Koen Laarhoven, Vermogensbeheer.nl
2Dstudios-9573.jpg

Vergelijkingswebsites zijn populair in Nederland - er zijn namelijk niet veel landen waar het kostenbewustzijn zo hoog is als hier. Ook in de wereld van het (onafhankelijk) vermogensbeheer neemt het aantal vergelijkingswebsites toe, terwijl de kritiek ook vaker naar buiten komt. Koen Laarhoven van Vermogensbeheer.nl en Bart Spronk van Finner dienen de critici van repliek.

Transparantie is in de wereld van het vermogensbeheer een terugkerend punt van discussie. Nu naar het gevoel van vermogende particulieren de dienstverlening van banken schameler wordt, overwegen veel particulieren uit te wijken naar een onafhankelijke vermogensbeheerder. Dat zijn er in Nederland naar schatting 120.

De vergelijkingssites zijn kritisch over de transparantie die vermogensbeheerders op hun websites aan de dag leggen en op hun beurt is onder onafhankelijke vermogensbeheerders ook kritiek te horen op de vergelijkingswebsites, zoals recentelijk Han Dieperink - kennisexpert van Fondsnieuws - in een bijdrage liet blijken.

Hij en ook een onbekend aantal anderen zijn van mening dat de vergelijkingswebsites op basis van te simpele parameters vermogensbeheerders vergelijken: performance en kosten. ‘Maar in de praktijk blijkt maar al te vaak dat appels met peren worden vergeleken. Meer rendement blijkt in de praktijk vaak ook meer risico. Bovendien staat bij elke rendementsvergelijking dat u daar de vermogensbeheerder niet op moet selecteren, want rendementen uit het verleden geven immers geen garantie voor de toekomst’, aldus Dieperink.

Voor de redactie van Fondsnieuws was de kritiek reden om zowel bij marktpartijen als bij de AFM om een reactie te vragen. Directeur Koen Laarhoven (foto) van Vermogensbeheer.nl ging op de kritiek nader in. Dat deed ook Bart Spronk, mede-oprichter van Finner.

Het verdienmodel achter leads

Een vergelijkingswebsite heeft een online omgeving waar bezoekers die verschillende partijen willen vergelijken gratis gebruik kunnen maken van de data die voorhanden is op de sites van die vermogensbeheerders. Op basis van onder andere het te beleggen bedrag, het beleggingsprofiel, performance en ervaringen kunnen marktpartijen daar met elkaar worden vergeleken. De transparantie van partijen speelt daarbij een belangrijke rol, zegt Laarhoven, medeoprichter van vergelijkingswebsite Vermogensbeheer.nl, tegenover Fondsnieuws.

‘98 procent van de bezoekers van onze website maakt zelfstandig gebruik van de data op onze site. De overige twee procent klopt daadwerkelijk aan bij ons. Voor die mensen maken wij handmatig een lijst van vijf vermogensbeheerders. Op dat moment verstrekt een vergelijker nog steeds geen “leads” en zijn er dus geen inkomsten’, stelt Laarhoven.

Het verdienmodel achter leads is simpel, legt Laarhoven uit. Als klanten aangeven te willen praten met partijen uit de shortlist, is er sprake van een lead. Hij stelt dat vergelijkingswebsites aan regels moeten voldoen als het gaat om de leadvergoeding. Zo moet de leadvergoeding voor elke beheerder gelijk zijn, moet deze eenmalig zijn en mag deze niet gerelateerd zijn aan de verdiensten van de beheerder, benadrukt Laarhoven. De lead zelf moet ook commercieel onzeker zijn, in de zin dat de beheerder het risico loopt dat de prospect van een klantrelatie afziet.

De transparantieparadox

De laatste tijd is er veel te doen over de transparantie van deze vergelijkers. Een van de claims is dat partijen waar geen zaken mee gedaan worden, slechter of zelfs helemaal niet uit de vergelijkingen op hun sites komen. Maar volgens Laarhoven ligt dat genuanceerder: ‘partijen moeten hun zaken op orde hebben, vermogensbeheerders die niet transparant zijn willen gewoon niet vergeleken worden’.

Beperkte transparantie vanuit vermogensbeheerders aangaande rendementen of andere performance indicatoren zijn voor vergelijkers een reden om lagere scores uit te delen, erkent Laarhoven. 

De beheerders met een sterke organisatie, met een goed bestuur en goede performance hebben geen last van ons. Vermogensbeheerders die last hebben van ons vertellen het liefst op de golfbaan dat iemand met zijn tonnetjes naar hen toe moet’, zegt Laarhoven in een scherpe reactie op zijn criticasters. ‘Het maakt ons niet uit of we een lead naar beheerder A, B of C sturen, omdat onze vergoeding gelijk is en er altijd wel een kwalitatief alternatief beschikbaar is’ benadrukt hij. ‘Het gaat uiteindelijk om kwaliteit. Om daar achter te komen is transparantie cruciaal.’

Dat een partij slechter uit de bus komt, komt dus niet door de absentie van een samenwerking. Absentie van een samenwerking komt voort uit beperkte transparantie, oordeelt Laarhoven.

Vergelijking op basis van zelfgekozen criteria

‘Mensen die besloten hebben hun vermogen te laten beheren door professionals kunnen op onze site verschillende partijen vergelijken op basis van criteria die men zelf belangrijk vindt. Alle partijen worden immers volgens hetzelfde format beschreven. Objectiviteit, die op geen enkele wijze samenhangt aan het al dan niet bestaan van een samenwerking. Daarom bestaan er ook partijen met de hoogste rating, waarmee geen samenwerking bestaat’, stelt Laarhoven.  

‘Bezoekers kunnen ook via onze website een short-list aanvragen die op basis van een vragenlijst en een interview wordt samengesteld door ons. Als een klant vervolgens kiest om met een of meerdere partijen in gesprek te gaan dan sturen wij deze “lead” naar de desbetreffende vermogensbeheerder. Daar verdienen wij ons geld aan.’

Reactie Finner 

Bart Spronk, mede-oprichter van Finner, antwoordt schriftelijk op vragen van Fondsnieuws. Hij stelt dat de vergelijkingssite alle vermogensbeheerders in Nederland die onder toezicht staan van de AFM in zijn vergelijkingen opneemt. ‘Alle partijen kunnen gratis gegevens aanleveren en beoordeeld worden. Hiermee zijn er geen commerciële drempels om mee te draaien in de vergelijking. Partijen die nog geen data delen zijn welkom om de proef op de som te nemen. Wanneer partijen geen gegevens beschikbaar stellen baseren wij ons op basis van openbare gegevens.’ 

Finner zegt jaarlijks op basis van 80 criteria ‘de kwaliteit en de transparantie van de dienstverlening van een vermogensbeheerder te toetsen’. Dat neemt volgens Finner elk jaar zo’n 4 maanden in beslag. ‘Wij valideren in dit proces alle gegevens van de partij, zoals kosten, rendement, risico en de beleggingsportefeuilles. Dit doen wij zodat de consument kan vertrouwen op de vergelijking en gegevens die wij tonen.’ Als het tot een lead komt, krijgt Finner een eenmalige vaste leadvergoeding die voor alle partijen gelijk is.’

Over de methode waarin kosten en netto-resultaten van vermogensbeheerders wordt berekend, zegt Finner in zijn schriftelijke reactie: ‘Wij vergelijken de kosten conform Mifid II (inclusief BTW). Voor elk inlegbedrag en risicoprofiel wordt een TCO (Total Cost of Ownership) berekent en klanten kunnen zelfs de kosten over tijd zien. Daarnaast vergelijken wij netto rendementen, bij partijen die bruto rendementen communiceren brengt onze software de kosten in mindering. Wij maken als enige partij ook alle risico-statistieken inzichtelijk. In onze analyses kunnen klanten op deze manier ook risicogewogen profielen met elkaar vergelijken.’

AFM: Sommige beheerders zijn transparanter dan anderen
De AFM stelt in een reactie dat alle beleggingsondernemingen onderworpen zijn aan transparantievereisten. Maar, niet elke beleggingsonderneming vermeldt op de website welk rendement bij welk risicoprofiel is behaald, dus hoe ‘goed’ ze zijn geweest in het beheren van vermogens van hun klanten.  Ze zijn ook niet wettelijk verplicht om dit te doen. Een factor die hierbij meespeelt is dat veel beleggingsondernemingen niet werken met standaard portefeuilles, maar dat de portefeuilles van klanten onderling kunnen verschillen qua risicoprofiel, qua moment van aankoop/verkoop, qua individuele beleggingen. Dit heeft dan natuurlijk ook verschillende beleggingsresultaten tot gevolg, die onderling niet altijd goed vergelijkbaar zijn. Sommige beleggingsondernemingen, die meer werken met standaard portefeuilles per risicocategorie, kunnen makkelijker laten zien welk rendement ze behaald hebben per risicoprofiel in een bepaalde periode. Die zijn, in termen van de vergelijkingswebsites, dus “transparanter” over hun resultaten dan anderen.’ 
Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No