Een stille revolutie voltrekt zich in de Stoxx Europe 600 Index: de banken wegen plots weer het zwaarst in de index. Dat is na een lange periode waarin deze sector een paria-status had in de Europese aandelenmarkt.
De banken zijn goed voor een weging van 13,2 procent in deze breed gespreide index, gevolgd door gezondheidszorg met 12,3 procent en industriële goederen en diensten met 11,5 procent. Energie - de mastodont van bijvoorbeeld 2008 - komt in de top 10 van sectoren niet meer voor. Te danken is die opmars van de banken aan een fors toegenomen marktkapitalisatie.
Europese bankensector herboren
De Europese bankensector lijkt herboren. Met een rendement van meer dan 27 procent over twaalf maanden, blijft zij de bredere markt met 18,9 procent ruimschoots voor. Daarvoor moet de belegger wel een zeer hoge volatiliteit voor lief nemen: meer dan 33 procent tegenover 10 procent voor de Stoxx Europe 600 Index.
Eerst maar de verklaring voor de hoge koerswinsten. Belangrijk is dat de Europese economie krachtiger is aangetrokken dan beleggers hadden verwacht, dat het acute risico van ‘populisten aan de macht’ vooralsnog is geweken en dat de banken door het strenge beleid van de autoriteiten hogere kapitaalbuffers hebben dan lang het geval is geweest.
‘Non-performing loans’
Volgens de European Banking Outlook 2017 van Research Pool is de outlook voor 25 van de 26 Europese grootbanken positief, waarbij UBS, ING en Danske Bank zich positief onderscheiden en Deutsche Bank negatief. Toch worden bankaandelen uit de eurozone nog altijd onder het niveau van (hun Amerikaanse) peers verhandeld.
De reden daarvoor is dat banken in de eurozone dan wel beter gekapitaliseerd zijn, maar dat de leverage in de economieën zich de afgelopen jaren heeft voortgezet. Zo is de totale schuld als percentage van het bruto binnenlands product in de eurozone gestegen van pakweg 230 in 2008 naar 270 in 2016. Die stijging komt vooral voor rekening van toegenomen overheidsschulden.
Toch zijn het vooral de zogenoemde ‘non-performing loans’ (van bedrijven) die als een risico worden gezien. Reden voor de ECB - als centrale toezichthouder op de bankensector - om de regels aan te scherpen, zodat banken deze problemen sneller en harder aanpakken. Dat is mogelijk nu de banken profiteren van de aantrekkende Europese economie en er alternatieven worden gezocht voor de lage rente-inkomsten die op schuldpapier worden geboekt.
Normalisering monetaire beleid
Die hoge schuldquote is een hypotheek op de toekomst en een uitdaging voor monetaire autoriteiten. Er is namelijk geen enkele (macro-economische) reden meer om de rente op het huidige tarief van nul procent te houden. ECB-president Mario Draghi heeft dan ook een langzame normalisering van het rentebeleid aangekondigd. Voor banken zou dat een godsgeschenk zijn, want rente-inkomsten zijn de kurk waar de meeste banken op drijven.
Maar voorzichtigheid is geboden, als de Europese economie terugvalt en de belastinginkomsten inzakken dan wordt de financiering van de rentelasten op de schulden een probleem. Met andere woorden: de banken zitten gevangen in een macro-economisch en monetair spel van grote (staats)belangen.
Volatiliteit
De hoge, eerder in dit artikel gememoreerde, volatiliteit is dan ook niet verrassend. Beleggers blijven nerveus over de fundamentele uitdagingen waar deze sector voor staat. Research Pool noemt in zijn European Banking Outlook 2017 er vijf: een lage kredietvraag, lage rente, een ontbrekende balans tussen vraag en aanbod in financiële dienstverlening, (geo)politieke risico’s en risicomijdende strategieën.
Ondanks het conjuncturele herstel, waarvan de bankensector in de eurozone sterk profiteert, is de houdbaarheid van het verdienmodel een zware uitdaging voor de toekomst. Zo waren in het afgelopen boekjaar slechts een handvol banken in staat om een rendement van meer dan tien procent op het eigen vermogen (ROE) te boeken.
Stockpicking is goed idee
ABN Amro en ING doen het bij de ROE-maatstaf in verhouding tot de rest van Europa uitstekend, evenals andere Noordeuropese banken als het Scandinavische Nordea en het Belgische KBC, die allemaal actief zijn in redelijk geconsolideerde en winstgevende thuismarkten.
Zuid-Europese banken hebben in de afgelopen jaren veel minder hard ingegrepen; er kunnen volgens beleggers nog altijd lijken uit de kast vallen. Het opruimen van slechte leningen, consolidatie en kostenbesparingen blijft daar dan ook het refrein.
In het kader van dat zeer uiteenlopende beeld is stockpicking in de Europese bankensector nog niet zo’n slecht idee: tegenover de 27 procent die Euro Stoxx Banks heeft geboekt, laten de drie picks van Research Pool uit de European Banking Outlook over de afgelopen twaalf maanden gelijkwaardige of fors hogere rendementen zien: UBS (27 procent), ING (50 procent) en Danske Bank (70 procent).
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
- Sectoranalyse: Vastgoed belandt in gevarenzone
- Zie ook: Trust Barometer 2017 laat wereldwijde implosie van vertrouwen zien