Flexibele fondsen - ook wel ‘unconstrained’ of ‘go anywhere‘ fondsen genoemd - waren afgelopen jaar vanwege de oplopende rentes en hoge aandelenwaarderingen sterk in trek, maar lijken nu steeds meer moeite te hebben om een goede bestemming voor het geld te vinden.
De hoge cashpositie in fondsen van onder meer JPMorgan en GMO suggereert dat de managers van deze fondsen voorsorteren op een marktcorrectie.
Afgelopen jaar stroomde er volgens het Amerikaanse onderzoeks- en adviesbureau Cerulli 23,5 miljard euro in flexibele obligatiefondsen. Het beheerd vermogen van deze fondsen steeg daardoor met ruim 30 procent ten opzichte van eind 2012.
Go anywhere
‘Beleggers zijn gevlucht naar go anywhere-obligatiefondsen, omdat deze in allerlei soorten vastrentende producten kunnen beleggen, waaronder bedrijfsobligaties van de allerlaagste kwaliteit. Ook beschikken ze over meer mogelijkheden om te profiteren van renteverhogingen’, zegt Cerulli-onderzoekster Barbara Wall.
Maar waar high yield-obligaties in 2013 nog ‘the place to be’ waren en staatsobligaties van landen uit de Europese periferie massaal in de armen werden gesloten, lijken aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden binnen vastrentende waarden nu ver te zoeken.
Flexibele obligatiefondsen worden daarom nu geconfronteerd met uitstroom, zoals nu al maanden op rij het geval is bij het Pimco Unconstrained Fund.
57,6 procent cash
Of ze schuilen in toenemende mate in cash. JP Morgans grootste flexibele obligatiefonds is daar een goed voorbeeld van. Het Income Opportunity Fund van het Amerikaanse fondshuis hield eind maart maar liefst 57,6 procent van de ruim 10 miljard dollar onder beheer in cash aan.
In de meest recente fact sheet stelt fondsmanager William Eigen dat de cashpositie vooral dient als ‘hedge’ tegen oplopende rentes en de als gevolg daarvan verwachte volatiliteit. Het vermogen dat wél belegd wordt, is vrijwel geheel gealloceerd naar bedrijfsobligaties.
Junk obligaties
Daarbij gaat het in toenemende mate om obligaties van bedrijven met de laagste kredietoordelen omdat die volgens Eigen nog steeds een ‘aantrekkelijke compensatie’ bieden voor het risico. Dit vanwege het lage aantal verwachte defaults en goede fundamentals van deze bedrijven.
Naast deze flexibele obligatiefondsen zijn er ook multi-asset fondsen die op dit moment een grote cashpositie aanhouden. Zo zit het GMO Benchmark-Free Allocation Fund (per eind maart) voor zo’n 30 procent in cash en cash-achtige strategieën.
‘Een hoge cashpositie verzacht de impact van een beurscrash’, zegt Peter Chiappinelli (foto), lid van GMO’s asset allocatieteam, in een gesprek met Fondsnieuws. ‘Direct voorafgaand aan de financiële crisis was dit zelfs zo’n 43 procent. Daardoor bleef het verlies voor het fonds in 2008 beperkt tot slechts 12 procent.’
‘Schuilen kan niet meer’
De beleggingsspecialist verwacht de cashpositie ook nu weer verder te verhogen, want veilig schuilen kunnen beleggers nu nergens meer. ‘In 2009 boden staatsobligaties van bijvoorbeeld Duitsland nog bescherming, maar daar is bij de huidige lage rente geen sprake meer van.’
GMO verwacht voor de komende zeven jaar een reëel rendement van 0,4 procent per jaar op Amerikaanse staatsobligaties, en zelfs een negatief rendement van 1,4 procent op Bunds. Ook het kopen van Nederlandse obligaties lijkt Chiappinelli niet verstandig, aangezien de rente om en de nabij het ‘laagste niveau in 300 jaar’ staat.
Verder is de rente op high yields nog nooit zo laag geweest als nu, stelt hij.
‘Niets is meer juist geprijsd. De spread op AAA-obligaties van Johnson & Johnson bijvoorbeeld zijn nu nog minder dan een procent.’
Grote frustatie
Hij wijst met de beschuldigende vinger naar voormalig Federal Reserve-voorzitter Ben Bernanke. ‘Die heeft de perceptie van risico in de markt volledig verstoord. Dat is onze grote frustratie.’
Op de vraag of GMO niet wat vroeg is met het innemen van zo’n forse cashpositie, antwoordt de specialist: ‘Natuurlijk kunnen assets die nu te duur zijn, op korte termijn nog verder in waarde stijgen. Wij beleggen echter voor de lange termijn, en de geschiedenis leert dat waarderingen uiteindelijk naar hun trend terugkeren.’
‘We zijn daarom liever vroeg dan te laat, want je weet maar nooit wanneer de duivel zijn geld terug wil.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: