Er is iets vreemds aan de hand. De economie groeit, maar er komen geen banen bij. Sterker nog: de werkloosheid stijgt naar 4,6 procent. Normaal gesproken werkt het zo: eerst komen de banen, dan de lonen, dan de bestedingen. Nu is die volgorde omgedraaid. Mensen geven geld uit dat ze niet hebben verdiend.
Het beschikbare inkomen van Amerikaanse huishoudens groeide in het derde kwartaal met 0 procent. Toch stegen de uitgaven flink. Mensen spreken hun spaargeld aan, nemen krediet op, of betalen gewoon voor dingen die ze niet kunnen uitstellen. Vooral de zorguitgaven stegen spectaculair. Ziekenhuizen, verpleeghuizen en medicijnen. Het waren uitgaven die mensen niet konden uitstellen. Wanneer huishoudens meer uitgeven aan zorg, verzekeringen en kinderopvang, is dat geen teken van vertrouwen. Het is een teken van druk. En die druk wordt niet opgevangen door hoger loon, maar door minder sparen en het uitstellen van andere aankopen.
K-economie is volgroeid
De Amerikaanse economie splitst zich in twee richtingen, zoals de letter K. Aan de ene kant staan vermogende huishoudens en aandeelhouders die profiteren van hoge koersen en stijgende huizenprijzen. Aan de andere kant staan werknemers en middeninkomens, wier uitgaven steeds meer worden bepaald door noodzaak in plaats van keuze.
De bedrijfswinsten stegen in het derde kwartaal met 166 miljard dollar. Tegelijkertijd daalden investeringen. Bedrijven breiden niet uit, ze nemen geen nieuwe mensen aan. Ze hebben geleerd om te groeien zonder mensen aan te nemen. Meer doen met minder mensen. Hier zit het echte probleem. Consumptie is de hartslag van de economie. In Amerika geven consumenten 68 procent van al het geld uit. Wereldwijd is dat 56 procent.
Bedrijven maken zich efficiënter door automatisering, AI en outsourcing. Elk bedrijf dat banen schrapt, plukt zelf de vruchten. Maar de maatschappelijke kosten zijn veel groter. Als een bedrijf tien banen van 100.000 dollar schrapt en er twee nieuwe banen voor 40.000 dollar voor laat terugkomen, verdwijnt er netto 920.000 dollar aan koopkracht uit de economie. Henry Ford begreep dit al in 1914. Hij betaalde zijn arbeiders 5 dollar per dag, niet uit goedheid, maar omdat zijn arbeiders ook zijn klanten waren. Wie rijk wil worden, kan zijn klanten niet arm maken.
Die wisselwerking is in onze geglobaliseerde economie verdwenen. Een Amerikaans techbedrijf kan personeel ontslaan in Texas en klanten vinden in India. De directe link tussen lonen en afzet is doorbroken. De Federal Reserve spreekt over ‘jobless growth’: economische groei zonder banengroei. Ondanks lagere rentes en een groeiend bbp blijft de arbeidsmarkt zwak. Jonge afgestudeerden vinden moeilijk een goede baan. AI neemt instapfuncties over. De gig-economie vangt werklozen op, maar die verdienen gemiddeld maar de helft tot twee derde van hun oude inkomen.
Waarschuwingssignalen
Kredietgebruik stijgt. ‘Koop nu, betaal later’-programma’s groeiden deze feestdagen met 9 procent. Dat is geen teken van overvloed, maar van huishoudens die krap zitten. Steeds meer mensen hebben moeite met hun autolening of hypotheek. Hoe mensen hun geld uitgeven, vertelt het echte verhaal. Wanneer consumenten streamingabonnementen opzeggen, minder eten bestellen en obsessief op zoek gaan naar koopjes, zijn dat collectieve signalen. Netflix stopte met het delen van abonneecijfers. Dat zegt genoeg.
De angst voor technologische werkloosheid is zo oud als de industriële revolutie. In de negentiende eeuw vernielden Britse textielarbeiders weefmachines uit angst voor hun bestaanszekerheid. Ze kregen ongelijk. Er ontstonden nieuwe banen en de welvaart groeide. Maar dit keer is er een verschil. Vroeger waren markten regionaal. Fabrikanten waren afhankelijk van lokale arbeiders als klanten. Er was een natuurlijke balans tussen lonen en consumptie. Nu is de economie wereldwijd en bestaat de balans tussen lonen en consumptie niet meer. Bedrijven kunnen kosten besparen zonder de gevolgen direct te voelen.
Waar weefgetouwen handarbeid vervingen, raakt AI het cognitieve domein dat lang als exclusief menselijk gold. Dit maakt de psychologische impact groter. De arbeidsmarkt was al voor AI in beweging. Platformeconomieën, flexibilisering en machtsverschuiving naar kapitaal creëerden kwetsbaarheid bij werkenden. AI versnelt en versterkt deze trends.
Fundering brokkelt af
De vraag is niet óf consumenten onder druk staan, maar hoeveel druk ze nog aankunnen. Als 68 procent van de economie op consumptie draait, en consumenten minder kunnen kopen, hoelang kan de economie dan blijven groeien? Als je een economie laat draaien op vermogenseffecten in plaats van op banengroei, ben je kwetsbaar zodra de aandelenmarkten corrigeren. Die ommekeer kan razendsnel gaan, maar tegelijk ook een nieuwe prikkel zijn voor centrale banken om zo’n scenario te voorkomen. Een economie die groeit terwijl de fundering afbrokkelt. Dat kan een tijdje goed gaan. Maar niet voor altijd.
Ik wens u een gezond en voorspoedig 2026.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.