Terwijl aandelenmarkten nieuwe records zetten, zagen we ook een terugval in de langetermijnrente sinds eind-juni van dit jaar. De stijging van de obligatiekoersen toont aan dat obligatiebeleggers duidelijk meer bezorgd zijn over de nieuwe corona-variant dan de mogelijke inflatoire gevolgen van de fiscale en monetaire steunmaatregelen.
Dat schrijft Thomas DeFauw van Morningstar in zijn bijdrage voor deze week.
Dit is niet enkel het geval in de VS maar ook in Europa. De Duitse tienjaarsrente viel terug naar -0.5 procent op 4 augustus en sloot vrijdag 3 september af op -0,36 procent terwijl midden dit jaar diezelfde rente nog -0.2 procent bedroeg, gedreven door inflatie-zorgen. In Nederland zakte de rente naar -0.37 procent vorige maand nadat het even boven de 0 procent uitsteeg in mei. De Amerikaanse tienjaarsrente blijft nominaal positief en klokte vrijdag 3 september af op 1,33 procent.
Men zegt dat de obligatiemarkten vaker juist zitten met hun economische voorspellingen dan de aandelenmarkt. Wat we nu zien is dat obligatiebeleggers voorzichtiger worden in hun economische groeivooruitzichten gezien de snelle verspreiding van de delta-variant van het coronavirus, vooral in Zuidoost-Azië, waar steeds meer van onze consumptiegoederen worden geproduceerd. Aan de andere kant staan aandelenmarkten die vertrouwen tankten uit de sterke bedrijfsresultaten.
De lage rente toont ook aan dat de obligatiemarkten geloven dat de centrale banken geen haast hebben met een verhoging van de rente, omdat ze geloven dat de verhoogde inflatie slechts van tijdelijke aard is. Dat is vermoedelijk precies wat de Fed en de ECB ook hopen.
Een verstrenging van het huidige monetaire beleid om de inflatieverwachtingen in toom te houden, zou vermoedelijk leiden tot een ineenstorting van zowel aandelen- als obligatiemarkten. Bovendien zouden hogere interest-voeten ook de rentelasten van overheden en bedrijven de hoogte induwen. De rentegevoeligheid van de markten is de voorbije decennia enkel maar toegenomen en mogelijk aanhoudende hoge inflatie zou dan tot financiële instabiliteit kunnen leiden.
The Economist Intelligence Unit voorspelt dat de consumptieprijzen in 2021 met 2,5 procent in Duitsland en 2,1 procent in Nederland zullen stijgen terwijl de inflatieverwachtingen in de VS een pak hoger liggen op 3,6 procent maar voor Japan nog steeds wordt uitgegaan van een deflatiescenario.
Ondertussen wordt nog steeds gesproken over het afbouwen of zelfs stopzetten van de kwantitatieve versoepelingen. Hoewel zo goed als iedereen het ermee eens is dat deze liquiditeitsinjecties noodzakelijk waren om een depressie te vermijden zowel in 2008-2009 als tijdens de pandemie, bestaat er geen consensus of deze opkoopprogramma’s hebben bijgedragen aan economische groei of enkel aan de stijging van activaprijzen en daarmee ook de ongelijkheid.
Top-5
In de lijst van best presterende fondsen binnen de Morningstar categorie EUR Government Bonds over de eerste acht maanden van 2021 (waarvan een distributievergoedingvrije aandelenklasse beschikbaar is in Nederland) vindt analist Thomas Defauw enkele ETFs en indexfondsen, maar de lijst wordt aangevoerd door het Argenta-Fund Fonds d’Etat. Het fonds heeft in de Morningstar-classificatie twee sterren.
Dit fonds wordt beheerd door Sebastiaan Grenné. Tot de grootste vijf posities van het land hoort staatspapier van Portugal, Noorwegen, Italië en Spanje.
Binnen de top vijf zijn er ook twee ETFs van iShares, de dochteronderneming van BlackRock. Het 1,7 miljard euro grote iShares Euro Government Bond 3-5 Yr ETF werd gelanceerd eind-2006 en is genoteerd op Euronext Amsterdam.
Het volgt de Barclays Euro Government Bond 5yr Term index en de huidige portefeuille bestaat uit staatsobligaties uitgegeven door Frankrijk (28,3 procent), Duitsland (32,2 procent), Italië (27 procent), en Spanje (12,5 procent). De gewogen gemiddelde looptijd en yield-to-maturity bedraagt respectievelijk 4 jaar en -0,47 procent, terwijl die voor de iShares Euro Government Bond 5-7 Yr ETF logischerwijs hoger ligt op respectievelijk 6 jaar en -0,28 procent.
BE