De aanhoudende daling van de rente maakt dat het rendementsperspectief op een defensieve portefeuille beperkt is, terwijl de risico’s toenemen. ‘De risico/rendementsverhouding van een neutrale portefeuille is eigenlijk beter. Je zou neutraal het nieuwe defensief kunnen noemen.’
Dat zegt Peter van Doesburg, senior beleggingsstrateeg van de onafhankelijke vermogensbeheerder Wealth Management Partners.
‘Bij de huidige tienjaarsrente van pakweg 1 procent maak je op een staatsobligatieportefeuille nog maar een heel gering rendement. Maar daarover communiceren we naar klanten ook heel eerlijk. We kunnen geen konijn uit de hoge hoed toveren.’
Basisscenario: langdurig lage rente
De praktijk is dat de rente nog weer een procent is gedaald ten opzichte van begin van dit jaar, toen vrijwel iedereen op de markten nog geloofde dat de rente in de loop van dit jaar zou gaan stijgen. Maar ook WMP houdt nu in het basisscenario rekening met een periode van misschien wel drie jaar van een aanhoudend lage rente.
Van Doesburg stelt dat de deflatoire trend in combinatie met de stagnerende groei maakt dat de eurozone steeds meer de karakteristieken van een Japan-scenario krijgt. ‘In Japan is het rendement op staatspapier sinds de Azië-crisis van 1998 ongeveer 2 procent. Dat is notabene ex-kosten.’
Risicomijdend profiel
‘Gelet op de beperkingen van het defensieve risicoprofiel kunnen wij dan ook hooguit wat in de marge doen. Je kunt wat meer exposure nemen naar credits, maar bij een dergelijk risicomijdend profiel neem je geen valuta-exposure en ook vastgoed mijdt je vanwege de potentiële renterisico’s.’
WMP houdt nu een looptijd in de obligatieportefeuille aan van gemiddeld vijf jaar. Daar hangt weliswaar een prijskaartje aan, maar het is voor WMP toch ook een soort van ‘levensverzekering’ voor als de rente onverhoeds toch zou gaan stijgen.
De klanten van WMP hebben over het algemeen te beheren portefeuilles van meer dan 2,5 miljoen euro en voeren doorgaans een neutrale portefeuille. ‘Ja, eigenlijk is het risico/rendementsprofiel daarvan nu beter dan van defensief.’
Het bloedbad
‘Bij obligaties kan je nu vooruitkijkend eigenlijk alleen maar verliezen, maar aan de andere kant vormen staatsobligaties toch ook een vloer onder je portefeuille. Duitse en Nederlandse obligaties hebben toch een sterk dempend effect als er een correctie op de aandelenmarkten zou komen’, zegt van Doesburg.
Onder professionele beleggers wordt vaak verweten naar 1994, toen de Amerikaanse centrale bank in korte tijd enkele renteverhogingen doorvoerde wat een ‘bloedbad’ op de obligatiemarkten tot gevolg had. Maar Van Doesburg nuanceert dat beeld.
‘Het woord “bloedbad” wordt vaak gebezigd door mensen op de aandelenmarkten. Maar waar je bij aandelenmarkten het over een bloedbad van 50 procent hebt, is dat op obligatiemarkten niet meer dan pakweg 5 procent.’
Defensief versus neutraal
Een neutrale portefeuille is in het licht van zowel een onzekere obligatie- als een onzekere aandelenmarkt het meest aantrekkelijk. Van Doesburg: ‘Met een portefeuille van 50 procent aandelen en 50 procent obligaties kun je op dit moment eigenlijk het beste zowel de upside als de downside van je beleggingen managen.’
Overigens geven de defensieve portefeuilles van WMP dit jaar nog een sterk Ytd-rendement van 7 procent met een volatiliteit van 3 procent, tegen 9 procent voor de neutrale portefeuilles met een volatiliteit van 5 procent. De volatiliteit is gemeten over drie jaar, maar over twaalf maanden is het respectievelijk 2 en 4 procent.
Van Doesburg: ‘Dit zijn uiteraard gemiddelden. De volatiliteit van defensief is dus nog wel lager dan van neutraal maar dat is uiteraard in de ‘achteruitkijkspiegel’. Vooruitkijkend, met de huidige lage obligatierendementen kan het risico/rendementsprofiel echter wel verbeteren ten gunste van neutraal.’