Tim Nijsmans heeft geen tijd om in zijn hangmat te liggen. De onafhankelijke financiële adviseur schreef een bestseller over beleggen en dat is goed voor de business. Hij vertelt hoe hij als fondsbeheerder bij een private bank zijn geloof verloor in actief beheer, om vervolgens als een koppigaard tegen de stroom in te gaan.
Tim Nijsmans is de oprichter van de Vermogensgids. Hij heeft al vele financiële waters doorzwommen. Als vermogensbeheerder bij Dierickx Leys Private Bank ontfermde hij zich bijna 14 jaar lang over de beleggingsportefeuilles van cliënten. Nu is hij onafhankelijk adviseur en ook docent Private Banking aan de Artevelde Hogeschool. De voorbij maanden was hij niet weg te slaan uit de media met ‘De Hangmatbelegger’, een boek waarin hij samen met Yoran Brondsema een lans breekt voor passief beleggen en ETF’s. Het boek haalde de nummer 2 in de non-fictie top 10 van Standaard Boekhandel en intussen rolde al de vierde druk van de drukpersen.
De hangmatbelegger
‘Ik was verrast door het succes van ‘De hangmatbelegger’. Ik voelde dat er vraag was naar een boek over passief beleggen en ETF’s. Enkele jaren geleden schreef Jan Longeval ‘God dobbelt niet op de beurs’, wat een krachtig manifest is. Maar een boek met praktische handvaten, dat was er nog niet echt. Ik had verwacht dat we binnen de beleggingswereld wel wat aandacht zouden krijgen, maar niet dat we een heel breed publiek zouden aanspreken. En dat heeft veel te maken met de titel van het boek, zo blijkt.’
Toch is schrijven niet de dada van Nijsmans. ‘Vertellen, lezingen geven, webinars hosten: dat doe ik graag. Maar zodra ik iets op papier moet zetten, voelt dat als werken. Je hebt daar geduld voor nodig en moet daar tijd voor vrijmaken, twee zaken die mij niet goed afgaan. Ik heb meer plezier beleefd aan het vooraf onderhandelen met de uitgever en het achteraf promoten van het boek, dan aan het schrijven zelf’, zegt Nijsmans. ‘Ik moest mezelf continu deadlines opleggen. Op een gegeven moment zat ik tijdens mijn vakantie op weg naar Sicilië, zelfs als een minister op de achterbank van de auto met de laptop op mijn schoot om het hele boek toch maar rond te krijgen.’
Betalen voor advies
Als financieel adviseur helpt Nijsmans beleggers om zelf passief te beleggen. Hij maakt een analyse van hun beleggingsportefeuille en maakt vervolgens een ETF-plan. Voor die begeleiding hanteert hij een vaste abonnementsprijs. ‘Zowat iedereen in de financiële wereld verdient geld op basis van de verkoop van beleggingsproducten, het beheer van een portefeuille of transacties. Zo werkt het nu eenmaal. Maar ik wilde dat graag omdraaien door het principe van de flat fee te introduceren in België. In de Verenigde Staten is het heel normaal geworden om een vast bedrag te vragen voor onafhankelijk advies, dat niet gekoppeld is aan de verkoop van een beleggingsproduct. Dat is niet de makkelijkste route, want je moet mensen overtuigen om te betalen voor advies. In België zijn we dat niet gewend, want bij de bank- en verzekeringsagenten krijgen we allemaal gratis advies. Maar dat is natuurlijk niet echt gratis, want uiteindelijk is het advies altijd om te beleggen in het beleggingsproduct van de bank of verzekeraar.’
Keerpunt
Nijsmans werkte zelf bijna 14 jaar lang bij Dierickx Leys Private Bank. ‘In 2010 werd ik deel van het beleggingscomité van een nieuw beleggingsfonds dat we toen lanceerden. Half voor de grap kocht ik toen een ETF, om de prestaties van mijn eigen fonds mee te vergelijken. Ik was ervan overtuigd dat wij het als actieve belegger veel beter zouden doen dan de markt. Maar tot mijn grote consternatie merkte ik dat ons fonds achterbleef op de ETF. In het eerste jaar hield ik mezelf voor dat je de rendementen op langere termijn moest vergelijken, het tweede jaar gebruikte ik pech als een excuus en na drie jaar schreef ik het toe aan het feit dat het een moeilijke periode was voor álle fondsen. Maar na een jaar of vijf waren alle excuses uitgeput en begon ik me af te vragen waarmee ik nu bezig was. Want tegenover de fondsen van de concurrenten deden we het nog goed, maar van de index konden we het nooit halen. Toen ben ik me daar toch in beginnen verdiepen.’
Tussen de aankoop van zijn eerste ETF en de oprichting van Vermogensgids zit negen jaar. ‘De vaststelling dat mijn collega’s en ik er niet in slaagden om een ETF te kloppen, bracht mijn visie over beleggen en mijn geloof in actief beheer aan het wankelen. Ik heb er lang over gedaan om dat te aanvaarden. Daarom volgde ik nog een master in financiële planning: zo kon ik cliënten ook adviseren over de rest van hun vermogen, daar voelde het alsof ik tenminste nog meerwaarde kon bieden aan de cliënt.’
Koppige einzelgänger
Nijsmans was natuurlijk niet de enige die zag dat de fondsen die voor cliënten werden beheerd uiteindelijk toch niet beter rendeerden dan een eenvoudig index-fonds. ‘Het gebeurde vaak bij evaluatiemomenten dat de prestaties van de eigen beleggingsfondsen vooral werden vergeleken met die van de concullega’s. Dat is een lat waar je meestal nog kan overspringen. Of er werd creatief omgesprongen met vergelijkende indexen, door de vergelijking te maken met een prijsindex en geen returnindex. Of we maakten onszelf wijs dat we zonder de kosten wél even goed deden als de index, waarvan al veel academische studies hebben bewezen dat dat niet waar is. Eigenlijk zoek je continu argumenten om je daar mentaal over te zetten. Want laat ons eerlijk zijn: de financiële sector is een mooie sector om in te werken, ook qua loon.’
Uiteindelijk stopte hij toch met zijn goedbetaalde job als private banker en sprong hij in het ijle, om onafhankelijk financieel adviseur te worden. ‘Ik ging altijd met heel veel plezier naar het werk. Maar op het laatste ging de trend bij de bank zo sterk in de richting van gestandaardiseerd portefeuillebeheer dat ik er geen plezier meer in vond. Ik kwam ’s avonds telkens zo slechtgezind thuis, dat ik van mijn man uiteindelijk te horen kreeg dat ik misschien eens iets anders moest doen.’
Makkelijk was dat niet altijd. ‘Het is soms moeilijk om tegen de stroom in te gaan, als zowat de ganse financiële wereld het anders doet. Daarvoor moet je een koppige eingzelgänger zijn’, zegt Nijsmans. ‘Vooral de eerste twee jaren waren moeilijk. Veel private bankers denken dat hun cliënten naar hen komen, maar in werkelijkheid komen ze naar een bank waar ze vertrouwen in hebben. Van zodra ik wegging bij de private bank, was ik ook maar gewoon Tim Nijsmans. In het begin moest ik echt mensen overtuigen om op gesprek te komen. Dat was knokken. En de ommeslag is er gekomen met de coronacrisis. Ineens gebeurde alles online. Ik heb toen heel snel geschakeld: vanaf de tweede week van de lockdown gaf ik al webinars via Zoom en Teams, terwijl het bij vele grote organisaties maanden heeft geduurd vooraleer ze hun eerste webinar gaven. Daarmee kwam alles in een stroomversnelling. Ik vond een publiek over gans Vlaanderen, terwijl ik daarvoor niet verder geraakte dan mijn achtertuin in Schoten.’
In het rood
Nijsmans is naast financieel adviseur nog heel actief betrokken bij de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB) en hij is ook docent private banking. En hij is volop bezig met de promotie van zijn boek. Het zijn veel ballen om in de lucht te houden. ‘Het is momenteel te veel. Dit tempo kan ik geen half jaar meer volhouden. Ik ben heel stressbestendig, maar iedereen heeft een grens. En ik merk dat ik daar tegenaan zit. Het was sowieso al veel, maar sinds de boeklancering ga ik in het rood. Maar ik wil geen kansen laten liggen. Ik wil ze grijpen en het ijzer smeden nu het heet is. Maar vroeg of laat zal ik keuzes moeten maken. Of neen leren zeggen. Of zaken doorgeven. Daar heb ik het nog moeilijk mee.’