Olieopslagtanks
i-95m6Sz3-L.jpg

Sommige revoluties gaan gekleed in fluweel. Je merkt er in eerste instante niet veel van, maar het langere termijneffect is er niet minder om. Dat geldt voor de dollarrally. Die lijkt ten einde, wat een positief effect heeft op grondstoffenmarkten.

‘Vorig jaar zag je een nieuwe deflatoire golf met dalende grondstoffen- en productieprijzen, en een dalende vraag, die vooral opkomende markten zwaar heeft getroffen,’ analyseert Dominic Rossi, chief investment officer van Fidelity, tegenover Fondsnieuws.

‘Beleidsmakers waren bezig de dollar omhoog te praten met de aankondiging van meerdere rentestappen. Maar dat veroorzaakte juist een deflatoire spiraal.’

Markt- en beleggingsanalisten stellen dat de wind sindsdien snel is gedraaid. Beleidsmakers bij de centrale banken waren vorig jaar sterk gericht op inflatie, maar inmiddels is de zorg daarvoor minder groot. Meerdere rentestappen door de Amerikaanse Federal Reserve, dit jaar, lijken dan ook van de baan te zijn.

Hoewel de Amerikaanse arbeidsmarkt goed aantrekt en dat enige druk op lonen geeft, ziet Rossi nergens voldoende ‘pricing power’ om hogere prijzen af te dwingen. 

ABN Amro positief over grondstoffen

Tegelijkertijd zetten centrale banken als die van de eurozone, Japan en China in op voortzetting van monetaire verruiming. Dit beleid, in combinatie met een zwakkere dollar, zal zorgen voor stijgende grondstoffenprijzen. Het economisch bureau van ABN Amro denkt dat in de resterende perioden van dit jaar de brede grondstoffenindex CRB met 15 procent zal kunnen stijgen.

ABN Amro is over vrijwel de hele linie positief over de grondstoffenmarkten: het momentum voor energie zet door. De lagere dollar stuwt de vraag naar edelmetalen, en in het bijzonder goud; basismetalen als aluminium, nikkel, koper en zink zullen een grillig patroon van herstel laten zien, bij staal is het sentiment weliswaar verbeterd, maar nog niet de vraag, terwijl bij agrarische grondstoffen sprake is van overproductie en voorraadvorming; het natuurfenomeen El Nino lijkt wel een prijsrisico in zich te dragen.

De CRB-index is de oudste en de bekendste grondstoffenindex. Tot 2005 was het gelijkgewogen, maar inmiddels bestaat deze uit 19 deelmarkten, waarbij het toegekende gewicht sterk uiteenloopt. Met een weging van bijna 23 procent weegt olie het zwaarst in deze index, gevolgd door gas (6,48 procent) en sojabonen (6,14 procent).

ETF’s op grondstoffenindices

Er zijn meerdere ETF’s op deze grondstoffenindex. Een voorbeeld is de synthetische tracker van het Franse Lyxor, de zogenoemde Lyxor ETF Commodities CRB. Deze ETF is in navolging van de grondstoffen in de afgelopen vijf jaar met bijna 55 procent gedaald. Maar sinds vorige maand lijkt een bodem te zijn gelegd. De Lyxor ETF is sinds dit jaar met iets meer dan 2 procent gestegen.  

In deze tracker wordt de prestatie van de index middels een swap-overeenkomst gevolgd, wat betekent dat beleggers een tegenpartijrisico lopen. De TER-ratio bedraagt 35 basispunten, maar de werkelijke kosten wijken af door ondermeer transactiekosten.

Een ander voorbeeld is de Powershares DB Commodity Index ETF - één van de grootste trackers qua beheerd vermogen - en de iShares S&P GSCI Commodity Index ETF.

Risico van contango

Wat beleggen in grondstoffen lastig maakt, is dat de meeste ETF’s via futurecontracten exposure proberen te krijgen, wat betekent dat ze geen fysiek bezit van de onderliggende ‘stukken’ hebben. Het voordeel hiervan is dat men maar een beperkt deel van het (risico-)budget naar deze markten hoeft te alloceren. Nadeel is dat men futurecontracten moet doorrollen, waardoor men soms wel tot 5 à 10 procent van het jaarrendement kan verliezen. Dat gebeurt door het zogenoemde ‘contango’. 

Van contango is sprake als futurecontracten expireren en de huidige marktprijs hoger is dan de toekomstige. In dat geval wordt doorggerold. Maar in dergelijke contango-markten doen grondstoffen-ETF’s het vaak slechter dan de spotprijs. Daarom is het volgens productspecialisten belangrijk te weten hoe een ETF het doet bij het doorrollen van futures-contracten.

De Powershares DB Commodity Index ETF volgt de DBIQ Optimum Yield Diversified Commodity Index Excess Return en heeft daardoor een aanzienlijk zwaardere weging naar de energiesector. Wel heeft het een methode ontwikkeld om het negatieve contango-effect op het rendement zoveel mogelijk tegen te gaan. Year to date bedraagt het rendement bijna 5 procent, na een vijfjaarsverlies van ruim 55 procent.

Ook de iShares S&P GSCI Commodity Index ETF, die de S&P GSCI(R) Total Return Index volgt, heeft een zware weging naar energieaandelen (>60 procent) en een relatief geringe exposure naar agrarische grondstoffen en edelmetalen. De ETF staat op een ytd-rendement van bijna 2,4 procent. Op vijfjaarsbasis is een verlies geleden door beleggers van meer dan 60 procent.

Gelijkgewogen grondstoffenindex

Wie denkt dat de grondstoffenmarkten als geheel kunnen herstellen van de zware prijsschok in de afgelopen jaren, kan ook kiezen voor de Greenhaven Continuous Commodity Index ETF Fund. Deze ETF volgt de CRB Continuous Commodity Total Return Index, die gebaseerd is op een gelijkgewogen weging van de subsectoren van de grondstoffenmarkten. Deze index heeft niet meer dan 18 procent weging naar de energiesector, terwijl bijna 60 procent gealloceerd is naar agrarische grondstoffen en metalen.

De ETF staat per 31 maart op een ytd van bijna 1 procent, maar vooral de laatste maand is het rendement zeer goed, met bijna 5 procent. De onderliggende gelijkgewogen index deed het tot medio 2010 een stuk beter dan de nieuwe CRB-index, die een veel zwaardere weging heeft naar energie. Met andere woorden: een keuze naar de ‘juiste’ marktgerelateerde index kan veel verschil maken voor het rendement.

Beleggers hebben positieve verwachtingen over de grondstoffenmarkten. Hoewel de politieke risico’s groter lijken te zijn dan de economische, denkt Fidelity-strateeg Rossi dat het recessierisico beperkt is en dat economische groei in 2017 kan aantrekken, en daarmee ook de vraag naar grondstoffen.

Meer sectoranalyses op Fondsnieuws:

 

 

 

Author(s)
Categories
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No