Opkomende landen, vertegenwoordigd in de BRICS, vormen op economisch gebied een steeds grotere tegenhanger voor de ontwikkelde industrielanden, vertegenwoordigd in de G7. Toch wil het op de aandelenmarkten van opkomende landen maar niet vlotten, want ook 2023 sloten zij af met een flinke underperformance in vergelijking met de beurzen van ontwikkelde landen.
Opkomende landen timmeren flink aan de weg. Zo zijn de zogenaamde BRICS bezig om hun aanwezigheid op het wereldwijde politieke en economisch toneel uit te breiden en te verstevigen. Het acroniem werd in 2001 geïntroduceerd door Jim O’Neill, econoom bij Goldman Sachs. Destijds kenden de economieën van Brazilië, Rusland, India en China een aanzienlijke groei, waardoor er meer aandacht ontstond voor hun impact op de wereldeconomie.
In eerste instantie was het slechts een beleggingsbegrip dat door de industrie werd gebruikt om er beleggingsproducten omheen te ontwikkelen. Inmiddels is er echter sprake van een samenwerkingsverband wat te vergelijken is met de G7, oftewel de groep van zeven meest vooraanstaande industriële landen en de EU. In 2006 kwamen de ministers van Buitenlandse Zaken van de BRIC landen namelijk voor het eerst informeel bij elkaar en vanaf 2009 kregen deze bijeenkomsten een formeel karakter in de vorm van topconferenties.
Argentinië
Sindsdien sloot Zuid-Afrika zich aan in december 2010 en werd het de BRICS. Tijdens de in augustus 2023 gehouden top hebben circa veertig andere opkomende landen aangegeven interesse te hebben in officiële deelname. Uiteindelijk werd de groep landen uitgebreid met Egypte, Ethiopië, Iran, Saoedi-Arabië en Verenigde Arabische Emiraten per begin 2024. Argentinië behoorde in eerste instantie ook tot de nieuwkomers maar haakte onder leiding van de nieuwe president Javier Milei op het laatste moment af.
De huidige groep BRICS-landen is een serieuze kracht voor de westerse wereld om rekening mee te houden. De tien landen vertegenwoordigen 29 procent van de wereldwijde economie versus 43 procent voor de G7-landen, terwijl de BRICS-landen overigens op basis van koopkrachtpariteit sinds enkele jaren groter zijn. Daarnaast zijn deze opkomende landen gezamenlijk goed voor ongeveer de helft van de wereldbevolking, terwijl in de G7-landen slechts een tiende van alle mensen op aarde leeft.
Hong Kong onderaan
De toenemende macht en groeipotentieel van de opkomende landen komt vooralsnog niet of nauwelijks tot uiting op de aandelenmarkt. In 2023 steeg de MSCI World index met 19,6 procent, terwijl de MSCI Emerging Markets index het moest doen met een schamele 6,1 procent. De underperformance voor opkomende landen kwam vooral op het conto van China. Chinese aandelen daalden met circa 14 procent, terwijl Hong Kong zelfs onderaan de rendementslijstjes bungelde met een verlies van 17,7 procent.
Die slechte prestatie staat niet op zichzelf, want in de tien voorgaande jaren wisten opkomende markten slechts in vier gevallen aandelen uit westerse landen te verslaan. Desondanks lijken beleggers vertrouwen te houden in de toekomst voor opkomende landen. Over de 16 jaar sinds 2007 hebben beleggers slechts in twee kalenderjaren per saldo geld aan opkomende landen-aandelenfondsen onttrokken. En ook in 2023 was de balans positief, aangezien er over de eerste elf maanden maar liefst 13 miljard euro naar de categorie stroomde. Echter, dit was met name te danken aan een sterk eerste half jaar toen de instroom bijna 19 miljard bedroeg. Het sentiment kantelde in de zomer en in de vijf daarop volgende maanden stroomde er weer ruim 5 miljard euro aan beleggersgeld weg.
Top 5
De top 5 van deze week geeft een overzicht van de vijf best presterende fondsen (waarvan een distributievergoedingsvrije aandelenklasse beschikbaar is in Nederland) in de Morningstar categorie Aandelen Opkomende Markten op basis van hun prestaties over 2023. Daarbij zijn alleen fondsen geselecteerd waarvan portefeuilledata bij Morningstar bekend zijn die niet ouder zijn dan drie maanden.
GQG Partners Emerging Markets Equity voert de ranglijst aan. Het fonds wordt beheerd door de vermaarde Rajiv Jain die jarenlang aan het roer stond van Vontobel’s Quality Growth boutique en daar furore maakte. In 2016 besloot hij Vontobel te verlaten en zijn eigen fondshuis op te richten, GQG Partners. Zijn al eerder bewezen benadering levert hier ook uitstekende prestaties op en het fonds ontvangt van Morningstar analisten dan ook een Morningstar Medalist Rating van Gold. Voor Jain is het beperken van verliezen een prioriteit en daarom zoekt hij naar bedrijven met een solide financiële basis die moeilijke economische periodes hebben doorstaan en waarvan de onderliggende industrie groeit. Daarbij is hij echter bereid om duidelijke keuzes te maken en sectoren of landen sterk te overwegen. Zo houdt Jain al enige tijd een flinke allocatie aan naar de energiesector, die 23 procent bedroeg per eind november 2023, een opvallende keuze voor een belegger die op zoek is naar kwaliteit en groei.
Daarnaast speelt India al lange tijd een belangrijke rol in Jain’s portefeuilles met een gewicht van 28 procent. In India nam Jain in maart posities in de diverse onderdelen van het Adani conglomeraat in nadat de aandelenkoersen fors waren gedaald, naar aanleiding van een kritisch rapport van de Amerikaanse short seller Hindenburg Research en zorgen over de financiële stabiliteit van de ondernemingen. In de loop van het jaar ebden de zorgen weg en de aandelen beleefden een sterke opleving als gevolg daarvan. Tot slot ruimt hij ook regelmatig een plekje in voor Westerse bedrijven, waaronder NVIDIA, TotalEnergies en ASML.
Een trede lager staat Polar Emerging Market Stars. Jorry Rask Nøddekær voert sinds de oprichting in 2018 het beheer over dit fonds en doet dit sinds 2020 samen met Naomi Waistell. Zij vormen samen met vijf andere leden het Emerging Markets & Asia Team van Polar Capital. Hun benadering is op groeibedrijven gericht waarbij ESG criteria ook een voorname plek innemen bij de aandelenselectie. Dit leidt tot een duidelijke overweging van de technologie sector in de portefeuille. Bedrijven zoals Samsung Electronics en Taiwan Semiconductor Manufacturing Co maken gezamenlijk 34 procent van de portefeuille uit versus een weging van 21 procent voor de Morningstar EM TME Index.
New Capital Emerging Markets Future Leaders bezet de laagste trede van het podium. Fondsbeheerders hiervan zijn Chris Chan en Fergus Argyle. Chan werkt sinds 2015 bij de New Capital, maar heeft in totaal ongeveer 14 jaar ervaring en werkte onder meer bij Signia Wealth en Blackfriars Asset Management. Argyle kwam in 2022 aan boord om dit fonds te gaan beheren en heeft ongeveer 13 jaar ervaring bij onder meer Somerset Capital, Mobius Capital en BlackRock. Het duo zoekt naar bedrijven die de potentie hebben om in de toekomst toonaangevend te zijn. Dat kunnen reeds gevestigde namen zijn zoals Samsung Electronics, Taiwan Semiconductor Manufactoring Co en Reliance Industries per eind december 2023. Echter, het kunnen evengoed small caps zijn, waarvan Totvs, Mytilineos en Bradespar voorbeelden zijn. Veel bedrijven die voldoen aan de criteria van het duo komen uit Latijns Amerika en het Midden-Oosten. Gezamenlijk zijn deze twee regio’s goed voor een allocatie van circa 55 procent, oftewel bijna drie keer zoveel als de Morningstar EM TME Index.
Ronald van Genderen is senior manager research analist bij Morningstar. Morningstar analyseert en beoordeelt beleggingsfondsen op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Morningstar is een van de kennispartners van Investment Officer en rangschikt wekelijks vijf beleggingsfondsen of aanbieders.