Het is geen gemakkelijk jaar voor Europa. De oorlog op het continent kost ons miljarden en schrikt buitenlandse investeerders af. De reputatie van Amsterdam – dat 750 jaar bestaat – staat in het buitenland onder druk door de eerste pogrom sinds de Tweede Wereldoorlog. Frankrijk staat financieel met de rug tegen de muur en lijkt geen andere uitweg te hebben dan afscheid te nemen van euro.
De staatsschuld van Frankrijk is inmiddels hoger dan die van alle Afrikaanse landen bij elkaar. In Duitsland is de regering gevallen, waardoor de kans groot is dat de grote coalitie uit de tijd van Merkel terug zal keren. Economisch gaat het zo slecht in Duitsland dat binnenkort India de plek als de derde economie ter wereld zal overnemen. China is in korte tijd een grote concurrent geworden van zo’n beetje alles wat Europa produceert, van auto’s, zonnecellen en windmolens tot kerncentrales. Dit is een direct gevolg van de Chinese zelfvoorzienende reactie op eerdere Amerikaanse handelssancties.
Economische indicatoren vallen in Europa op dit moment zo tegen dat de kans groot is dat de ECB volgende maand de rente met een half procent gaat verlagen. Als het slechte nieuws uit Europa in dit tempo doorgaat, bereikt de euro voor het einde van het jaar pariteit met de dollar.
Slecht jaar voor Europese aandelen
De matige economische prestaties van Europa beginnen ook op de beurs op te vallen. Hoewel we eraan gewend zijn dat Europese beurzen zo’n beetje elk jaar slechter presteren dan Amerikaanse beurzen, is de underperformance dit jaar extreem, daarbij geholpen door de zwakkere euro. Dankzij de overwinning van Trump is het Europese drama compleet.
Op zo’n beetje elk beleidsterrein verschillen de Europeanen van mening met de nieuwe Amerikaanse regering. Of het nu gaat over veiligheid, handel, technologie of klimaatverandering, Trump staat lijnrecht tegenover de Europese principes. Bovendien is de tijd voorbij dat Europa één lijn trekt naar de buitenwereld. Scholz heeft sinds lange tijd weer gesproken met Poetin. Hongarije flirt openlijk met China. Meloni streeft een innige relatie na met Trump. Een bilaterale oplossing, precies zoals Trump die het liefst ziet. Europese autoriteiten probeerden nog wel groene importtarieven in te voeren op de COP29-klimaatconferentie in Azerbaijan, maar die konden rekenen op hoongelach.
Europa hervormt in crisistijden
Vreemd genoeg zal de komst van Trump ervoor zorgen dat Europa zich niet langer kan verschuilen onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu. Dat lijkt negatief, maar het betekent wel dat de Unie volwassen zal moeten worden. Europa is gewend om pas te hervormen op het moment dat er sprake is van een crisis. In dit tempo komt zo’n crisis snel dichterbij. Helaas zal het daarvoor eerst nog slechter moeten gaan, maar Draghi heeft al een blauwdruk voor het redden van Europa en de euro klaarliggen.
Europa heeft veel problemen die moeten worden aangepakt. Zo is de financiële sector nog altijd te groot, blijft de euro vooralsnog een divergerend systeem, staan we ongeveer alleen in de wereld voor wat betreft de energietransitie, worstelt het VK nog altijd met de gevolgen van de Brexit, zijn financiële markten in Europa versnipperd, is inflatie door de te grote overheid een groter probleem dan in de VS en gaan de belastingen hier omhoog terwijl ze in de VS omlaag gaan. Intussen komen er dagelijks zo veel regels bij dat zelfs juristen het niet meer kunnen bijhouden.
Europa loopt achter
Bovendien begint Europa achter te lopen op technologiegebied. Niet alleen ten opzichte van de Verenigde Staten, maar ook ten opzichte van tal van Aziatische landen. De impact van kunstmatige intelligentie op de productiviteit is nergens zo klein als in Europa. De productiviteit daalt doordat relatief laagwaardige diensten een steeds groter deel gaan uitmaken van de Europese economie. Vooral het toerisme groeit hard. Voor Amerikanen is Europa inmiddels niets meer dan een goedkoop vakantieland.
In korte tijd is de levensstandaard in landen buiten de eurozone een stuk hoger komen te liggen. Zo lag het bbp per hoofd van de bevolking van de Verenigde Staten, Zwitserland en Nederland voor de Grote Financiële Crisis dicht bij elkaar. Inmiddels liggen de Zwitsers 60 procent voor op ons, en de Amerikanen 30 procent. Allemaal dankzij de euro.
Contraire kansen
Wie wil blijven geloven in Europa en Europese aandelen, wordt gedwongen om contrair te denken. Door de achterblijvende prestaties is het gat in waardering tussen de Verenigde Staten en Europa steeds verder opgelopen. Waar Amerikaanse aandelen op 22 keer de winst worden verhandeld, ligt de Europese waardering op 14 keer de winst.
Vroeger kon dit gat nog worden verklaard door een andere sectorsamenstelling, maar zelfs daarvoor gecorrigeerd, is Europa relatief goedkoop. Mogelijk dat Europa kan profiteren van een aantrekkende Chinese economie volgend jaar. Ook het naderende einde van de oorlog in Oekraïne is financieel voor Europa een opsteker.
Verder zijn de Amerikaanse importtarieven voor Europa een stuk lager dan de Amerikaanse importtarieven voor China. In combinatie met de zwakke euro wordt het daarmee eenvoudiger om met China te concurreren in de Verenigde Staten.
De sleutel voor Europees herstel ligt mogelijk in Duitsland. Daar valt met investeringen veel te verbeteren, maar dan moet het land wel sleutelen aan het grondwettelijke schuldenplafond. Anders moeten we wachten tot het moment dat Trump een Mar-a-Lago akkoord sluit, vergelijkbaar met het Plaza akkoord uit de jaren tachtig.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.