Han Dieperink
Dieperink.png

Afgelopen zaterdag demonstreerden 240 organisaties in Amsterdam tegen extreemrechts populisme. Meer dan 25 jaar geleden werd populisme in Nederland nog gezien als een exotisch verschijnsel uit de Derde Wereld: een antikapitalistische volksbeweging in Zuid-Amerikaanse landen als Argentinië, Bolivia en Venezuela. 

Populisten zien het kapitalisme als een systeem dat alleen de elite dient. Ze hebben liever dat de overheid ingrijpt. Wat dat betreft zitten de populisten op één lijn met de traditionele linkse partijen die ervan overtuigd zijn dat het kapitalisme op zijn minst is doorgeslagen. Links en rechts lijken daarmee de vrije markt de schuld te geven van alle economische kwalen. Toch is er geen enkel ander economisch systeem dan het kapitalisme dat miljoenen mensen heeft bevrijd van honger en armoede. Als de vrije markt de ruimte krijgt, zal ze morgen weer hetzelfde doen.

Controle over de economie

De cijfers liegen er niet om: de landen die het kapitalisme hebben omarmd, zijn degenen die ongekende groei en verbeteringen in levenskwaliteit hebben gezien in de afgelopen eeuw. Daarentegen worstelen landen die hun economieën hebben gesloten of socialistisch beleid hebben ingevoerd nog steeds met hun ontwikkeling. Deze vooruitgang is geen toeval. Het is het directe economische resultaat van de beslissingen van miljarden onafhankelijke consumenten, ondernemers en werknemers om hun eigen leven te verbeteren. Samen vormen zij de onzichtbare hand van de markt.

De groeiende rol van de overheid

Sinds de Grote Financiële Crisis groeit de rol van de overheid sterk. Na corona lijkt de overheid zelfs elk probleem te kunnen oplossen door er veel geld (lees: schulden) tegenaan te gooien. De vrije markt bestaat daardoor niet meer. Keynes kan tevreden zijn. Zijn oplossing zat vooral in meer overheidsingrijpen. De staat moet in slechte tijden geld in de economie injecteren om de consumptie te ondersteunen en groei mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door middel van grote openbare werken, subsidies, nationalisaties en kunstmatige ondersteuning van de werkgelegenheid. Sinds de crash van 1987 is dit systeem vervolmaakt. Monetaire overheden doen er sindsdien alles aan om de gevolgen van een recessie te verzachten. Het gevolg is dat de positieve effecten van een stevige recessie ook verloren gaan, met een groeiend leger zombie-bedrijven tot gevolg.

Keynes versus Hayek

Om het debat over economische politiek te begrijpen, moeten we teruggaan naar de fundamentele tegenstelling in opvattingen tussen John Maynard Keynes en Friedrich von Hayek. 

Keynes wilde “het kapitalisme redden van de kapitalisten” door het rechtvaardiger te maken via een meer gereguleerde verdeling van middelen. Voor hem garandeert niets het bereiken van volledige werkgelegenheid; een economie kan zich oneindig in een situatie van verstoord werkgelegenheidsevenwicht bevinden. 

Hayek gelooft dat het vrije functioneren van markten spontaan tot volledige werkgelegenheid leidt. Hij geloofde dat geen menselijke entiteit in staat zou zijn om de logica en het schema van de som van individuele handelingen effectief te begrijpen. Alleen de markt kan en moet zichzelf reguleren in zijn eigen belang. Gemakkelijk geld en kunstmatig lage rentes veroorzaken juist werkloosheid en ongebruikte middelen.

De oplossing van Keynes is dus de oorzaak van het probleem volgens Hayek. De voorgestelde remedies zijn bijgevolg volledig verschillend. Voor Keynes moet de staat consumptie en investeringen stimuleren om het vertrouwen te herstellen en de machine weer op gang te brengen. Voor Hayek moet de crisis zijn loop volgen totdat de evenwichten die door verkeerd beleid zijn verstoord, hersteld zijn.

Controle over de economie

Door de groeiende rol van de overheid die met meer schulden een oplossing voor alles kan bieden, zien we een herleving van dit fundamentele debat. De kritiek op het kapitalisme kwam voorheen vooral van links, maar nu steeds meer van rechts. Ironisch genoeg lijkt niemand geleerd te hebben van de ervaringen in het verleden. Het kapitalisme en de vrije markt gaan niet echt over kapitaal, ze gaan over de controle over de economie.

Als het aan de linkse en nu ook rechtse partijen ligt, heeft de staat de controle over de economie. Dat terwijl er meer dan voldoende voorbeelden zijn dat de overheid bijzonder slecht is in de allocatie van kapitaal. Het echte kapitalisme gaat over het overdragen van de economie naar miljarden onafhankelijke consumenten, ondernemers en werknemers. Kortom, kapitalisme en vrijheid gaan hand in hand. In alle andere systemen is al snel de staat de baas.

Ongelijkheid en klimaatverandering

Maar het moderne kapitalisme wordt beschuldigd van het aanwakkeren van ongelijkheid, klimaatverandering en mondiale hegemonie. Ongelijkheid, zowel van inkomen als van levensstandaard, neemt wereldwijd juist af. Sinds 1980 heeft globalisering en automatisering gezorgd voor een veel grotere vrije markt en is de inkomensongelijkheid significant gedaald. Vooral in landen als China en India heeft het kapitalisme honderden miljoenen mensen uit extreme armoede getild. Bovendien is de kloof tussen arm en rijk wereldwijd veel kleiner geworden. Volgens bijna elke maatstaf is de levensstandaard van de wereldbevolking de afgelopen decennia fors verbeterd.

Het streven van het kapitalisme naar verbetering maakt het milieu beter, niet slechter. Degrowth is het ergste wat we namens de natuur zouden kunnen doen. We hebben welvaart en technologie nodig om ons aan de opwarming van de aarde aan te passen. Rijke landen hebben schonere lucht, water en bossen. Na een bepaald welvaartsniveau – tussen 8.000 tot 15.000 dollar per hoofd van de bevolking – keert de trend om dat vervuiling stijgt met economische groei. Iets wat tegenwoordig goed zichtbaar is in China. Deze ontwikkeling zien we ook bij bevolkingsgroei, die de belangrijkste oorzaak is van alle milieuproblemen. In rijke landen stabiliseert of krimpt zelfs de bevolking. De oplossing ligt dus niet in economische krimp, maar in welvaart die tot een krimpende wereldbevolking leidt.

Hogere belastingen geen oplossing

Om het vuige kapitalisme en de ongelijkheid in de wereld aan te pakken wordt er vaak gewezen naar hogere belastingen voor de rijken. Alleen werkt het belasten van de rijken niet. De rijken kunnen gemakkelijk ontsnappen. Denk aan de verhuizing van rijke Fransen na een toptarief van 75 procent, of de massale kapitaalvlucht uit Zweden naar Denemarken en Noorwegen in 2007. Telkens weer blijkt dat hogere belastingen uiteindelijk zorgen voor minder opbrengst. Het zorgt ook voor een opmerkelijk productiviteitsverlies, omdat juist lage belastingen zorgen voor innovatie en ondernemerschap. Opbrengsten die niet belast worden gaan vaak naar investeringen in human capital.

Belasting op vermogen zorgt voor minder besparingen, minder investeringen en daardoor ook voor minder productiviteitsvoordelen. Bij hogere belastingen bleken bovendien de absolute armoedeniveaus vergelijkbaar. Landen met een lage ongelijkheid blijken ook vaak landen met meer algemene armoede. Denk aan de complete gelijkheid in de Sovjet-Unie. In 1960 stonden Cuba en Zuid-Korea qua economie ongeveer gelijk. De verschillen in ontwikkeling sindsdien zijn volledig verklaarbaar door het al dan niet omarmen van het kapitalisme.

Conclusie

Het kapitalisme heeft bewezen dat het de mensheid uit armoede kan tillen, innovatie kan stimuleren en welvaart kan creëren op een schaal die onze voorouders zich niet konden voorstellen. De geschiedenis heeft uitgewezen dat wanneer landen kiezen voor economische vrijheid boven centrale planning, voor marktmechanismen boven bureaucratische controle, en voor individuele verantwoordelijkheid boven collectieve afhankelijkheid, zij floreren. Kapitalisme en de vrije markt zijn de oplossing. Vindingrijke, hardwerkende mensen zullen dag in dag uit blijven streven om ons te voorzien van innovaties en groei, ongeacht hoeveel we klagen. Maar de verdediging van de vrijheid om dit te doen gebeurt niet vanzelf. Het is waard om daarvoor te demonstreren. Ook in Amsterdam. De stad die in 750 jaar dankzij het kapitalisme groot is geworden. Al was het maar omdat niemand anders dat doet.

Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.

 

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No