vanguard_vanstone_simon.jpg

De prijzenoorlog die op dit moment tussen aanbieders van passieve producten plaatsvindt, zal doorgaan totdat er echt geen kostenreducties meer te plegen zijn.

Dat zegt de Amerikaanse coöperatieve aanbieder van passieve producten, Vanguard, in een gesprek met Fondsnieuws.

Volgens Simon Vanstone, die verantwoordelijk is voor institutionele sales in Europa, zal die trend uiteindelijk de aanbieders van ETF’s en indexproducten ook in de kaart spelen. 

Missie: Kostenreductie

Tijdens een gesprek in Amsterdam vult Vanguard-adviseur Charles Ellis ook aan dat het de missie van de door John Bogle opgerichte coöperatieve onderneming is om de kosten van indexproducten voortdurend te verlagen, ‘ook als dat tegen ons eigen bedrijfsbelang zou ingaan’.

Volgens Vanstone worden na de institutionele partijen ook de particuliere beleggers steeds kostenbewuster. Kosten kan je namelijk wel sturen en rendementen niet. Daarom is kostenbeheersing essentieel voor het rendement op einddatum, stelt de Engelsman.

Fees omlaag

 

 

Vanguard en iShares zijn bezig de kosten van hun producten te verlagen, zowel in Europa als in de VS. Dat raakt weliswaar het bedrijfsresultaat van deze beide aanbieders, maar het zet vooral ook grote druk op actieve fondshuizen en de kosten die zij in rekening brengen. De fees voor passieve producten zijn inmiddels verlaagd tot 15 à 20 basispunten.

Indexfondsen van Vanguard liggen in Nederland ondermeer op het schap bij Rabobank, terwijl ze ook worden aangeboden door een partij als Meesman Investments.

De bijeenkomst voor professionele beleggers die Vanguard in Amsterdam werd opgeluisterd oor Charles Ellis. Hij is een invloedrijk adviseur van tal van beleggingsinstellingen en asset managers, alsook van Vanguard.

Ellis, schrijver van de bestseller ‘Winning the loser’s game’, stelt dat je de markt niet duurzaam kunt verslaan en dat je daarom vooral gefocust moet zijn op beheersing van de kosten. 

Actieve manager

 

Vanstone en Ellis hebben de overtuiging dat de tijd in het voordeel van passieve producten speelt. Naast nieuwe regelgeving, zoals het provisieverbod in Nederland, wijst Vanstone op de verschuiving van vaste pensioenen naar beschikbare premieregelingen, waardoor deelnemers steeds meer zelf verantwoordelijk worden voor hun pensioen.

Maar ook wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat veel actieve managers de index niet kunnen verslaan. Ellis stelt dat in een ‘gewoon’ jaar 60 procent de index niet weet te verslaan en dat dat 70 procent over tien en 80 procent over twintig jaar is.

Passieve strategieën

Dit inzicht leidt zowel onder actieve als passieve managers tot een groeiende interesse van Europese beleggers in passieve (goedkopere) strategieën. ‘En Vanguard neemt een significant deel van deze markt in’, aldus Vanstone. 

Hij noemt de Nederlandse institutionele belegger ‘hoog ontwikkeld’. Waar in het Verenigd Koninkrijk het contact vaak bijvoorbeeld nog loopt via de administrateur van een pensioenfonds, in Nederland is de gesprekspartner vaker een gespecialiseerd iemand aangesteld ‘om de beleggingsstrategie implementeren’.

Vanguard heeft 2400 miljard dollar onder beheer en is een van de grootste aanbieders ter wereld van passieve beleggingsproducten, zoals indexfondsen en ETFs. Van de 14.000 werknemers van Vanguard werken er 170 in Londen. In Amsterdam werken vijf mensen onder leiding van Wim van Zwol.

Het overgrote deel van het vermogen beheert Vanguard voor Amerikaanse klanten, maar de fondsbeheerder is recentelijk ook actiever geworden op de Europese markt die op het terrein van passief beleggen nog een grote achterstand ten opzichte van de VS heeft in te halen.

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No