Spaarrentes zijn in Nederland in 2018 gemiddeld 25 procent gedaald. Wie bij een grootbank spaart, zoals ABN Amro, ING en Rabobank, zag de spaarrente vorig jaar zelfs met 40 procent dalen. Dat blijkt uit onderzoek van MoneyView.
De spaarrente zal naar verwachting van MoneyView dit jaar verder dalen, maar minder hard dan in 2018. Gemiddeld daalde de spaarrente in 2018 van 0,26 procent naar 0,19 procent aan het einde van het jaar, aldus de marktonderzoekers.
Maar bij de grootbanken was dat zelfs 40 procent: van 0,05 naar 0,03 procent. Volgens MoneyView durven de grootbanken de stap naar ‘geen rente’ (nog) niet te nemen.
Volgens MoneyView is deze ‘magische 0 procent-grens’ een reden waarom de spaarrente vorig jaar minder vaak is verlaagd. De spaarrente is zo laag, dat er weinig ruimte meer over is voor verdere renteverlagingen. In totaal registreerden ze 86 rentemutaties tegenover 193 rentemutaties het jaar daarvoor.
De meeste aanbieders hielden het vorig jaar bij 1 renteverlaging. De aanbieders die nog altijd een iets hogere spaarrente bieden hebben nog wat speelruimte. Anadolubank, Argenta, Garantibank, Moneyou, Nationale Nederlanden en RegioBank hebben hun spaarrente 3 of meer keren verlaagd.
De daling van de spaarrente zal naar verwachting in 2019 verder afvlakken. Simpelweg omdat deze haast niet meer lager kan. De Europese Centrale Bank beslist pas na de zomer of de beleidsrente in 2019 omhoog gaat.
De verwachting is - gelet op de afkoelende Europese economie - niet dat de rente binnen afzienbare tijd stijgt. Integendeel. Uit wetenschappelijke, de ECB ondersteunende kringen wordt geopperd dat zowel de begrotingstekorten best omhoog kunnen en dat de rente op cash verder omlaag kan, zoals voormalig DNB-directlelid en hoogleraar Lex Hoogduin in een interview heef gezegd.
De aanhoudend lage rente op spaartegoeden en cash wakkert tegelijkertijd in toenemende mate de maatschappelijke discussie en ontevredenheid aan, omdat de assetprijzen wel toenemen en hiervan vooral mensen profiteren die (grote) vermogens hebben.