Han Dieperink
Dieperink.png

Het aantal mensen dat opgaat voor één van de CFA-examens is volgens de laatste cijfers opnieuw gedaald. Op de piek in 2019 waren er ruim 270.000 geregistreerden, het laatste aantal bleef steken op 163.000. Zoals zo vaak zijn er waarschijnlijk meerdere verklaringen voor dit fenomeen.

Volgens het CFA zelf is de groei vanuit China en India afgenomen, maar dat kan de krimp niet verklaren. Wat wel verklaarbaar is, is de krimp gedurende de coronaperiode, maar dat is alweer vijf jaar geleden. De krimp zet door. 

Waarschijnlijk is de belangrijkste verklaring dat er sprake is van diploma-inflatie. Er zijn tegenwoordig veel meer CFA-houders. Op het moment dat steeds meer mensen op eenzelfde niveau afstuderen, neemt de waarde van zo’n studie relatief af. Dat komt ook doordat studenten steeds meer extra curriculaire activiteiten op een cv presenteren, alleen maar om zo onderscheidend mogelijk te zijn. 

Er is dan ook steeds meer nodig om hetzelfde resultaat te bereiken. Niemand wordt bijvoorbeeld portefeuillemanager met alleen een CFA. Steeds minder bedrijven eisen een CFA-opleiding om portefeuillemanager te worden. Ze zien liever relevante werkervaring of  ervaring heeft met coderen in Python. Analisten zijn er immers in alle soorten en maten, en data-analisten zijn populair. Op zijn best is de CFA-titel tegenwoordig een filter bij een sollicitatie. 

De sterke groei van passief beleggen heeft er ook voor gezorgd dat een uitgebreide CFA-opleiding minder van belang is geworden. Je hebt geen CFA nodig om de QQQ te kopen. Passief beleggen kan worden gezien als een technologisch disruptieve innovatie. De CFA-houders worden gewoon ingehaald door de voortrazende technologie. En dan is kunstmatige intelligentie pas net begonnen.

CFA behandelt onder andere boekhouden, economie, accounting, management en finance, en bijt zich ook vast in formules. Toch gaat de studie nergens echt de diepte in. Het is vooral veel. Het lijkt een specialisatie, maar is dat niet. Het is een ideale omgeving voor ChatGPT.

Natuurlijk speelt ook de introductie van MiFID II een rol. Sinds MiFID II moeten vermogensbeheerders apart betalen voor de belangrijkste twee diensten die brokers leveren: de afhandeling van beurstransacties en de aanlevering van beleggingsresearch. Voordien kregen ze de research gratis, al werd die impliciet verrekend in de commissies die ze brokers betaalden voor de transacties.

Bloedarmoede bij aandelenresearch

Deze ontwikkeling heeft gezorgd voor bloedarmoede op het gebied van publieke aandelenresearch, vooral bij de kleinere fondsen. Er zijn tegenwoordig steeds meer beursgenoteerde bedrijven die niet of door slechts één analist worden gevolgd. Soms is er minder vraag naar een CFA-opleiding, dat is simpelweg het gevolg van een krimpend banenaanbod.

Toch valt er ook op de opleiding zelf ook wel het nodige aan te merken. Wat opvalt is een massale participatie van vaak onervaren studenten. Wat wordt vergeten is dat in het onderwijs mensen leren van elkaar, en van de praktijk. Bij een MBA wordt ten minste twee jaar fulltime werkervaring vereist. Een CFA-opleiding is meer voor mensen die werken op de back office en graag willen overstappen naar de front office. Of voor beta’s die een spoedcursus “financiële wereld” nodig hebben. De examens zijn niet eenvoudig, maar sluiten ook verrassend slecht aan bij de praktijk.

Het betalen van jaarlijkse kosten voor certificeringen zoals CFA, PMP, CEng, FImechE, en talloze andere is een onnodige last geworden. Deze certificeringen verliezen na verloop van tijd vaak hun praktische relevantie en verworden op een gegeven moment tot een inkomsten genererende industrie in plaats van continue waarde toe te voegen aan professionals. Als je eenmaal je kwalificaties en expertise hebt aangetoond, waarom zou je dan jaarlijks blijven betalen om dat te ‘bewijzen’?

Winst staat niet altijd gelijk aan waarde. Ook de pogingen van CFA om de opleiding uit te breiden met ESG, klimaatverandering, private markten, wealth management en zelfs cryptovaluta zegt meer over het winststreven dan over het toevoegen van waarde.

Tot slot, ik was al enige tijd geleden op bezoek bij één van de grootste wealth managers in de wereld. Het feit dat een beleggingsfonds op de ‘preferred list’ stond van deze wealth manager, zorgde ervoor dat zo’n fonds ook bij andere vermogensbeheerders eenvoudig kon binnenkomen. Kijkende door het uitgebreide due-diligence-formulier van deze wealth manager, viel mijn oog op het kopje CFA.

Toen ik vroeg of ze de eis stelden dat iedere medewerker van zo’n beleggingsfonds een CFA-houder moest zijn, kwam er een verrassend antwoord. Ze hanteerden deze rubriek juist als ‘red flag’. Op het moment dat er ‘te’ veel CFA-houders waren, werd zo’n fonds afgekeurd. Ze vreesden dan Groupthink, kuddegedrag en een gebrek aan creativiteit. Dat was wellicht goed voor een accountant, maar niet goed voor een belegger. Bij een organisatie die nog altijd CAPM presenteert als door God gegeven, mag er meer sprake zijn van kritische zelfreflectie. Maar bij CFA is er maar één antwoord mogelijk, en dat is het CFA-antwoord.

Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No