Olie-exploratie
i-ZGSGpFL-L.jpg

Dit is één van die perioden dat zelfs Jeremy Grantham de verleiding bijna niet kan weerstaan. De illustere mede-oprichter van asset manager GMO zou graag in de Amerikaanse oliereus Exxon Mobil willen beleggen. Hij doet dat niet, omdat hij olieconcerns moreel omstreden bedrijven vindt en zich tot duurzaamheid heeft bekeerd.

‘Oliebedrijven zijn, voor wie er geen ethische problemen mee heeft, een fantastische koopmogelijkheid’, verklaarde Grantham eerder deze week op bezoek in Amsterdam. Hij denkt dat olie over een paar jaar weer op 100 dollar per vat staat.

Op 11 februari bereikte de prijs van een vat Amerikaanse olie (WTI) een tussentijds laagterecord van iets meer dan 26 dollar per vat. Sindsdien is de prijs met pakweg 50 procent gestegen tot boven de 38 dollar, maar imniddels is al weer een tussentijdse correctie ingezet. WTI noteerde dinsdag bij het slot 36,78 dollar.

De durfals - veelal speculanten en koopjesjagers - zijn afgelopen weken voor hun moed beloond. De aankoop van de Markets Vectors Oil Service ETF had afgelopen vrijdag - op basis van één maand - een rendement opgeleverd van 23,7 procent. Inmiddels is alweer bijna 5 procent ingeleverd.

Ook de MSCI World Energy TRN Index ETF van Deutsche Bank is sinds vrijdag weer teruggezakt naar een maandrendement van een nog altijd indrukwekkende 18 procent.

Olieservicebedrijven zijn sterk gecorreleerd met de olieprijs en profiteren van het tussentijdse prijsherstel. Angie Sedita, een analist van UBS die deze sector volgt, schrijft in een rapport dat ‘dit eerste half jaar een kans voor beleggers kan zijn met een langetermijnvisie om weer in energieaandelen te stappen’. Maar, voegde ze eraan toe, de aandelen zijn komende maanden nog wel aan bandbreedtes gebonden.

Voorkeur voor servicebedrijven

UBS heeft uit de in de Markets Vector Oil Service ETF opgenomen bedrijven vooral Baker Hughes, Halliburton, Schlumberger en Weatherford International op de kooplijst staan. Deze servicebedrijven zijn samen goed voor 43 procent van deze ETF. Volgens de Zwitserse bank zijn dit de sterkste en meest kapitaalkrachtige, en vooral ook de relatief hardst afgestrafte bedrijven.

Schlumberger staat op een maandwinst van 5,86 procent en is door alle aangehaalde analisten op de kooplijst gezet. Ronduit voortreffelijk waren de rendementen van CocoPhillips, dat de afgelopen maand een koerswinst boekte van 20,95 procent. Dat is nogal fors, waardoor de consensus onder analisten nu weer ‘verkopen’ is. 

‘Majors’ gebukt onder onzekere prijsontwikkeling

Moeilijker te beoordelen zijn de oliebedrijven die zich met het oppompen van olie bezighouden, zoals Exxon Mobil, Chevron en Shell. Dat blijkt ook uit het recente koersherstel. De afgelopen maand tekende Exxon niet meer dan 3,53 procent bij, maar Chevron was daarentegen goed voor een rendement van 11,87 procent en Shell van 9 procent. Wel is Exxon met een jaarverlies van -6,16 procent aanzienlijk beter blijven liggen dan bij voorbeeld Shell dat op jaarbasis op -20 procent koersverlies staat.

Bertrand Hoedee, sectoranalist van Kepler Chevreux, heeft Shell op de kooplijst staan. De reden is dat hij verwacht dat de olieprijs in de komende twaalf maanden naar 50 dollar per vat kan stijgen. Maar, waarschuwt hij, veel meer zit er qua prijsontwikkeling niet in het vat. Ondanks alle geruchten van het tegendeel, lijkt een wereldwijde productiedaling niet aannemelijk.

Bekijk: ook de MSCI World Energy Index (ultimo 29 februari)

Iran heeft aangekondigd meer te willen gaan produceren, terwijl de grootste producent ter wereld, Saoedi-Arabië, er op uit is om concurrenten de markt uit te drukken door de olieprijs naar een laagterecord te brengen. Hierdoor kunnen bij voorbeeld de Amerikaanse schalieolieproducenten niet meer winstgevend produceren. 

Desinvesteringen onvermijdelijk

Het prijsherstel dat verwacht wordt tot om en nabij de 50 dollar per vat, betekent volgens sectoranalist Hodee dat de grote oliemajors, zoals Exxon en Shell, niet aan massieve bezuinigingen en afschrijvingen zullen ontkomen, want zelfs bij een prijs van 50 dollar per vat is een winstgevende productie voor de meeste partijen amper mogelijk.

Exxon heeft voor dit jaar zijn investeringen met 25 procent verlaagd tot 23,2 miljard dollar. Eerder is al besloten tot drastische besparingen op olieboringen en gas-export terminals. Hodee van Kepler waarschuwt dat de investeringen van de oliereuzen gemiddeld met 35 procent omlaag moeten ten opzichte van 2007 - het jaar voordat de olieprijs een record bereikte van bijna 140 dollar per vat. Ook stelt de sectoranalist dat ‘het onmogelijke mogelijk wordt’: het dividend zal gemiddeld met 20 procent moeten worden verlaagd. 

Bijgestelde projecties van IEA

Een belangrijk signaal gaf het Internationale Energie Agentschap (IEA) recentelijk af in haar energie outlook. Zij voorspelt dat de productie in de VS in het komende jaar dalen van 9,43 miljoen vaten per dag in 2015, naar een neerwaarts bijgestelde 8,19 miljoen vaten in 2017. Dit wijst erop dat veel energiebedrijven in de VS bij de huidige olieprijzen productie moeten staken.

Het creditteam van Goldman Sachs Asset Management waarschuwde in dat kader onlangs: ‘Als de prijzen zo laag blijven, als nu het geval is, dan verwachten wij dat ten minste 20 procent van de energieproducenten op hun high yield schuldpapier zal defaulten. In 2017 zal dat dan 15 procent zijn. Over een periode van drie jaar zal het om 50 procent gaan.’

Vanuit dat perspectief rookt Saoedi-Arabië, dat veruit het goedkoopst kan produceren, Amerikaanse schalieolieproducenten met succes uit, al blijft het wereldwijde aanbod met die van landen als Iran en China nog altijd ruim boven de vraag. IEA stelt in zijn jongste prognoses dat wereldwijde olieproductie in 2017 96,77 miljoen vaten per dag zal zijn, terwijl de vraag zal dalen naar 96,06 miljoen vaten, tegen een eerder geprognosticeerde 96,48 miljoen vaten per dag.

Als die projecties juist zijn, dan zal de olieprijs stijgen - tenzij er een wereldwijde recessie komt -, maar lijkt de verwachting van Jeremy Grantham van een olieprijs van 100 dollar per vat ‘binnen enkele jaren’ voorbarig.

 

IEA Projections 2015 2016 2017
Prior World Supply 95.62 96.07 96.77
New World Supply 95.74 96.44 96.70
Total Change 0.12 0.37 -0.07
       
Prior World Demand 93.78 95.02 96.48
New World Demand 93.70 94.85 96.06
Total Change -0.08 -0.17 -0.42
Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No