Het desinvesteren van belangen in fossiele brandstofbedrijven om iets te doen aan het klimaatprobleem, is volgens de topman van een van ‘s werelds grootste fondshuizen niet het juiste antwoord.
Volgens Bill McNabb, de CEO van het Amerikaanse Vanguard, ontnemen beleggers zichzelf daarmee de kans om oliebedrijven te beïnvloeden.
Als de beweging die oproept tot desinvesteren erin slaagt de aandelenkoersen van oliebedrijven onder druk te zetten, dan resulteert dat enkel in een nieuwe generatie van oliebaronnen. ‘Ik snap de theorie met betrekking tot de kosten voor kapitaal, maar ik heb het nog nooit zien werken’, aldus McNabb tegen de Financial Times. ‘Bedrijven zullen in private handen vallen, en de private equity mensen en de management team worden dan ongelooflijk rijk.’
Hij vervolgt: ‘Je hebt iets dat publiekelijk en transparant is en maakt het privaat en schimmig, en een vehikel dat rijkdom creëert voor een kleine groep individuen.’
McNabb reageert op de toenemende druk op beleggers als Amerikaanse universiteiten en pensioenfondsen om niet langer fossiele brandstofbedrijven te steunen door erin te beleggen.
Rockefeller
Studentenbewegingen hebben universiteiten waaronden Yale en de London School of Economics overgehaald hun posities in de zwaarste CO2-producerende bedrijven te verkopen. Eerder dit jaar maakte het Rockefeller Brother Fund bekend uit fossiel te stappen. Dit fonds beheert het fortuin van enkele erfgenamen van oliebaron John D. Rockefeller.
De beweging 350.org claimt volgens de FT dat meer dan 500 institutionele beleggers met in totaal 3400 miljard dollar onder beheer zich op enigerlei wijze hebben gecommiteerd aan desinvesteringen. Een jaar geleden waren dit er nog 181 met 50 miljard onder beheer.
Volgens de beweging is desinvesteren een beter drukmiddel dan engagement, omdat hun het hun aandelenkoers raakt.
Maar McNabb is sceptisch hierover. ‘Er is geen impact op het inkomen of de balans van het bedrijf. Je stuurt geen signaal naar het bedrijf. Je kunt beter eigenaar blijven en de dialoog aangaan.’
Het debat over het desinvesteren van belangen in fossiele brandstofbedrijven is intenser geworden na het klimaatakkoord in Parijs afgelopen december.