
Afgelopen vrijdag vond het dan eindelijk plaats: Moody’s, het laatste kredietbeoordelingsbureau dat nog een beetje vertrouwen had in Uncle Sam, heeft de Verenigde Staten gedegradeerd van AAA naar Aa1. Amerika staat nu officieel in het rijtje van ‘bijna-maar-net-niet-perfecte’ landen. Een beetje zoals een middelbare scholier die van een 10 naar een 9,5 gaat – nog steeds uitstekend, maar mama en papa zijn toch teleurgesteld.
De markt reageert schouderophalend nadat S&P al in 2011 Amerika’s top rating introk en Fitch vorig jaar augustus de rating verlaagde. Bovendien kwam Moody’s op 10 november 2023 al met een ‘negative outlook’ waaruit bleek dat deze verlaging eraan zat te komen.
Met een jaarlijks begrotingstekort van zo’n 2.000 miljard dollar (dat is een twee met twaalf nullen!) en een staatsschuld die groter is dan de gehele economie, was deze downgrade ongeveer even verrassend als regen in Nederland. Hoewel ook dat dit jaar anders is. Over Nederland gesproken, ons land behoort tot een steeds exclusiever wordend clubje van landen met een perfecte kredietbeoordeling. Waar de VS nu genoegen moet nemen met een Aa1 van Moody’s, blijft ons kleine kikkerlandje pronken met drie fonkelende A’s. Moody’s bevestigde onlangs nog de Nederlandse AAA-status, waarbij ze wezen op de ‘sterke economische basis, fiscale voorzichtigheid en institutionele veerkracht’.
Dit contrast wordt nog scherper als we kijken naar de oosterburen. Duitsland, ooit het toonbeeld van fiscale discipline met hun beroemde ‘Schuldenbremse’ (schuldrem), laat de teugels steeds verder vieren. Nederland heeft zich ontpopt als de braafste leerling van de Europese klas. De Nederlandse overheidsschuld is verder gedaald naar 43,2 procent van het bbp – ruim onder de Europese norm van 60 procent. Vergeleken met percentages als 137 procent voor Italië, 160 procent in Griekenland en 63 procent voor Duitsland is dat zeer bescheiden. En terwijl we voor 2025 een begrotingstekort van 2,8 procent voorzien – net onder de EU-limiet van 3 procent – worstelen vele andere landen met veel grotere gaten.
De meeste grote institutionele beleggers hebben na de S&P-downgrade van 2011 hun regels al aangepast zodat ze Amerikaanse staatsobligaties mogen blijven kopen, ook zonder die AAA-status. Moody’s zelf benadrukt dat Amerika’s ‘buitengewone economische kracht en de unieke en centrale rol van de dollar en de Amerikaanse obligatiemarkt in mondiale financiën’ nog steeds belangrijk zijn.
Het grote verschil tussen de Verenigde Staten en landen als Nederland is dat de Verenigde Staten nog over een eigen munt – de dollar – kunnen beschikken, maar dat in Europa de eigen munten al lange tijd zijn afgeschaft. Dat betekent dat Amerika altijd zijn schuld in dollars kan afbetalen, terwijl de Nederlandse schuld in euro’s nooit voor 100 procent kan worden gegarandeerd. Daardoor kunnen de Verenigde Staten onbeperkt dollars bijdrukken. De enige vraag die dan overblijft is meer wat je met die dollars kan kopen.
Verder is het geen vraag of Amerika’s financiën een puinhoop zijn – dat weten we allemaal al jaren. De echte vraag is: maakt het eigenlijk uit? Zolang de dollar de wereldreservemunt blijft en buitenlandse investeerders blijven geloven in de ‘grootheid’ van Amerika, kan de VS blijven lenen alsof er geen morgen is. Nederlanders kijken hoofdschuddend toe, terwijl we onze eigen begroting op orde houden, want wie zijn wij om te oordelen over de financiële wanorde van een supermacht? We hebben tenslotte zelf genoeg problemen – van een woningcrisis tot een stikstofcrisis. Maar onze overheidsfinanciën zijn gezond.
Ons kenmerkende calvinisme en onze zuinigheid hebben zo hun voordelen. Andere landen lachen soms om onze karige boterhammen met kaas en karnemelk, onze afkeer van onnodige luxe en onze eeuwige roep om ‘normaal doen’. Dus terwijl Uncle Sam zijn kredietwaardigheid ziet afbrokkelen en zelfs de Duitse ‘Ordnung’ begint te wankelen, staat Nederland nog steeds fier overeind als één van de laatste ‘Triple-A’ landen in het Westen.
Het probleem van de Nederlandse AAA is dat we wel de nadelen ondervinden van onze zuinigheid, maar steeds minder profiteren van de voordelen. Ja, we kunnen tegen een lagere rente lenen, maar we hebben zo weinig schuld over dat dit niet zo veel meer uitmaakt. Een sterke economie heeft een sterke kredietwaardigheid en ook een sterke munt.
Zie bijvoorbeeld een land als Zwitserland. Jarenlang liep de ontwikkeling van de welvaart van Nederland parallel aan de ontwikkeling van de welvaart in Zwitserland. Die welvaart zorgt voor een zelfversterkend effect: beter onderwijs, een goede gezondheidszorg en mensen die graag willen werken in een land dat voorop loopt op het gebied van innovatie en gezonde leefomstandigheden, zonder dat de belastingdruk voortdurend stijgt.
Het verschil in de ontwikkeling van de welvaart tussen Nederland en Zwitserland is sinds de eurocrisis snel groter geworden. Waar Nederland jarenlang gelijk opliep met de Zwitsers is onze internationale koopkracht sinds de eurocrisis inmiddels gehalveerd. Daardoor kunnen we niet meer volop investeren in het verder optimaliseren van de Nederlandse economie. Er is wel een oplossing en dat is schulden maken, maar dat gaat dan wel ten koste van onze AAA-rating.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.