De aanhoudend lage rente weegt steeds zwaarder op de tak21-verzekeringen. In 2018 was het rendement lager dan in 2017. Dat komt doordat de verzekeraars voor deze producten in Belgische overheidsobligaties investeren, waarvan de rente ook afgelopen jaar onder de 1 procent bleef.
De tak21-verzekeringen zijn opgebouwd uit twee componenten. De eerste component, die van een ‘gegarandeerde’ rente houdt in dat gelden worden belegd in ‘risicovrije’ beleggingen, zoals staatspapier, die door de huidige lage rente thans veelal echter minder opleveren dan het inflatieniveau. De tweede component bestaat uit een winstdeelname, wat betekent dat de gelden worden belegd op de aandelenmarkten. Die beleggingen stelden diep teleur door het zeer slechte vierde kwartaal van 2018, toen aandelenindices meer dan 10 procent verloren.
Rendement tak21-fondsen omlaag
Het gevolg hiervan is dat meerdere, door De Tijd onder de loep genomen verzekeraars hun rendementen moest verlagen. De krant schrijft de meeste tak21-fondsen in 2018 een rendement presteerden van tussen de 1,7 en 2,2 procent. Hiervan worden nog de beheerkosten en de premietaks afgetrokken, van respectievelijk tot 0,5 procentpunt en tot wel 2 procent.
Hierdoor leverden de meeste tak21-fondsen in 2018 een nettorendement op dat onder de inflatie van meer dan 2 procent bleef. De Tijd berekende dat verzekeraar AG Insurance, de marktleider in België, voor AG Safe+ een rendement behaalde van 1,6 procent - fors lager dan het inflatieniveau van 2018, terwijl Allianz met zijn fiscale tak21-producten tot een rendement kwam van 1,90 procent.
AXA moest door het stof. Het brutorendement bedroeg in 2018 0,35 procent en 0,75 procent in 2017. Dat komt doordat de verzekeraar enkele jaren terug heeft aangekondigd met spaarverzekeringen te stoppen. Hierdoor kunnen klanten kosteloos uitstappen, waardoor niet op lange termijn kan worden belegd, maar uitsluitend in kortlopende obligaties die een extreem lage rente kennen en dito rendementen.
Uitzondering op de regel zijn verzekeraar Afer Europe, met een nettorendement van 2,25 procent en Federale Verzekering met een nettoresultaat van 2 procent, aldus De Tijd in zijn berekeningen.