De economische activiteit in de grootste economie ter wereld neemt af. Is het een signaal dat de Amerikaanse economie zich in de late fase van de cyclus bevindt? Dan moeten we rekening houden met het risico van een recessie. Of is dit meer een vertraging midden in de cyclus, vraagt Martin Arnold, econoom bij Schroders, zich af in een gesprek met Investment Officer.
‘Historisch liggen er overeenkomsten met de groeivertragingen in 1998 en 2001, waarbij de laatste wel eindigde in een recessie, maar de eerste niet. Er zijn redenen om te denken dat de huidige vertraging meer in lijn ligt met de gebeurtenissen in 1998, met name als beleidsmakers voldoende steun kunnen verlenen en daarmee de dreiging van een recessie weten af te wenden.’
Vier op een rij
Economische activiteit is nooit stabiel, maar fluctueert in de loop der tijd. Die fluctuaties vormen een cyclus met vier fasen: recessie, herstel, expansie en vertraging:
- Expansie - de activiteit ligt boven het potentieel, er is nauwelijks reservecapaciteit en inflatie trekt aan.
- Vertraging - de groei is nog boven het trendniveau, maar verzwakt, voorraden lopen op omdat de vraag afneemt.
- Recessie - de groei is zwak en dalende, werkloosheid neemt toe. Er is reservecapaciteit, voorraden lopen terug omdat bedrijven die afbouwen.
- Herstel - de reservecapaciteit in de economie wordt weer aangesproken, de productie herstelt, en investeringen trekken aan.
- Fase van vertraging
Volgens het output gap-model van Schroders bevindt de Amerikaanse economie zich nu in de vertragingsfase: ‘het gebruik van de capaciteit neemt af, maar de robuuste arbeidsmarkt biedt tegenwicht. Daarmee blijft het vertrouwen in de Amerikaanse economie onverminderd hoog. Stimulans van de kant van de Fed kan een potentiële recessie vermijden. De grootste bedreiging voor de Amerikaanse economie vormt een escalatie van de handelsoorlog. Die onzekerheid trekt een wissel op de investeringen en daarmee de groeiverwachtingen.’
Elke keer anders, net als de prestaties
Volgens Arnold is elke cyclus anders. ‘Het einde ervan wordt gevormd door excessen in het systeem, die op een gegeven moment onhoudbaar worden. De diverse beleggingscategorieën presteren verschillend, afhankelijk van de fase van de economie. De vertraging en recessie gaan gepaard met lagere rendementen op risicovolle beleggingen en een hogere volatiliteit. Terwijl de herstel- en expansiefase juist de tijden zijn waarin risicovolle beleggingen beter presteren dan defensieve.’
Parallellen met het verleden
De centrale bank reageerde in het verleden altijd correct met renteverlagingen in vertragingsfases. De verwachting is dat de Fed nu weer adequaat zal reageren op de zwakkere economische vooruitzichten. Arnold verwacht dat de huidige vertraging wel eens langer kan aanhouden, terwijl een recessie vermeden wordt. Niettemin blijft een recessie in 2020 een risico.
In voorgaande vergelijkbare vertragingsfases hebben Amerikaanse aandelen zwak gepresteerd, met uitzondering van 1998. In de negen maanden daaropvolgend leverden aandelen een rendement van 35 procent op. Er zijn enkele overeenkomsten tussen 1998 en nu: een verhoogde stemming onder consumenten en bedrijven en een centrale bank die de economische activiteit ondersteunt. Daarnaast heeft de Fed ruimte om te bewegen met de inflatie op een vergelijkbaar laag niveau als in 1998. De renteverlagingen van de Fed, die in september 1998 van start gingen, droegen uiteindelijk bij tot een toename van de geldhoeveelheid waar het beleggingsklimaat van profiteerde.
Recessie vermijden
Volgens Arnold lijkt het erop dat de Amerikaanse economie zich in een late fase van de cyclus bevindt. Hij ziet enkele redenen voor optimisme, dat deze cyclus meer overeenkomsten vertoont met 1998 dan met 2001. ‘Een recessie in 2020 blijft een risico, er is een goede beleidsreactie noodzakelijk om de economie een zachte landing te bezorgen. Met de rugwind van de Fed is er potentieel om aan de marktverwachtingen te voldoen. Mocht dat niet lukken, dan biedt een crisis weer kansen.’