Beleggers kunnen terugkijken op een fraaie eerste jaarhelft. Het is weliswaar een papieren winst, maar veel beleggers voelen zich daardoor rijker. Het feit dat mensen zich rijker voelen, zorgt ervoor dat ze meer consumeren.
Met name bij grote uitgaven speelt dit gevoel een grote rol. Het gaat dan niet alleen om het inkomen, maar ook om zaken als baanzekerheid en de waarde van de bezittingen.
Een hogere welvaart zorgt namelijk voor meer financiële zekerheid. Stijgende huizenmarkten en een stijgende waarde van een beleggingsportefeuille hebben een positief welvaartseffect, waardoor mensen bereid zijn meer te consumeren, zelfs als het daadwerkelijke inkomen en de kosten gelijk blijven. Toch zit er in Nederland, bij minimaal drie belangrijke onderdelen van de economie, een rem op dit welvaartseffect.
Nederlanders sparen te veel
Eind vorige eeuw waren er minimaal een miljoen meer beleggende Nederlanders dan nu. De piek lag waarschijnlijk zo rond de campinghausse in de jaren negentig. Na het uiteenspatten van de dotcomzeepbel was het gedaan met de pret. Waar in andere landen beleggen nog altijd wordt gestimuleerd, worden Nederlanders eerder ontmoedigd om te gaan beleggen.
Er wordt vooral te veel gespaard. We waren altijd al een spaarzaam volk, maar we geven nu de absurde voorkeur aan een zeker verlies uit sparen boven een onzekere winst uit beleggen. Wie spaart verliest namelijk op lange termijn koopkracht, simpelweg omdat de combinatie van inflatie en de fiscale afdracht structureel boven de spaarrente ligt.
Nederlandse banken proberen het beleggen wel te stimuleren door de spaarrente extreem laag te houden, maar iedereen blijft massaal zitten. Wellicht dat er een waarschuwing bij sparen moeten komen, iets in de trant van: ‘Let op, geld sparen kost geld’.
Dat Nederlanders van zekerheid houden is ook terug te zien in de grote vraag naar verzekeringen. Wij zijn het meest verzekerde land van Europa en verzekeren onszelf massaal, zelfs het hoesje om de iPhone.
Er wordt wel gesteld dat deze bizarre voorkeur voor zekerheid stamt uit de tijd van de VOC. De handel in risicovolle koopvaart kon immers niet bestaan zonder een vorm van verzekering. Voor de individuele koopman zou het verlies van een schip een enorme strop zijn, alleen het collectief kon het risico dragen. Nederlanders willen nog altijd geen onverwachte kosten.
Het remmende effect van de huizenmarkt
Welvaartseffecten zijn vaak positief, maar kunnen ook negatief zijn. Nederlandse huizen zijn sterk in prijs gestegen en dat zorgt voor een positief welvaartseffect, maar tegenover huizenprijzen staan ook schulden. Op het moment dat huizenprijzen dalen, komen er steeds meer huizen onder water te staan, omdat de schuld nu eenmaal nominaal gelijk blijft. Zo’n ontwikkeling remt de consumentenbestedingen, een fenomeen dat in Nederland duidelijk zichtbaar was na de Grote Financiële Crisis.
Huizenprijzen in Nederland stijgen nu verder door positieve welvaartseffecten. Voor steeds meer potentiële kopers is een huis onbetaalbaar, maar gelukkig zijn ouders steeds vaker over te halen om een deel van de eigen overwaarde te gebruiken voor het huis van de kinderen.
In Azië is dit heel normaal, met het uiteindelijke effect dat er steeds meer geld vastzit in de huizenmarkt. Geld dat beter kan worden ingezet voor goed onderwijs of een betere gezondheidszorg. Dat zijn namelijk zaken die de productiviteit verhogen. Nu gaat de huizenmarkt (als die in Nederland al bestaat) steeds meer op slot, wat ook ten koste gaat van de concurrentiekracht en flexibiliteit van de Nederlandse economie.
Het remmende welvaartseffect van de pensioenen
Nederland heeft één van de beste pensioenstelsels in de wereld, maar toch zijn er bijzonder weinig Nederlanders die een goede inschatting kunnen maken van de waarde van het eigen pensioen. Het lijkt wel of er alles aan gedaan wordt om positieve welvaartseffecten te voorkomen. Voor de pensioensector is dat een geluk bij een ongeluk.
In het nieuwe pensioenstelsel wordt de pensioenpot geïndividualiseerd. Doordat er jarenlang niet is geïndexeerd, maar wel uitgebreid wordt gecommuniceerd over dalende dekkingsgraden, zijn de verwachtingen bij de deelnemers niet hoog gespannen en kan het bij het invaren alleen maar meevallen.
Op dit moment draagt de omvangrijke pensioenpot maar beperkt bij aan het welvaartseffect, simpelweg omdat de omvang van die pensioenpot per individu onbekend is en daardoor niet meegenomen kan worden in de beslissing om al dan niet die grote aankoop te doen.
Op papier zijn Nederlanders dankzij de pensioenpotten en de gestegen huizenprijzen veel rijker dan ze zich voelen. Dat gecombineerd met de sterke behoefte aan zekerheid zet een rem op de Nederlandse bestedingen. Velen zien dat als een deugd, maar de vraag is of dat zo blijft als we straks opgaan in het grotere Europa.
Conclusie
Aan de ene kant hebben Nederlanders veel bezittingen, maar daar staan ook relatief hoge hypotheekschulden tegenover. Daardoor zijn we op nationaal niveau gezien een soort hedgefonds dat werkt met geleend geld om meer activa te kopen.
Het werken met geleend geld kan bijdragen aan een hoger welvaartseffect, maar leverage zal ook eventuele negatieve welvaartseffecten versterken. Dit hogere risico proberen we af te dekken door ons volop te verzekeren en te veel te sparen. En dat kost geld.
Han Dieperink is chief investment officer bij Auréus Vermogensbeheer. Hij was eerder in zijn loopbaan chief investment officer van Rabobank en Schretlen & Co.