De zelfstandige vermogensbeheerder die het geld van zijn klanten écht wil laten renderen, moet niet rond een index blijven hangen. ‘Om inflatie en belasting goed te maken is er al circa 4 procent rendement nodig. Daarmee blijft het vermogen slechts in stand. Vanaf 10 procent wordt het leuk en de moeite van alle inspanning waard.’
‘Dat gaat een beheerder niet lukken met indexfondsen’, stelt Ijs van Leijen (links op deze foto), oprichter en bestuurder van de VermogensMeesters, in een gesprek met Fondsnieuws. Het kostte van Leijen en zijn enige collega Eric de Vrij (rechts) vijftien jaar om tot dat inzicht te komen.
‘Net als veel andere vermogensbeheerders waren wij lang bezig om volgens de klassieke asset allocatiemodellen en risicoprofielen ons werk te doen. Je redt het niet als je maar rondom een index blijft hangen’, zegt van Leijen. De VermogensMeesters streeft nu naar een gemiddeld rendement van 10 procent.
Om dat doel te halen beleggen de “meesters” alleen in aandelen uit Noord-West Europa. Sinds van Leijen de beleggingsstrategie in 2017 heeft omgegooid staat het gemiddelde jaarlijkse rendement op 20,2 procent.
Methode
In 2002 startte Van Leijen zijn bedrijf met de gedachte klanten te begeleiden naar goede vermogensbeheerders. Ondertussen heeft de onderneming een adviesmodule voor semi-institutionele partijen en beheermodule voor vermogende particulieren met een gezamelijke omvang van 400 miljoen onder toezicht van het AFM.
Het duurde even voordat de in Rotterdam gevestigde tweemans organisatie grip kreeg op de juiste beleggingsstrategie. In 2017 viel het kwartje pas écht, het roer ging om. Van Leijen wilde ‘met opgeheven hoofd kunnen factureren aan de klant’. ‘Wij moeten eigenhandig bedrijven selecteren die het perspectief hebben op een enorme stijging van de winst per aandeel.’
Als 10 procent het doel is kom je snel terecht in de tech, fintech en industrials. ‘Waardeaandelen hebben voor ons geen waarde’, stelt van Leijen. De VermogensMeesters wil beleggen in bedrijven die minimaal 10 procent winstgroei per jaar realiseren.
‘Multiple stijgingen zoals de koers/winstverhoudingen vliegen alle kanten op. Wij zoeken doorlopend naar Noord-Europese bedrijven met meer dan 8 procent omzetgroei. Als die omzetgroei goed correleert met de winstgroei is dat een reden om een bedrijf in de gaten te houden. Ook de correlatie met de koers is van belang. Er moet samenhang zijn tussen die drie parameters.’
Focus op Ebitda
Van Leijen deed ook belangrijke ervaringen op bij de grote private equity fondshuizen. ‘Daar zijn onze ogen geopend. In private equity hoor je niemand mopperen als 10 of 12 maal de Ebitda (de winst voor de aftrek van rente, belastingen, afschrijving en afboekingen) betaald moet worden voor een aandeel. Zolang de Ebitda stijgt, is er voor ons totaal geen probleem.’
‘Hoge prijzen voor aandelen zijn geen probleem zolang dat ondersteunt wordt door groeiende omzet en winstcijfers. De gewone belegger is te geconcentreerd op de koerswinstverhouding en volatiliteit in de markt. Ons interesseert die markt niet zoveel. Ebitda stijging is waar we op focussen.’
Van Leijen vervolgt: ‘Daarnaast is de liquiditeit van de posities een belangrijk punt stelt van Leijen. ‘We willen niet te lang doen over het opbouwen van een positie. Ook uitstappen moet niet te lang hoeven duren.’ Dat is een reden dat de vermogensmeesters niet in té kleine bedrijven zitten. ‘Een bedrijf moet sowieso minimaal 3 jaar bestaan plus trackrecord van de periode voor de beursnotering. Microbedrijven laten we aan ons voorbij gaan.’
Slechts één risicoprofiel
‘Wij verkopen alle kleuren auto’s als ze maar zwart zijn’, grapt van Leijen. Onwaar is het niet, De VermogensMeesters biedt één smaak aan: mid- en smallcap aandelen in Noord-West Europa. Voor de 25 klanten, bestaande uit zowel institutionele partijen als vermogende particulieren, is dat geen probleem.
‘Dat profiel is offensief, maar onze klanten kunnen zich dat permiteren. En we vergewissen ons ervan dat onze klanten een minimale beleggingshorizon van vijf jaar hebben, anders doen we het niet. We hebben de beste klik met ondernemende klanten die ervaring hebben in de financiële wereld.’
‘Wij zijn niet in staat om beursgenoteerde bedrijven te kopen om vervolgens het management te sturen. Ook een crash kunnen we niet voorkomen en dat ons portfolio daardoor geraakt kan worden is logisch. Maar, zolang de bedrijven waarin je belegt geen cash-flow problemen hebben en je focust op de Ebitda, hoeft dat geen probleem te zijn. Dat was het vorig jaar in maart dan ook niet, we kwamen sneller terug dan de markt.‘
‘Wij hebben maar één zorg’, stelt van Leijen. ‘Er moeten genoeg beursgenoteerde ondernemingen blijven met up-side. We zien dat large caps steeds meer aan het graaien zijn in de emmer met beursgenoteerde bedrijven en hetzelfde geldt voor private equity. Wij denken dat we deze strategie in ieder geval nog vijf jaar kunnen volhouden.’
Zelfstandigheid
Van Leijen benadrukt geen noodzaak te hebben om op te gaan in een grotere partij om goed renderende beleggingsstrategieën uit te rollen, ‘dat kan prima met twee mensen’. ‘Wij zullen in de toekomst misschien wel een extra analist aantrekken. Dan kun je nog iets dieper in die bedrijven spitten, maar we hoeven absoluut geen onderdeel te zijn van een grotere organisatie’.
De beleggingsbeslissingen van de VermogensMeesters zijn grotendeels protocollair vastgelegd. ‘Als je als belegger goed nadenkt over de criteria waaraan de selectie van je bedrijven moet voldoen, ben je daarna alleen nog maar bezig met het controleren van de criteria. De rest doet de computer.’
Voor het beheer van portefeuilles vanaf 1 miljoen rekent de VermogensMeesters een basisfee van 0,5 procent en een prestatievergoeding van 10 procent. Een andere beheervariant is een performancefee van 20 procent met een hurdle van 6 procent.