Het mag gerust de nachtmerrie van elke ondernemer heten: een inval door de Fiod wegens een verdenking van fraude. Hoe houd je de reputatieschade in dat geval zo klein mogelijk?
‘Finles was bijzonder verrast over de doorzoeking van de FIOD’, klonk het begin januari in een persbericht. De van fraude met dividendbelasting verdachte beleggingsinstelling schreef de uitslag van het OM-onderzoek met vertrouwen tegemoet te zien, maar vroeg nog geen maand later surseance van betaling aan.
Box Consultants werd op haar beurt in 2015 geconfronteerd met een strafrechtelijk onderzoek. Lange tijd bleef het onder de pet, tot het Financieele Dagblad in januari publiceerde over de inval.
Kunnen vermogensbeheerders een crisis als deze te boven komen? En maakt de manier van aanpak daarbij een verschil? Charles Huijskens meent van wel. Met zijn bedrijf HuijskensBickerton staat hij bedrijven bij als het gaat om reputatiemanagement.
Een situatie zoals bij Finles of Box Consultants heeft hij van dichtbij meegemaakt, al wil hij niet zeggen om welke bedrijven dit gaat. Wel dat die ervaring hem heeft geleerd dat het beter is zelf de regie te houden.
En dat is precies waar volgens hem de schoen wringt bij Box Consultants. De keuze om in de periode tussen de inval en de FD-publicatie te zwijgen, past bij een defensieve strategie. Huijskens: ‘Dan ga je per definitie niet winnen.’
Natuurlijk, alles had over kunnen waaien, beaamt de adviseur. Maar juist het door Box gestuurde persbericht sterkt hem in de overtuiging dat dat haast onmogelijk was. ‘Tussen de regels door lees je dat een haatdragende ex-werknemer uit de school is geklapt. Zolang die los rondloopt, weet je: dit wordt lastig.’
Beter kun je in actie komen en transparant zijn, meent Huijskens. ‘Ook als er géén ontevreden collega rondloopt, trouwens. Deze sector draait om vertrouwen. Is er iets niet aan de haak, praat je klanten dan direct bij over de gevolgen en geef ook naar buiten toe openheid van zaken.’
Finles heeft het volgens de adviseur beter aangepakt. Hier ging het persbericht al een dag na de inval de deur uit. De uitleg van de beleggingsinstelling is bovendien uitgebreider. Wel merkt Huijskens op dat wederom de schuld wordt gelegd bij een externe partij, met de opmerking dat “Finles zelf geen expert in (internationaal) belastingrecht” is. Huijskens: ‘Daar schrik ik een beetje van. Van een bedrijf dat de vermogens van tientallen klanten beheert, verwacht je kennis van zaken.’
Lessen uit het verleden
Jos Leeser van beoordelingsorganisatie vermogensbeheer.nl heeft in zijn rol als klachtenafhandelaar geen klachten over Finles of Box Consultants gehad. ‘Omdat het in het eerste geval om een beleggingsinstelling gaat en in het tweede geval om een beheerder voor “de happy few”.’ Wel durft hij de vergelijking aan met andere gevallen in de beleggingsindustrie waar een grote crisis speelt of heeft gespeeld.
Bij De Veste, die weliswaar geen vermogensbeheerder maar een fondsbeheerder is, zijn volgens Leeser bijvoorbeeld klanten vertrokken nadat een groepje particuliere beleggers een claim neerlegde bij het kantoor wegens een halvering van hun inleg in twee jaar tijd. De gebeurtenis heeft verdere groei van de speler beperkt, vermoedt Leeser.
CEO Jack van Oosterbosch stelt in een reactie dat de media-aandacht rond de claim De Veste nauwelijks heeft geraakt, al vindt hij het wel ‘vervelend dat het steeds weer opgerakeld wordt’. Ook omdat volgens hem de situatie complexer is dan deze in de media is geschetst.
Uiteindelijk zijn volgens Van Oosterbosch drie tot vier klanten uit het fonds gestapt vanwege de negatieve media-aandacht. Moeilijker is het om aan te geven hoeveel potentiële investeerders het bij het fonds heeft weggehouden. ‘Je weet niet hoeveel er op het vinketouw zaten om deel te nemen, maar de groeicurve van het klantenbestand is niet omgebogen.’
Today’s
Een ander voorbeeld is Today’s Tomorrow, dat eind 2016 op last van de AFM zijn GFH-paraplufonds moest sluiten. Leeser voorspelt moeilijke tijden voor het fondshuis, en ook voor vermogensbeheertak Today’s vermogensbeheer. ‘Een misstand waarbij een toezichthouder optreedt is vrij ernstig. Dat leidt tot beweging: klanten zijn snel op de hoogte dat er iets speelt rondom hun beheerder.’
Cees Smit van Today’s Tomorrow beaamt dat enkele klanten uit het fonds zijn gestapt toen het eind 2017 weer gedeeltelijk open ging, maar zegt dat de 3 miljoen euro aan uitstroom is goedgemaakt door ongeveer eenzelfde bedrag aan instroom. Wel zijn enkele servicedeskmedewerkers in de tussentijd vertrokken omdat ze de dagelijkse confrontatie met negatieve uitingen van klanten niet volhielden.
Hoewel de gebeurtenis enkel de fondsenkant betrof, heeft de - geheel losstaande - vermogensbeheertak van Today’s eigenlijk het meest geleden onder de gebeurtenis. Volgens Smit doordat het communicatiebeleid gericht was op de fondsklanten, omdat de vermogensbeheerder er niks mee te maken had.
Toch gingen juist die klanten ineens twijfelen of hun geld nog wel veilig was. ‘De AFM had een stille curator bij het fondshuis Today’s Tomorrow aangesteld. En hoewel een stille curator iets heel anders is dan een echte curator, wordt dat toch geassocieerd met faillissement.’ Uiteindelijk zijn enkele klanten vertrokken bij Today’s Vermogensbeheer, goed voor een vermogen van vijf ton.
In de luwte blijven
In sommige gevallen kan tijd de wonden helen, meent Leeser, wijzend op Wijs en van Oostveen die pijn hebben gehad na het aanbieden van gestructureerde producten van Lehman. ‘Zij zijn er doorheen gekomen, al hebben ze zich daarna een stuk minder geprofileerd.’
Huijskens kan zich wel vinden in een periode in de luwte. Intussen moet een kantoor alle zeilen bijzetten om de klant bij te praten. ‘Ik mag toch hópen dat de kantoren uit deze casussen zich nu élke dag volledig richten op hun klanten. Nu komt het erop aan: is de band sterk genoeg?’
Wat rest is de werkelijke intentie van het kantoor. Handelt die -hét gebod in de industrie- wel echt in het belang van de klant? Volgens Leeser zijn er nog altijd spelers die het vertrouwen in het systeem ondermijnen, zonder dat dat aan het licht komt.
Als voorbeeld noemt hij de klacht van een klant die in de kredietcrisis zijn portefeuille zag halveren, mogelijk door te weinig spreiding van de beleggingen van zijn vermogensbeheerder. ‘Juridisch had een klant eerder moeten klagen, dus de kans is groot dat dit niet tot een zaak komt.’
Publicitaire aandacht ligt daarmee niet voor de hand. Leeser: ‘Zeker als zo’n speler te pas en te onpas roept zo’n goede belegger te zijn die zich richt op beperking van verliezen, vind ik dat wij eigenlijk met een tegengeluid moeten komen. Hoe, dat weet ik nog niet.’
Box Consultants en Finles is de mogelijkheid gegeven te reageren. Beiden gingen daar niet op in.
Dit artikel is verschenen in het Fondsnieuws-magazine dat deze week is verschenen.