
Europese beleidsmakers, economen en politici hebben een reality check nodig. Een openbaring waardoor ze weer met beide voeten op de grond komen te staan, wat ze vervolgens dwingt om eindelijk weer effectieve, objectieve en slimme beslissingen te nemen. Iets wat al jaren ontbreekt.
Kijk even naar de Bloomberg-grafiek en laat de data rustig op je inwerken.
De grafiek toont de verwachte bijdrage aan de wereldwijde economische groei van een elftal landen. De grootste bijdrage komt van China, wat waarschijnlijk geen verrassing zal zijn. Maar vervolgens wordt de top 6 gecompleteerd met achtereenvolgens India, de Verenigde Staten, Indonesië, Rusland en Turkije.
Europa is alleen vertegenwoordigd door Duitsland, dat ondanks zijn status als de op twee na grootste economie van de wereld (Bloomberg-data) nog geen 2 procent van de groei in de komende jaren voor zijn rekening neemt. Andere Europese landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zijn niet te zien.
Relevant
Toch krijg je het idee dat als je op het ‘oude’ continent leeft, dat we nog heel erg relevant zijn. Tuurlijk, we hebben onze problemen met concurrentiekracht, defensie, energie, immigratie, innovatie, klimaat, oorlog, regelgeving, technologie en vergrijzing, maar je bent een kniesoor als je daarop let.
Op basis van die harde cijfers is het niet geheel logisch om zomaar aan te nemen dat we nog lekker meedoen. Het is dan ook zeker geen toeval dat Europa steeds vaker wordt overgeslagen bij economische denktanks, internationale topbijeenkomsten en vredesbesprekingen. Je hebt die uit de hand gelopen politieke saus niet nodig om eenvoudig in te zien dat als je niet groeit, je niet meer meedoet.
Dat klinkt negatief en ik krijg altijd veel commentaar als ik dit opschrijf - of ik word zelfs uitgelachen - maar dit zijn de feiten. Waarom zou China zich druk maken om Europa? Zeker als je die markten makkelijk kunt veroveren met minstens net zo goede, maar veel goedkopere producten? Zet voor het idee nog even wat Chinese elektrische auto’s naast die van Volkswagen en BMW.
Dimmen
Nog een saillant detail. In de top 6 staan vier landen waarvan de Federal Reserve, onder het lachwekkende kopje ‘een klein aantal landen’, toegaf dat ze het liefst van de Amerikaanse dollar af willen. En die vijfde, Indonesië, heeft ook al geregeld laten doorschemeren dat een beetje minder dollar helemaal zo erg niet zou zijn.
Mijns inziens doet Europa er verstandig aan zich wat meer op het eigen continent te richten. Wat ik met mijn fonds meekrijg aan regelgeving is de overtreffende trap van overdreven. Het is in veel EU-landen niet meer mogelijk om genoeg huizen te bouwen voor hun bevolking, en over de energiezekerheid zal ik het maar niet hebben.
Whatever it takes-Draghi heeft daarnaast honderden pagina’s volgeschreven over het totale gebrek aan concurrentievermogen en innovatie. Ik hoor Draghi nog kermen: ‘You can’t say no to everything. Do something!’ En als ik plaatjes zie van de CO₂-uitstoot van China, vraag ik me ook af waar de realiteitszin is gebleven. Is het ‘schiet jezelf vooral nog een keer in de voet’-beleid nu echt zo zinvol?
Denk realistisch
Hoewel ik het, in het kader van denk groot, kan waarderen dat Lagarde en de ECB de tijd hebben genomen om te bedenken of de euro ’s werelds nieuwe reservemunt kan worden, is het misschien ook wel tijd om ons een spiegel voor te houden. We hebben het met zijn allen nog best goed hier, maar het is een illusie om te denken dat we de komende decennia niet rechts en links worden ingehaald, ook door landen die andere ideeën hebben over hoe een economie of zelfs een maatschappij werkt. In plaats van dit te ontkennen, is een strategie hoe hiermee om te gaan veel zinvoller. En realistischer.
Jeroen Blokland analyseert in het oog springende, actuele grafieken over de financiële markten en macro-economie. Daarnaast is hij beheerder van het Blokland Smart Multi-Asset Fund, een fonds dat belegt in aandelen, goud en bitcoin.