Triodos Investment Management heeft een private equity fund gelanceerd dat zich specifiek richt op biologische voeding en duurzame consumptiegoederen. Riella Hollander (foto) is de fondsmanager van het zogenoemde Triodos Organic Growth Fund.
Het gaat om een semi-open ended beleggingsfonds voor gekwalificeerde private en institutionele beleggers. Het is nadrukkelijk geen liefdadigheidsproject. De bedrijven moeten wel degelijk winst maken. Het fonds heeft een rendementsdoelstelling na kosten van 8 procent per jaar.
Het fonds is van start gegaan met 25 miljoen euro van onder meer Achmea maar ook een aantal stichtingen en private beleggers, licht Marilou van Golstein Brouwers, managing director van Triodos Investment Management toe.
Triodos hoopt dat het fonds over de jaren door kan groeien naar zo’n 150 miljoen euro. Beleggers kunnen één keer per kwartaal in- en uitstappen. Om dit mogelijk te maken zal het fonds altijd 10 procent liquide middelen aanhouden.
Geen einddatum
Triodos heeft in het verleden wel een meer traditioneel venture capital fonds gehad met een looptijd van 10 jaar dat zich richtte op deze sectoren. ‘Aan het eind van deze periode hoorden wij van de bedrijven waar we in participeerden dat ze het jammer vonden dat we niet langer konden blijven’, aldus Van Golstein Brouwers. Het fonds dat Triodos nu gelanceerd heeft, richt zich daarom echt op investeringen voor de lange termijn.
Triodos heeft naast het nieuwe fonds nog een aantal private equity fondsen specifiek voor microfinancieringen en duurzame energie.
Er is nu voor de sector van biologische voeding en duurzame consumentengoederen gekozen, omdat de belangstelling van consumenten voor deze producten enorm toeneemt. In Nederland was er vorig jaar sprake van een groei van deze bedrijven van maar liefst 15 procent, aldus Hollander. Hier komt bij dat er onder bedrijven actief in de biologische voeding en duurzame consumptiegoederen grote behoefte is aan kapitaal voor de langere termijn, zegt ze.
Kapitaalbehoefte
Voor start-ups in de betreffende sectoren zijn wel Angel investors of venture capital-beleggers te vinden, maar voor meer volwassen bedrijven is het veel lastiger aan lange termijn kapitaal te komen.
Omdat het fonds voor langere termijn instapt, worden bedrijven van te voren heel grondig gescreend en stelt het fonds als voorwaarde voor haar investering dat ze een zetel in de raad van commissarissen krijgt.
Veel beleggers zijn volgens van Golstein Brouwers en Hollander te veel gericht op de korte termijn, waardoor CEO’s gedwongen worden te veel op de korte termijn te sturen.
De bedrijven in de sector biologische voeding en duurzame consumptiegoederen zijn vaak bedrijven die sterk waarden gedreven zijn en waarbij korte termijn investeringen en de bijbehorende korte termijn verwachtingen inbreuk doen op de waarden van het bedrijf, vinden ze.
Significante minderheidsbelangen
Het nieuwe fonds richt zich op significante minderheidsbelangen van 20 tot 25 procent. Uiteraard is een exit ook mogelijk, maar dit moet dan echt het beste zijn voor alle stakeholders.
Het universum bestaat uit Europese bedrijven actief in de biologische voeding en duurzame consumptiegoederen met een omzet van minimaal 10 miljoen euro. Boerenbedrijven zijn uitgesloten, want daar heeft Triodos een apart fonds voor. Bovendien hebben zij over het algemeen meer behoefte aan vreemd vermogen, aldus Hollander. Je moet volgens haar dus denken aan alles na de boeren, dus groothandel, producenten en retail.
‘We zijn nog bezig het hele universum in kaart te brengen, maar tot nu toe hebben we een zestigtal bedrijven in beeld.’ Ze verwacht begin februari de eerste transactie te kunnen aankondigen en in maart de tweede. In eerste instantie zal dat om wat grotere bedrijven gaan met omzetten tussen de 70 en 100 miljoen euro per jaar.
Europa
Het fonds richt zich op Europa en niet op de VS omdat daar de consolidatie in deze sector al veel verder is.
Hollander: ‘In de VS zijn veel van dit soort bedrijven al opgeslokt door grotere corporates. Dat is iets wat wij hier graag willen voorkomen, omdat dat vaak gepaard gaat met een erosie van de waarden. In plaats van 100 procent biologisch worden conventionele ingrediënten toegevoegd bijvoorbeeld om te kosten te drukken.’