviseerd.

Niet rationeel

Het zijn niet de enige problemen die Landman constateert. ‘Fundamenteler dan de te meten variabelen en de willekeur in de praktijk, is dat de onderliggende uitgangspunten voor de risicometing twijfelachtig zijn.’ Volgens hem wordt ervan uitgegaan dat beleggers rationeel handelen en dat financiële instanties in staat zouden zijn om de risico’s die zij nemen goed in te schatten.

Maar dat zijn volgens de onderzoeker geen valide uitgangspunten. Landman betoogt dat er genoeg onderzoek is gedaan dat concludeert dat de risico’s in de financiële sector niet of nauwelijks te kwantificeren zijn, de mens absoluut niet rationeel handelt en dat beleggers bij het nemen van hun beleggingsbeslissingen regelmatig afwijken van hun risicoprofiel. Bovendien passen zij zelfs onder gelijkblijvende omstandigheden gemakkelijk hun risicoafwegingen aan. ‘Dit roept ernstige vragen op over het nut van het opstellen van een risicoprofiel’, zegt Landman.

Schijnveiligheid

‘Het laat beleggers in de waan dat het risicoprofiel enige mate van bescherming biedt’, vervolgt de onderzoeker. Hij wijst erop dat in Nederland vorig jaar er 150.000 nieuwe beleggende huishoudens bijkwamen. ‘Deze groep zal nog relatief onervaren zijn en zich mogelijk ten onrechte veilig voelen vanwege het opgestelde risicoprofiel.’

Volgens Landman is het daarom van belang om of een goed meetsysteem op te zetten of de vragenlijst maar af te schaffen. ‘Een deugdelijk meetsysteem begint bij wetenschappelijk onderbouwde uitgangspunten in de wet. Als dat niet mogelijk is, dan is het wellicht beter om gewoon te stoppen met het verplicht opstellen van risicoprofielen.’

Reactie AFM

De AFM stelt desgevraagd dat risicobereidheid slechts een van de elementen is die het risicoprofiel bepalen en het belangrijk te vinden dat beleggingsondernemingen ‘zich verdiepen in de voorkeuren en de verwachtingen van de klant’. De toezichthouder benadrukt dat irrationeel gedrag wel degelijk voorspelbaar is.

Ook stelt de AFM dat er wetenschappelijk gevalideerde methoden zijn die de risicobereidheid van klanten beter benaderen dan die nu in de praktijk worden gebruikt en nodigt ondernemingen uit om verbeteringen daarin aan te brengen.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 20 augustus 2019

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes