
De onderweging van dure Amerikaanse groeiaandelen speelt dividendstrategieën in de kaart. Beleggers krijgen weer meer oog voor saaie bedrijven met een stabiel dividend.
Met veel plezier kijkt Martijn Rozemuller naar de wekelijkse in- en uitstroomcijfers van de VanEck Morningstar Developed Markets Dividend Leaders ETF. De ETF zag het vermogen onder beheer in zes maanden tijd verdubbelen naar ruim twee miljard euro rond eind april en presteert met een koersstijging van meer dan 8 procent sinds januari een stuk beter dan de wereldwijde aandelenmarkt.
‘Ondertussen heeft de dividend-ETF 2,5 miljard euro onder beheer en daarmee is het de nummer twee na onze defensie-ETF’, zegt Rozemuller, ceo Europa bij VanEck. ‘Waar de voorbije jaren de focus van beleggers vooral lag op groeiaandelen in met name de techsector zien we nu dat de groei vertraagt en er weer meer aandacht komt voor kwaliteitsbedrijven die een fatsoenlijk dividend uitkeren’, zo verklaart Rozemuller de sterke instroom.
Wat volgens hem ook helpt, is dat de Amerikaanse vermogensbeheerder extra investeert in de naamsbekendheid in Europa en dat de dividend-ETF zowel over kortere periodes als over vijf jaar beter presteert dan vergelijkbare dividendfondsen. Rozemuller schrijft de outperformance toe aan de kwaliteit van de onderliggende index. ‘Toen wij in 2016 begonnen met de ontwikkeling van de ETF was er veel kritiek op hoogdividendfondsen, omdat daar vaak aandelen in zaten die eenmalig een hoog dividend uitkeerden bijvoorbeeld na de verkoop van een bedrijfsonderdeel. Deze dividend-valkuil wilden we vermijden en zodoende kwamen we uit bij Morningstar, die de houdbaarheid van het dividend goed weet in te schatten.’
Lage weging VS
De indexregels van Morningstar zorgen ervoor dat in de portefeuille vooral megacaps zitten zonder focus op groei. ‘Het zijn grote, saaie bedrijven, maar die hebben het goed gedaan in de afgelopen periode. Deze ETF is een van de grotere posities in mijn eigen privé-portefeuille en zakte in de volatiele aprilmaand beduidend minder hard dan onze gelijkgewogen wereldwijde aandelen-ETF, die meer is blootgesteld aan groeiaandelen.’
Dit is echter geen garantie voor de toekomst, want bij het uitbreken van de coronapandemie deed de dividend-ETF het relatief slecht omdat overheden bedrijven opriepen om het dividend te pauzeren, waarschuwt Rozemuller. Een aandachtspunt is de lage weging van Amerikaanse aandelen in de dividend-ETF van slechts 18 procent. ‘Dit is ook een van de verklaringen voor het succes, want er zijn veel beleggers die niet meer zo’n grote blootstelling aan de VS willen.’
Ondanks de ‘risk-on’ omgeving sinds het voorlopige handelsakkoord tussen de VS en China, gaat de instroom in de dividend-ETF gestaag door. Onder de ETF’s met een uitstroom dit jaar zit een aantal thematische ETF’s, waaronder mijnbouw en halfgeleiders. ‘De uitstroom uit de Semiconductor ETF volgt op een jaar van sterke instroom. Het Deepseek-verhaal uit China zorgde bovendien voor winstnemingen’, zegt Rozemuller. ‘In de afgelopen maanden zien we de instroom weer wat toenemen, mede dankzij optimistische marktverwachtingen van Nvidia.’
Bankaandelen favoriet
Ook Goldman Sachs Asset Management verwacht dit jaar een outperformance van bepaalde dividendaandelen, nadat ze in de voorbije jaren achterbleven bij de brede aandelenmarkt door de sterke rally van de Magnificent Seven. Met name voor portefeuilles die overwogen zijn in Europa en onderwogen in de VS, volgens Nicolas Simar. SImar is mede-hoofd van het internationale Equity Income team van Goldman Sachs.
Er is sprake van een rotatie uit Amerikaanse assets en volgens Simar blijft het voor beleggers verstandig om meer geld te alloceren naar Europese en Japanse aandelenmarkten. ‘Voor het eerst sinds jaren zien we geldstromen naar Europa terugkeren, ondersteund door lage waarderingen en het vooruitzicht van een sterkere economische groei in Duitsland. De kloof tussen de verwachte winstgroei per aandeel in Europa en de VS neemt dit jaar en volgend jaar aanzienlijk af, wat een verdere outperformance van Europa mogelijk maakt. Temeer daar Europese aandelen extreem goedkoop blijven vergeleken met de erg dure Amerikaanse aandelenmarkt.’
Ook de sectorkeuze levert dit jaar een bijdrage aan de outperformance. In Europa pleit Simar voor zowel defensieve als cyclische bedrijven die zich richten op de binnenlandse economie. Vooral bankaandelen trekken de portefeuille omhoog. ‘Ondanks de sterke koersstijgingen vinden we Europese banken nog steeds aantrekkelijk. Ze blijven goedkoop, goed gekapitaliseerd en ondervinden geen hinder van de verhoogde Amerikaanse importtarieven. Het dividendrendement ligt op 6 procent en met de inkoop van eigen aandelen komt daar nog eens 1 tot 2 procent bij voor de aandeelhouders.’
In de defensieve hoek vindt Simar de Europese telecomsector interessant. ‘De piek in kapitaalinvesteringen is achter de rug en de free cashflow yield ligt op 9 tot 10 procent, bij een lichte verwachte groei van de vrije kasstroom.’ Achterblijvers zijn dit jaar tot nu toe vooral sectoren die consumenten bedienen. Simar is voorzichtig met cyclische consumentenbedrijven, vooral internationaal georiënteerde sectoren zoals de autosector. Naast de tegenwind door de handelsoorlog staan westerse autoproducenten volgens hem structureel onder druk door de goedkope concurrentie uit China.
Daarnaast vindt hij de luxesector onaantrekkelijk. ‘De sector is duur en de winstverwachtingen worden verlaagd door de terughoudende Amerikaanse consument en uitblijvend herstel in China.’ Producenten van dagelijkse consumptiegoederen zoals voeding en drank laat de dividendspecialist ook liever links liggen. ‘De volumes trekken nog steeds niet aan, terwijl producenten van consumentengoederen slechts in beperkte mate de prijs kunnen verhogen’, aldus Simar.
Naast de diversificatievoordelen heeft een inkomstenstrategie ook een lager risicoprofiel vergeleken met de gangbare wereldindices, zegt Simar. ‘Dat is in deze omgeving waarin de economische groei afneemt door de handelsoorlog ook weer gebleken. De Europese en mondiale inkomstenstrategieën presteren bij verhoogde volatiliteit beter dan de markt en gingen in april minder hard onderuit. Keren we terug naar een momentum gedreven risk-on omgeving, aangevoerd door Big Tech, dan blijven dividendstrategieën echter achter.’