
Elke week denk ik na over welk actueel macrocijfer of marktthema ik voor deze column onder de loep zal nemen. De Amerikaanse banengroei? Of de tarievenoorlog, die weer oplaait omdat het Trump en zijn buitenlandse vrienden niet lukt om een deal te sluiten. Dan verschijnt er plots weer een artikel over die enorme olifant in de kamer: ons schuldgedreven economische systeem piept en kraakt zo erg dat het wel aandacht moet krijgen.
Ditmaal kwam de waarschuwing uit het Verenigd Koninkrijk. Dat land haalt, net als Frankrijk en de Verenigde Staten, te vaak de headlines dat de overheidsfinanciën een absolute bende zijn. Vorige week was het nog de beurt aan de ‘Big Beautiful Lie’ in de Verenigde Staten.
Het Office for Budget Responsibility (OBR) – ze kiezen die namen uiteraard niet voor niets – publiceerde een vernietigend rapport over de Britse staatsschuld en het begrotingsbeleid. Ga er maar even goed voor zitten.
De onderliggende Britse staatsschuld ligt op het hoogste niveau sinds begin jaren zestig, terwijl de belastingdruk het hoogst is sinds 1950. Met andere woorden: de overheid moet niet denken dat het begrotingsgat kan worden gedicht met nog hogere belastingen. In het VK zoeken vermogenden al in groten getale hun heil over de landsgrenzen. Het begrotingstekort zou structureel 3 procent van het bbp moeten dalen alleen nog maar om de schuld niet verder op te laten lopen.
Ondertussen verwachten kiezers juist méér: meer bescherming tegen nieuwe crises, meer inkomenssteun als het tegenzit, maar vooral heel veel meer geld voor zorg en pensioenen. Politici, met als primaire doel om herkozen te worden, beloven kiezers gouden bergen zonder ook maar enige houvast te bieden hoe deze volledig lege beloftes in te lossen.
Direct risico
Het OBR schat dat de schuldenratio van het VK in 2070 op een bizarre 270 procent van het bbp uitkomt. Ik krijg er spontaan hoogtevrees van. Maar dat is niet het enige. Het OBR wijst op een acuut risico: de Britse obligatiemarkt. Decennialang waren Britse pensioenfondsen de grootste financiers van structurele begrotingstekorten. Maar het aandeel van Britse Gilts in pensioenportefeuilles keldert doordat steeds meer regelingen overstappen van defined benefit naar defined contribution.
Wanneer mensen zelf verantwoordelijk worden voor hun pensioen, komt duidelijk naar voren dat bijna niemand Britse obligaties in portefeuilles wil hebben. Slechts 7 procent van de Britse DC-regelingen belegt in Britse staatsobligaties. Het OBR gaat ervan uit dat de rentelasten hierdoor met 22 miljard pond per jaar omhooggaan om beleggers te lokken via hogere rentes. Dat gaat overigens niet gebeuren; daar steekt de Bank of England wel een stokje voor.
Risicozoekend
Er is nog een levensgrote bedreiging voor Britse staatsobligaties: risico. Vraag een willekeurige traditionele vermogensbeheerder of particulier waarom hij obligaties koopt en hij zal zeggen: ‘Omdat ze veilig zijn’. Maar dat is gewoon onjuist. Britse staatsobligaties zijn tegenwoordig bijna net zo volatiel als Britse aandelen. De volatiliteit over de afgelopen drie jaar kwam uit op 12 procent tegenover 15 procent voor aandelen. Ik kan hier voor de lol de rendementen op aandelen en obligaties bij geven, maar als je de markten een beetje volgt, dan weet je dat dat verschil extreem groot is. Waarom lees ik nergens dat obligaties structureel risicovoller zijn, en blijven vermogensbeheerders stug ‘adverteren’ dat beleggen in obligaties risicomijdend is? Dat is totale onzin.
Mijn ambitie voor volgende week is om een column over een macrocijfer, het marktsentiment of iets anders ‘actueels’ te schrijven. Maar ik sluit niet uit dat de grote gevolgen van ons schuldensysteem toch weer de overhand krijgen. Juist omdat beleidsmakers, economen, politici en traditionele vermogensbeheerders net doen alsof er niets aan de hand is.
Jeroen Blokland analyseert in het oog springende, actuele grafieken over de financiële markten en macro-economie. Daarnaast is hij beheerder van het Blokland Smart Multi-Asset Fund, een fonds dat belegt in aandelen, goud en bitcoin.