Voor de komende jaren worden lagere rendementen verwacht dan de afgelopen jaren. Wat betekent dit voor (beginnende) beleggers? Worden zeven vette jaren op de financiële markten gevolgd door zeven magere jaren?
Zeer waarschijnlijk wel. Analisten van Schroders schatten weliswaar in dat er de komende jaren een positief reëel rendement te realiseren is met (Amerikaanse) bedrijfsobligaties, aandelen en alternatieve beleggingen.
Maar alleen aandelen uit Azië en opkomende landen alsook private equity leveren volgens hen de komende zeven jaar nog een verwachte performance op van boven de 5 procent. Duidelijk niet het moment voor een particuliere belegger om in te stappen zou je zeggen, of toch wel?
Sinds 2008 zijn de waarderingen van aandelen en obligaties over de hele linie opgelopen. Ondertussen zorgen de vergrijzing van de westerse bevolking en zich snel opvolgende technologische ontwikkelingen voor een aanhoudend deflatoire druk. Tel daarbij op een vertraagde groei in China en dalende grondstoffenprijzen.
Ook bij ING en BlackRock heeft men onlangs de prognoses bijgesteld. ‘In mijn ogen is dat helemaal niet zo erg’, zegt Bob Homan, manager van de ING Investment Office. Bij de bank verwacht men voor de komende vijf jaar een gemiddeld rendement van 6 tot 6,5 procent op aandelen. ‘Aangezien de rente laag is, is dat rendement qua opbouw vrij normaal.’ Hij rekent voor: ‘Een risico-opslag boven op obligaties van 3,5 tot 4 procent, plus een inflatie van circa 1 procent en een economische groei van 1,5 procent.’
Obligaties in de min
BlackRock stelt voor de komende drie tot vijf jaar niet meer dan 4 tot 5 procent voor aandelen in het vooruitzicht, en komt op een relatief laag tot negatief rendement voor obligaties uit. ‘Natuurlijk zitten daar verschillen in qua type obligaties of Europese versus Amerikaanse aandelen’, zegt hoofd Retail Distributie Bob Hendriks, ‘maar ik zou me als particulier niet blindstaren op de asset allocatie.’
Het is volgens hem maar de vraag welke beleggingsmix momenteel minder risicovol is. ‘Obligaties zijn door de lage rente op het moment risicovoller dan veel mensen denken. In mijn optiek kunnen beginnende beleggers beter kiezen voor een flexibel beheerd mixfonds dan dat ze zelf aan de slag gaan met de asset allocatie. Het categoriseren van risico’s in modelportefeuilles maakt het eenvoudig te monitoren. Maar het lijkt erop dat deze manier van inzichtelijk maken niet helpt om in de praktijk de risico’s naar beneden bij te stellen.’
Heeft een beginnende belegger in dit klimaat dan eigenlijk wel iets te zoeken op de beurs? Natuurlijk wel, meent Homan. Je moet geen onderscheid maken tussen ervaren beleggers en beginners. ‘Koersen hebben geen geheugen. Het gaat om vooruitkijken naar waar het rendement nog wel te vinden is. En als je erin gelooft dat bedrijven waarde kunnen blijven creëren - en dat doen wij bij ING - dan is het helemaal geen gek moment om in te stappen.’
Oppassen
Op het huidige prijsniveau moet je wel oppassen, geeft hij aan. ‘Je ziet hoe gemakkelijk de ontwikkelingen in China zorgen voor grote onrust.’ Tegelijkertijd is deze onzekerheid volgens hem ook geen reden voor de starter om bij de financiële markten weg te blijven. ‘Het is beter in te stappen in een onzekere markt want als niemand risico’s ziet, staat de markt waarschijnlijk op een hoogtepunt. Je kunt wachten tot de rust rondom de Chinese yuan terugkeert, maar tegen die tijd staan de koersen ook weer zoveel hoger.’
Vandaar dat Hendriks van BlackRock het van belang acht dat particuliere beleggers minder directionaliteit, oftewel marktgevoeligheid, en meer flexibiliteit in de portefeuille aanbrengen. Dat kun je volgens hem bijvoorbeeld doen met voor particulieren toegankelijk gemaakte hedgefondsen of bijvoorbeeld met zeer flexibele obligatiefondsen die minder gevoelig zijn voor een rentestijging, zoals zogenoemde ‘unconstrained bond funds’. ‘Die kunnen snel op een rentebeweging inspelen en ook in een stijgende rentemarkt rendement maken. Hetzelfde geldt voor absolute return-strategieën.’
Klaas Smits van Robeco is beheerder van dergelijke absolute return-producten. Met kwantitatief beheerde multi-asset strategieën proberen hij en zijn team door middel van tactische keuzes op een termijn van twee à drie maanden andere bronnen van rendement aan te boren. ‘Wij streven naar een positief resultaat, meer dan meebewegen met de markt, waardoor portefeuilles stabieler worden en proberen ook bij een neergaande markt actief te zijn.’ De afgelopen vijf jaar was het met een pure aandelenbelegging mogelijk een heel mooi rendement te behalen. Dat is een stuk lastiger tijdens periodes van marktvolatiliteit.
‘Onze producten kunnen ook bijdragen in neergaande markten. Als mensen de komende vijf jaar hetzelfde gedrag vertonen als blijkt uit onze modellen, dan zullen we de belangrijke karakteristieken van ons product echt gaan zien.’
Voorzichtig beginnen
Liquiditeit en transparantie zijn absolute voorwaarden voor Smits. ‘Ik vind het vervelend als de klant niet het rendement krijgt waarop hij heeft gehoopt. Maar helemaal als hij niet begrijpt waardoor dat komt.’
Een beginnende belegger zou hij echter niet adviseren hier vol in te stappen, maar het eerst met een kleine inleg te proberen. ‘Toen ik net mijn motorrijbewijs had gehaald begon ik met een motor van 50cc en pas veel later ruilde ik hem in voor een 1000cc. Met die laatste hadden ze me ook niet mee moeten laten beginnen want dan was ik volledig de bocht uitgevlogen.’
Voor de beginnende belegger zijn absolute return-strategieën of hedgefondsen inderdaad minder geschikt, vindt ook Hendriks. Voor deze groep denkt hij eerder aan mixfondsen die niet vastzitten aan een statische asset allocatie. ‘Daarnaast kunnen aan de aandelenkant de juiste hoogdividendfondsen een lagere marktgevoeligheid in de portefeuille brengen.’
Hij ziet een spanningsveld tussen veranderde marktrisico’s en de trend naar simpel, transparant en tegen lage kosten beleggen. ‘Het verminderen van het marktrisico en het verhogen van de flexibiliteit kan nu eenmaal gepaard gaan met hogere kosten en complexere producten. En dan is de vraag: welke uitkomst is belangrijker?’
Peter Siks is beleggerstrainer bij BinckBank en betrokken bij workshops voor beginnende beleggers. Hij is duidelijk wel een voorstander van eenvoud en kostenefficiëntie. ‘De drie pijlers van succes zijn spreiding, kosten en geduld’, somt hij op.
Bij spreiding doelt Siks vooral: spreiden in de tijd. ‘Maandelijks beleggen is een uitstekend middel om het gevaar van een verkeerde timing te omzeilen. Ook mensen die nu met een ton aankomen zou ik adviseren om dat gefaseerd over een langere periode in te leggen.’
Indexproducten
En hij kiest ook heel bewust voor indexproducten als basis voor de portefeuille. Siks: ‘Een belegger die zijn vermogen in exchange traded funds (etf’s) stopt volgens een van de drie profi elen (defensief, neutraal, off ensief) van de BinckFundCoach komt qua kosten uit op 0,2 procent voor de trackers plus 0,15 procent over het belegd vermogen.
Stel dat de koerswinst volledig uitblijft de komende jaren, vervolgt de beleggerstrainer, ‘dan is het dividendrendement van 2 procent voor Amerikaanse aandelen en 3 tot 3,5 procent voor Europese aandelen al voldoende om op deze eenvoudige manier enkele procenten rendement te behalen’.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine, dat op 16 september bij Het Financieele Dagblad is verschenen. Auteur is Miranda Schoutsen, financieel journalist en medewerker van Fondsnieuws.