
De recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten maken één ding glashelder: president Donald Trump verdient de Nobelprijs voor de Vrede. Dit is de logische conclusie als we kijken naar wat de prijs zou móéten belonen: concrete vredesprestaties die levens redden.
Na twee jaar van ondraaglijk lijden komen eindelijk de gijzelaars vrij die sinds de verschrikkelijke Hamas-aanval van 7 oktober 2023 in Gaza gevangen zaten. Van de 250 mensen die destijds werden ontvoerd, worden nu de 20 overlevenden vrijgelaten, samen met de stoffelijke resten van 28 anderen die omkwamen. Dit is het directe resultaat van Trumps vastberaden diplomatieke druk.
Het staakt-het-vuren betekent ook verlossing voor meer dan twee miljoen Palestijnen in Gaza, die dagelijks bombardementen, massale ontheemding en wijdverspreide hongersnood hebben doorstaan. Met meer dan 67.000 Palestijnse slachtoffers volgens lokale gezondheidsautoriteiten, is de humanitaire catastrofe immens. Trump verdient lof voor zijn vasthoudendheid om deze ramp te beëindigen.
Vrede gebaseerd op daden
Als er één les is die we moeten trekken uit de geschiedenis van de Nobelprijs voor de Vrede, dan is het deze: de prijs moet worden toegekend voor concrete resultaten, niet voor mooie beloftes. Het Obama-debacle van 2009 is hier het schoolvoorbeeld van. Barack Obama ontving de prijs vanwege zijn ‘uitzonderlijke inspanningen ter versterking van de internationale diplomatie’ – nog voordat hij als president überhaupt meetbare vredesresultaten had geboekt.
De reactie was vernietigend, en terecht. Zelfs de oud-directeur van het Noorse Nobelinstituut verklaarde in 2015 openlijk dat het hem speet dat de prijs naar Obama was gegaan. Het comité had zich laten verleiden door eloquente retorica en de symboliek van Amerika’s eerste zwarte president, in plaats van te wachten op daadwerkelijke vredesprestaties. Deze vergissing beschadigde de geloofwaardigheid van de Nobelprijs blijvend. Nu hebben we een president die precies doet wat de Nobelprijs zou moeten belonen: oorlogen beëindigen, gijzelaars bevrijden, en levens redden. Dat Trump deze prijs niet krijgt, is onterecht.
Vredesprestaties van president Trump
Trump heeft tijdens zijn eerste termijn de Abraham-akkoorden bewerkstelligd, waarbij de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Marokko en Soedan de betrekkingen met Israël normaliseerden. Voor het eerst in decennia zijn concrete vredesakkoorden gesloten tussen Arabische landen en Israël. Critici beweren dat deze akkoorden ‘grotendeels transactioneel’ waren. In mijn ogen is dat geen bezwaar. De akkoorden werkten – ze brachten diplomatieke erkenning, economische samenwerking en vrede waar voorheen vijandigheid was.
Nu, in zijn tweede termijn, heeft Trump bereikt wat anderen niet konden of durfden. Hij oefende effectieve druk uit op zowel de Israëlische premier Benjamin Netanyahu als op Hamas. Vergelijk dit met Obama in 2009: geen enkele oorlog beëindigd, geen gijzelaars bevrijd, geen concrete vredesakkoorden. Obama kreeg de prijs voor potentieel en hoop; Trump wordt genegeerd ondanks bewezen, meetbare resultaten. Als dat geen dubbele standaard is, wat dan wel?
Pragmatisme dat werkt
Trumps succes komt voort uit zijn pragmatische benadering van internationale conflicten. Waar traditionele diplomaten zich verliezen in eindeloze discussies over ethische principes en procedurele correctheid, richt Trump zich op resultaat. Hij onderhandelt hard, gebruikt economische hefbomen zonder aarzeling en dwingt partijen om aan tafel te komen. Dit bevalt academici en diplomaten niet, maar het werkt wel.
In het Midden-Oosten betekende dit dat hij zowel Israël als Hamas kon bewegen tot een akkoord, met cruciale steun van Qatar, Egypte en Turkije. Zonder Amerikaanse druk – en specifiek Trumps bereidheid om die druk zonder scrupules uit te oefenen – was dit staakt-het-vuren nooit tot stand gekomen. Deze pragmatische aanpak strekt zich uit naar andere conflictgebieden. Trump probeert linksom of rechtsom de vrede te bewerkstelligen in Oekraïne. Ook hier ligt de kracht in Trumps bereidheid om onconventionele middelen in te zetten voor concrete resultaten.
Het vredesdividend
Vrede leidt tot een aanzienlijke verlaging van geopolitieke risico’s. Het vredesinitiatief in Gaza is onderdeel van een breder patroon: het neutraliseren van conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten, gecombineerd met een pragmatische aanpak van China. Als Trump erin slaagt ook in Oekraïne vrede te bewerkstelligen, zouden de resultaten historisch zijn: twee grote oorlogen beëindigd, honderdduizenden levens gered, geopolitieke spanning wereldwijd verminderd.
Op financiële markten zou dit leiden tot een ‘vredesdividend’: lagere risicopremies, hogere waarderingen en meer stabiliteit. Ook bedrijven die zakendoen met China zullen profiteren van verminderde handelsconflicten. Trump heeft meer concrete vredesprestaties geleverd dan de meeste recente winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede. Dat hij de prijs niet krijgt, zegt niets over zijn prestaties – het zegt in mijn ogen alles over de politieke vooroordelen van het comité.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.