pexels-monica-silvestre-1034597.jpg

Pensioenfondsen willen de onrust over de prestatievergoedingen die ze betalen aan private-equityfondsen wegnemen door meer verantwoording af te leggen en meer uitleg te geven over dilemma’s en afwegingen rond deze beleggingen. De pogingen om in internationaal verband deze vergoedingen aan te pakken zijn vooralsnog niet succesvol.

Dat schrijft minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen aan de Tweede Kamer. Mei 2022 had de Kamer een motie aangenomen die de regering verzocht in gesprek te gaan met pensioenfondsen “vanwege het uitkeren van torenhoge bonussen” aan private-equityhuizen “terwijl dit geld beter aan pensioendeelnemers kan worden gegeven”. Directe aanleiding voor de motie waren de prestatievergoedingen die de grote pensioenfondsen in 2021 betaalden: 6,9 miljard euro in totaal, op een in private equity belegd vermogen van grofweg 100 miljard euro.

December 2022 werd het kabinet nogmaals door de Kamer gemaand “actie te ondernemen om deze kosten substantieel te verlagen”. Minister Schouten maakt in de brief die ze donderdag naar de Tweede Kamer stuurde melding van diverse gespreksrondes met de sector, die de afgelopen anderhalf jaar hebben plaatsgevonden. ‘Een aantal pensioenfondsen gaf duidelijk aan dat die hoge prestatievergoedingen ook bij hen zwaar op de maag liggen’, zo schrijft de minister. ‘Ze vinden de vergoedingen niet uitlegbaar en het stuit deelnemers tegen de borst.’ Maar tegelijkertijd ‘is het ook moeilijk “om goede beleggingsmogelijkheden te laten lopen” en niet te benutten. Het benutten van dergelijke beleggingsmogelijkheden is immers ook in het belang van de deelnemer, zo geven sectorpartijen aan.’

Dramatische daling

Onlangs bleek uit het jaarlijkse rapport Werk in uitvoering bij pensioenfondsen, van adviesbureau Bell PCA, dat de prestatievergoedingen voor private equity in 2022 een dramatische daling hebben doorgemaakt. Wat uiteraard vrijwel geheel op het conto kan worden geschreven van de al even dramatische beleggingsresultaten in dat jaar. De in totaal uitgekeerde prestatievergoedingen daalden van 6,9 naar 1,6 miljard euro. Zo betaalde ABP, de grootste private-equitybelegger, in 2021 3,4 miljard euro aan prestatievergoedingen en in 2022 0,8 miljard euro. Pfzw zag de prestatievergoedingen dalen van een kleine 1,4 miljard naar ruim 350 miljoen euro en PMT betaalde in 2021 nog 545 miljoen en in 2021 nog maar 16 miljoen euro.

De minister schrijft dat ze erop heeft ‘aangedrongen dat de sector zich inspant om de hoogte van de prestatievergoedingen aan te pakken’, maar in een brief van een paar weken geleden geeft de Pensioenfederatie aan dat pensioenfondsen alleen actie hebben ondernomen als het gaat om het (beter) afleggen van verantwoording over de keuzes die fondsbesturen maken, en over meer en beter communiceren over dilemma’s en afwegingen rondom private-equitybeleggingen.

Acceptabel

Betere communicatie was ook een van de onderwerpen van het gesprek dat de Pensioenfederatie heeft gehad met de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), zo laat Marc van Voorst tot Voorst, plaatsvervangend directeur van de NVP, desgevraagd weten. ‘Wij hebben aangegeven dat het aan de beleggingscommissies van pensioenfondsen is om te besluiten in welke beleggingscategorieën zij beleggen en welke beleggingskosten zij daarbij acceptabel vinden gezien het verwachte rendement’, aldus Van Voorst tot Voorst. Overeenstemming was er over de noodzaak meer en beter te communiceren over de manier waarop private equity werkt. ‘De NVP zet zich al vele jaren actief in om het model beter uit te leggen en open te communiceren over private equity en venture capital. We hebben in dat gesprek de ambitie om dat te versterken nogmaals bevestigd.’

Geen animo

Daarnaast is de sector ook internationaal actief geweest om het onderwerp aan te kaarten. De Pensioenfederatie heeft onder meer gesproken met Deense en Finse pensioenfondsen. De federatie schrijft dat die pensioenfondsen ‘de discussie herkennen’ en dat de komende periode wordt verkend of gezamenlijk optrekken mogelijk is. Minister Schouten schrijft hierover dat ‘gebleken is dat dit vraagstuk vooral in Nederland speelt en in de Scandinavische landen slechts op kleinere schaal.’ Volgens haar trok de Pensioenfederatie daaruit de conclusie dat ‘er geen animo was bij deze partijen om verder over het onderwerp te spreken’.

Overigens maakte Schouten ook melding van afstemming met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over dit thema. Minister Adriaansens van EZK had deze zomer juist pensioenfondsen opgeroepen meer te beleggen in Nederlands venture capital, een vorm van private equity. Overigens ook in lijn met een wens van de Tweede Kamer. In reactie op die oproep wezen pensioenfondsen er vervolgens op dat aan die wens hoge kosten zijn verbonden. Een woordvoerder van het ABP zei bij die gelegenheid tegen het Financieele Dagblad: ‘Er zijn te veel fondsen die hoge beheerkosten en performance fees rekenen. Dat is voor ons niet uit te leggen aan de deelnemers.’

Gerelateerde artikelen:

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No