Het was een meesterplan. Met de Sustainable Finance Disclosure Regulation zou privaat kapitaal massaal naar groene investeringen stromen, de Green Deal gefinancierd worden, en Europa het goede voorbeeld geven aan de rest van de wereld. Geen vrijblijvende richtlijn, maar een ambitieus raamwerk, dat de financiële sector zou disciplineren en greenwashing de kop zou indrukken.
Vier jaar later is de droom een bureaucratische nachtmerrie geworden. Duurzame fondsen bloeden leeg. De sector kreunt onder een lawine aan regelgeving die op een gegeven moment zelfs wekelijks werd aangevuld met nieuwe interpretaties, opinies en commentaren. En het mooiste: niemand is tevreden. Niet de toezichthouders, niet de beleggers, en al helemaal niet de fondsbeheerders die het gedrocht moeten implementeren.
Een schizofreen systeem
Van alle marktpartijen vindt 84 procent de informatievoorziening ontoereikend. Niet een beetje ondermaats, maar ronduit ongeschikt om beleggers adequaat te informeren. Nog eens 82 procent roept wanhopig om verduidelijking van basisbegrippen. Als een examen met zulke scores zou worden afgenomen, zou de maker worden teruggestuurd naar de tekentafel.
De Europese Commissie en de toezichthouders lijken een fundamenteel verschillende film te kijken. Brussel koos bewust voor een open, principiële aanpak om privaat kapitaal te mobiliseren. De toezichthouders daarentegen concentreren zich op het beschermen van beleggers tegen misleiding en het opleggen van boetes. De Franse AMF deelde al de eerste straf uit aan een vermogensbeheerder. Meer sancties zullen volgen.
Het resultaat is een schizofrene regelgeving die noch de kapitaalstroom op gang brengt, noch effectief beschermt tegen greenwashing. Een hybride constructie die alle nadelen van beide benaderingen combineert, met de voordelen van geen van beide.
Artikel 8, Artikel 9, en de grote verwarring
De SFDR werkt met twee categorieën: Artikel 9 voor zeer duurzame producten en Artikel 8 voor alle andere duurzaamheidsgerelateerde producten. Het klinkt simpel, maar is hopeloos gedateerd. De indeling is losgeweekt van concrete investeringsstrategieën, waardoor niemand precies weet wat hij met die labels moet. Is een fonds dat in kolen investeert maar ook in windmolens Artikel 8? Waarschijnlijk wel. Helpt dat de belegger? Absoluut niet. Ondertussen is Artikel 8 het groenwasartikel geworden, een categorie gevuld met controversiële bedrijven die op basis van SFDR kunnen claimen dat ze groen zijn.
Kijk naar het Verenigd Koninkrijk of Zwitserland. Daar zijn de kaders gekoppeld aan investeringsthema’s en strategieën. Daar weet je waar je aan toe bent. Maar nee, Europa moest het weer anders doen, principiëler, opener, complexer. En dus slechter.
Bovendien is SFDR bewust niet ontworpen als labelregime, terwijl de markt juist schreeuwt om labels met objectieve minimumnormen. Meer dan 50 procent van de respondenten in het consultatieproces wilde productcategorieën. De regelgever luisterde niet.
Het koor der wanhopigen
Inmiddels heeft elk land met een toezichthouder die iets te melden heeft zijn eigen ‘oplossing’ gelanceerd. Nederland kwam in november 2023 met drie productcategorieën. Frankrijk volgde met vier. Duitsland wilde er ook drie, maar dan net iets anders ingevuld. ESMA riep op de EU-taxonomie te voltooien en die als enige definitie te gebruiken.
Een kakofonie van nationale ego’s die in hun eigen wijsheid geloven. Ieder met goede bedoelingen, allemaal overtuigd van hun gelijk, maar samen vooral chaos creërend. Want wie moet dit nog bijhouden? Welke versie geldt waar? En hoe implementeer je straks al die verschillende nationale toelichtingen in een pan-Europees fonds?
De Portugese belofte
Maria Luís Albuquerque, de aangewezen Eurocommissaris voor Financiële Diensten, beloofde tijdens haar hoorzitting in november 2024 beterschap. Ze wil SFDR omvormen tot een productcategoriseringssysteem met heldere criteria. Ze wil focus op positieve impact en transitie-investeringen die nu onderbelicht blijven.
Mooi verhaal. Maar opvallend genoeg repte de Portugese met geen woord over de uitbreiding van de EU-taxonomie waar meerdere toezichthouders om schreeuwen. Een bewuste keuze, of een teken dat zelfs zij niet meer weet hoe ze uit deze modder moet klimmen?
De harde werkelijkheid
Want laten we eerlijk zijn: in tijden van politieke chaos, economische malaise en geopolitieke dreigingen, staat SFDR niet bepaald bovenaan de prioriteitenlijst. De markt droomde van een snelle fundamentele herziening. Vergeet het maar. De financiële sector zal nog jarenlang moeten leven met een SFDR die niemand wil: te complex voor de praktijk, te vaag om effectief te zijn, te star om bij te sturen, en te ambitieus om te laten vallen.
Ondertussen blijft de juridische en compliance-industrie aan het werk. Want ook vereenvoudigingen, aanpassingen en verduidelijkingen moeten rechtsconform worden geïmplementeerd. De consultants verdienen goud geld, de sector zucht onder de administratieve last, en de belegger? Die snapt er nog steeds geen bal van.
Dit is Europa op zijn slechtst: edele intenties die verzanden in bureaucratische overregulering en nationale versnippering, die elk slagvaardig handelen ondermijnen.
Welkom in de duurzame toekomst. Hij is alleen niet duurzaam geworden.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.