Ewout van Schaick, NN IP
Ewout.van_.Schaick_2019_scene_001.png

Multi-asset beleggers moeten jongleren om de complexe marktomstandigheden het hoofd te bieden. Voornamelijk het vastrentende gedeelte van de portefeuilles komt steeds meer onder druk te staan. ‘In 2021 mochten beleggers zich voor het eerst terecht afvragen wat een obligatie in de portefeuille moet.’

Obligaties moeten twee doelen bewerkstelligen: het creëren van rendement en het inbouwen van stabiliteit in de portefeuille. Hoewel Duitse en Nederlandse tienjaarsobligaties afgelopen week een tweemaandelijks record aantikten van respectievelijk -0,4 procent en 0,23 procent, is de obligatiemarkt vooralsnog een schrale akker. De rendementen staan al lange tijd onder druk en er wordt uitgeweken naar alternatieven in de “search for yield”.

Volgens Ewout van Schaick, hoofd van multi asset bij NN Investment Partners (NN IP), was het afgelopen jaar een jaar waarin men zich voor het eerst terecht mocht afvragen of obligaties nog bestaansrecht hebben in portefeuilles. Bestaansrecht hebben ze nog, vindt van Schaick. ‘Een gediversifieerde portefeuille heeft nog altijd veilige assets nodig.’ Volgens hem zijn er weinig alternatieven die zo goed beschermen tegen het klassieke risk-off scenario als staatsobligaties, ‘maar het wordt steeds moeilijker te verdedigen om daar heel veel geld naar te alloceren’, erkent hij.

‘De rol van obligaties wordt nu bij NN IP tegen het licht gehouden en andere beleggingscategorieen worden toegevoegd. Neem bijvoorbeeld goud, dat zou een betere hedge kunnen zijn tegen een inflatiescenario. Wij beleggen onder andere ook in CO2 emissierechten via ETF’s.’  

Alternatieve beleggingen?

Het toevoegen van alternatieve beleggingen is meer een antwoord op het dalende rendement dan op het diversificatie vraagstuk, stelt van Schaick. ‘Als het fout gaat zijn illiquide alternatieven zoals private equity, infrastructuur en vastgoed, uiteindelijk ook gecorreleerd met aandelen. Toch kunnen illiquide alternatieven, zeker aan de creditkant, een goede compensatie bieden voor het dalende rendement op het fixed income gedeelte van de portefeuille. Die hebben een lagere duratie en zijn minder rentegevoelig.’

Van Schaick vervolgt: ‘Binnen fixed income zien we dat op dit moment dat de duratie wordt verkocht om het renterisico te hedgen. Daar waar je vroeger als fixed income belegger helemaal niet zo lette op de rentecurve is die tegenwoordig wel van belang. Je ziet de rente oplopen in het midden van de curve, en hij vervlakt een beetje. Je moet om die reden wegblijven bij dat midden.’

‘Wij vinden high-yield nog steeds interessant binnen het creditlandschap. High-yield rendeert nog steeds zeer gunstig. De balansen zijn nog goed, er is overheidssteun geweest, en de rendementen zijn nog altijd het risico waard. High-yield zal nog wel positief eindigen, maar de 8 of 9 procent die we gewend zijn van die categorie zijn verleden tijd’, aldus van Schaick.

Over klassieke investment grade obligaties is hij echter minder te spreken. Hij stelt dat er eigenlijk geen reden meer is om die beleggingscategorie te kopen, ‘het is de minst aantrekkelijke beleggingscategorie’. Volgens van Schaick geven bedrijven steeds meer langlopende obligaties uit waardoor beleggers blootgesteld zijn aan hetzelfde duratierisico als bij staatsobligaties.

Aandelen

Wat betreft aandelen is van Schaick positiever over Europa dan de VS. Zijn verwachting is dat er een einde zal komen aan de eindeloze outperformance van aandelen in de VS. Het argument: In Europa zal de rente wat geleidelijker oplopen en is het corona herstel minder ver weg.

‘Europa is op dit moment 30 procent goedkoper dan de VS, dat is historisch. Wij verlagen de exposure naar Amerikaanse (groei)aandelen en zijn positiever over traditionele Europese waardeaandelen. Met een klassiek Europees dividendaandeel is je blootstelling veel minder rentegevoelig. Echter, we zitten te ver in de economische cyclus om écht “hallelujah” te zijn over aandelen in het algemeen. Aandelen zullen nog positief renderen dit jaar, maar met minder dan 10 procent.’  

Op de vraag of NN IP blootstelling zoekt naar opkomende markten is het antwoord negatief. Opkomende markten zijn erg goedkoop, aldus van Schaick, maar voor blootstelling naar die markten is het volgens hem nog veel te vroeg. ‘Het is daar veel te onrustig. Opkomende markten blijven al 10 jaar lang achter bij ontwikkelde markten. Je hoeft daar geen bottom fish te gaan zoeken. Opkomende markten hebben veel langere cycli dan ontwikkelde markten. Rustig afwachten is veel slimmer.’

Een correctie op de aandelenmarkt verwacht hij nog in 2022. ‘We gaan ervan uit dat de Omnicron-variant niet heel heftig zal uitpakken en dat we positieve economische groei zullen zien met meer consumptie en meer investeringen. Echte grote correcties verwacht ik pas in 2023.’

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No