Goud
goud-uit-kom-op-tafel.jpg

Goud won terrein in maart. Door de oorlog in Oekraïne hebben beleggers het edelmetaal weer vol in het vizier. Maar, zelfs nu de oorlog lijkt te zijn ingeprijsd, en de verwachte rentestijgingen in hoog tempo oplopen, blijft goud in trek. Wat is hier aan de hand?

Goud had een zwakke start dit jaar toen de verwachte renteverhogingen een vlucht namen. De Amerikaanse reële rente steeg en de dollar presteerde goed. Maar volgens ABN Amro verloren die factoren hun (negatieve) invloed op de goudprijs toen de spanningen in Oost-Europa begonnen op te lopen. Dat schrijft Georgette Boele, senior FX en edelmetalenstrateeg bij de grootbank, in het rapport “Gold Watch”.

Goud gedijt doorgaans goed bij grote marktverstorende problemen. De goudprijs steeg naar aanleiding van de Russische invasie in de Oekraïne dan ook tot boven de 2000 dollar per troy ounce en beweegt zich nu tussen de 1900 en 1950 dollar.

Een dag eerder piekte de grootste goud-ETF ter wereld (SPDR Gold Trust GLD) op een all-time high van ruim 191 dollar, en zag het een instroom van iets meer dan 2,2 miljard dollar, zo blijkt uit data van onderzoeksplatform ETFdb. De netto-instroom naar goud ETF’s bereikten volgens BlackRock in maart een historisch record van 11,3 miljard dollar.

Volgens Boele is het gedrag van beleggers steeds bepalender aan het worden voor de richting van de  goudprijs. De speculatie van beleggers overschaduwt het effect van opslag- en transactie-argumenten op de prijs van goud. ‘In de loop van de tijd is goud dus minder een veilige haven geworden en meer een risk-on asset, en is de aantrekkingskracht van goud als veilige haven onregelmatig en niet stabiel’, aldus Boele.

Goud sterk ondanks “hawkish” Fed

De draai richting goud is opmerkelijk gezien de macro-economische omstandigheden. Een breed gedeelde opvatting onder marktanalisten is dat hogere rentestanden, de prijs van goud doen dalen. Want goud is weliswaar “veilig”, maar levert geen rente of dividend op.

Stijgende rentes zouden vastrentende activa in verhouding dus aantrekkelijker moeten maken dan goud, ‘tenzij de inflatieverwachtingen harder stijgen dan de nominale rente’, stelt Boele. De markten zetten op het moment in op het snelst verkrappende beleid van de Fed sinds 1994. Maar liefst 250 basispunten aan renteverhoging zijn nu ingeprijsd voor 2022.

Volgens Ole Hansen, hoofd grondstoffen strategie bij Saxo Bank, vormen de combinatie van een sterkere dollar en stijgende reële rendementen op staatsobligaties de twee redenen waarom beleggers op een lagere goudprijs zouden kunnen wachten. Met een 5 procent stijging van de goudprijs in 2022 blijft deze visie echter een uitdaging volgens hem.

Hansen: ‘we zien dat vermogensbeheerders in plaats van wachten via ETF’s terugkeren naar goud, omdat ze bescherming zoeken tegen stijgende inflatie, lagere groei en verhoogde volatiliteit op de aandelen- en obligatiemarkten.’  

Maar, daarmee blijft de populariteit van goud in deze tijd vooralsnog een dubieus gegeven. Hoewel de hoge inflatie en geopolitieke spanningen de prijs van het edelmetaal kunnen laten stijgen, zouden de ingeprijsde renteverhogingen dat naar verwachting een halt moeten toeroepen. Er zijn verklaringen te over, maar statistische duiding is dun gezaaid.

Wat drijft de goudprijs?

Sinds dat de dollarkoers in 1971 voor het eerst vrij mocht bewegen, is er dan ook veel debat geweest over de voornaamste factoren die de prijs van goud bepalen. Volgens Robert Barsky, econoom bij de Chicago Fed, is een halve eeuw nadat de dollar losgekoppeld werd van goud voor het edelmetaal formeel geen  rol meer  in het internationale monetaire stelsel en wordt er ook te weinig onderzoek naar gedaan.

Van 1971 tot ongeveer de eeuwwisseling trekken de reële goudprijs en de inflatieverwachting op lange termijn samen op, zoals ook te zien is in onderstaande grafiek. De goudprijs steeg mee met een sterke stijging van de inflatieverwachtingen in de periode 1971-‘80, om vervolgens mee te dalen met de neerwaartse trend van de verwachte langetermijninflatie na de Volcker-desinflatieperiode (1983-2000).


Sinds 2000 is de langetermijn inflatieverwachting echter relatief weinig van die 2 procent afgeweken, terwijl de reële goudprijs meer dan vervijfvoudigd is. Barsky: ‘de rol van de verwachte inflatie in deze latere periode lijkt te hebben plaatsgemaakt voor die van de reële rentevoet zoals te zien in onderstaande grafiek. Tussen 2001 en 2012 daalde de reële langetermijnrente met ongeveer 400 basispunten gedaald, terwijl de reële goudprijs vervijfvoudigde.’

Hoewel men volgens het onderzoek van de Chicago Fed had kunnen verwachten dat de desinflatie sinds 2001 tot lage(re) goudprijzen zou leiden, ‘werd het effect van de lage inflatie meer dan gecompenseerd door de ongekend lage reële langetermijnrente en door pessimisme over de toekomstige economische bedrijvigheid.’ 

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No