
Niet eerder waren er zoveel verkiezingen in een jaar, en er komt er nog één bij. Nadat Le Pen’s Rassemblement National (RN) bij de Europese verkiezingen maar liefst 31,5 procent van de stemmen kreeg en Macron slechts 14,5 procent, kondigde Macron tussentijdse verkiezingen aan. Op 30 juni en 7 juli mogen de Fransen naar de stembus.
Voor Macron is dat een grote gok. Als de uitslag van de Franse verkiezingen lijkt op de Europese, dan moet Macron mogelijk een premier van een andere partij benoemen, mogelijk zelfs een kandidaat van RN. Dan heeft hij de komende drie jaar weinig meer te vertellen in het Élysée.
De vervroegde verkiezingen zijn waarschijnlijk deels ingegeven door de al langer lopende impasse in het Franse parlement. RN heeft nu 88 van de 577 zetels in het Franse parlement, waardoor het de grootste oppositiepartij is. De coalitie van Macron heeft er 249. Dat is dus al een minderheidskabinet, waardoor er voortdurend deals moeten worden gesloten met andere partijen.
Het is in de vijfde republiek (sinds 1958) drie keer voorgekomen dat de premier een andere kleur had dan de president. Op het moment dat dat er een premier van RN is, krijgt Marine Le Pen waarschijnlijk voldoende momentum om over drie jaar de volgende president van Frankrijk te worden.
Zodra Le Pen president is en een coalitie onder RN een meerderheid heeft in het parlement, gaat er veel veranderen. Niet eerder zat er een euroscepticus in de as Parijs-Berlijn, het centrum van de Europese macht. Het zou een opmaat kunnen zijn naar een volgende eurocrisis. Frankrijk is namelijk in financieel opzicht maar één recessie verwijderd van Italië, terwijl de rente op Franse staatsobligaties nog altijd laag is, veel te laag. Frans AA-staatspapier wordt nu nog vaak gekocht als alternatief voor AAA-papier dat in Europa onvoldoende beschikbaar is, maar na een volgende downgrade van de Franse kredietwaardigheid is dat voorbij en gaan de rentelasten voor de Franse overheid onvermijdelijk omhoog.
Op de Franse begroting is er geen ruimte voor hogere rentelasten. Nu al is er een begrotingstekort van 5,5 procent en een groot deel van de Franse belastinginkomsten gaan naar de sociale voorzieningen en de pensioenen. Daarop bezuinigingen betekent onvermijdelijk nieuwe protesten.
Veranderingen in Frankrijk verlopen nooit geleidelijk, maar altijd schoksgewijs, bij voorkeur via een revolutie. De huidige staatsvorm van Frankrijk bestaat sinds 1958 toen De Gaulle er voor zorgde dat de meeste macht naar de president ging. Dat is de huidige vijfde republiek. Daarvoor ontstond in 1944 de vierde republiek die eindigde door de traumatische dekolonisatie van Vietnam en Algerije. Voor de vierde republiek was er vanaf 1870 de derde republiek na de val van Napoleon III en die eindigde met de bezetting van Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog. Napoleon III stond aan de basis van tweede republiek, die startte in het revolutiejaar 1848. De eerste republiek ontstond na de Franse revolutie in 1789 en duurde tot de kroning van Napoleon tot keizer in 1804.
Er is geen ruimte in Frankrijk om de belastingen te verhogen. De Franse bevolking bestaat feitelijk uit drie groepen. De eerste groep bestaat uit de inwoners van de grote steden. Dat zijn feitelijk wereldburgers die overal kunnen wonen, iets wat ze daadwerkelijk ook deden toen het marginale belastingtarief in het verleden werd verhoogd naar 75 procent. De tweede groep Fransen woont in de banlieues, die ontvangen netto meer van de overheid dan ze eraan bijdragen.
Dan blijven over de Fransen op het platteland. Hun inkomen gaat voor een groot deel op aan vaste lasten. Daarvan is een groot deel energie, omdat ze vanwege het gebrekkige openbaar vervoer op het platteland vaak lang met de auto moeten reizen naar hun werk. Dus gaat een relatief groot deel van hun inkomen hieraan op. Toen Macron voorstelde om in het kader van de klimaatcrisis de belasting op energie met 50 procent te verhogen, bleef er van het vrije besteedbaar inkomen niets meer over. Geen rugbywedstrijd meer in het weekend en ook geen biertje erbij. Er zijn minder goede redenen om te gaan protesteren, de Gilets Jaunes waren geboren.
Tijdens de vorige eurocrisis werd Griekenland gered. Gelukkig is de Griekse economie binnen Europa niet zo groot. Het land is, net als het Rijksmuseum is voor Nederland, voor Europa niet meer dan een hobby die geld kost. Italië redden was al een probleem. Draghi lukte het alleen met zijn “whatever it takes“-speech om tijd te kopen. Nu mogelijk Frankrijk aan de beurt is, is er definitief sprake van “too big to fail”.
De Franse rente moet omhoog met als resultaat dat het begrotingstekort verder oploopt. Om dat te voorkomen moet de ECB meerdere keren de rente verlagen en een zwakkere euro kan ook de Franse export ondersteunen. Duitsland is inmiddels weer de zieke man van Europa en kan Frankrijk niet redden. De beste oplossing voor euroscepticus Le Pen uit deze misère is door uit de euro te stappen, wat onmiddellijk ook het einde betekent van de Europese Unie in de huidige vorm en het einde van de vijfde republiek. En dat tijdens het EK voetbal en de Olympische Spelen in Frankrijk. Vive la France, vive la sixième république.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.