Nee, mijn column deze week gaat niet over het Duitse voetbalelftal dat in de kwartfinale van het Europees kampioenschap voetbal werd uitgeschakeld door - inmiddels finalist - Spanje. Wel schrijf ik deze column vóór de halve finale van Oranje, dus als ik die wedstrijd hiermee “jinxe”, bied ik alvast mijn excuses aan.
De titel slaat op onderstaande grafiek die afgelopen week redelijk viral ging op X. Daarin is de industriële productie in Duitsland te zien. Het moge duidelijk zijn, niet in de laatste plaats vanwege de rode pijl, dat de trend in de Duitse productie stijf naar beneden is gegaan.
Sinds de “piek” eind 2017 ging de industriële productie met meer dan 14 procent omlaag. Dat is nou niet bepaald wat je bij een “manufacturing powerhouse” zou verwachten. En eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Duitsland die status al een tijdje kwijt is.
Laat
De vraag is uiteraard waardoor de teloorgang van Duitsland als een van ‘s werelds leidende productiecentra is veroorzaakt. China is een belangrijke reden. In de eerste plaats omdat Chinese exporteurs beter concurreren dan Duitse. Neem het voorbeeld van elektrische auto’s. Waar Duitse automerken zich lange tijd vooral richtten op het bevestigen van hun merkstatus, schoten in China de elektrische autofabrikanten als paddenstoelen uit de grond.
Het resultaat is dat China nu de Volkswagens, BMW’s en Mercedessen wegconcurreert, nota bene op hun eigen continent. Ik weet niet of je wel eens een Zeekr van binnen hebt gezien, maar dat is serieus value for money. Het is dan ook geen verrassing dat Europa, in navolging van de Verenigde Staten, de importtarieven op Chinese auto’s wil verhogen.
Enttäuschend
Nu zijn politici er als de kippen bij om boze buitenstaanders als China de schuld te geven van de krimp van de Duitse verwerkende industrie. Maar dat is vooral ook om hun eigen onkunde te verbloemen. Zo is het energiebeleid van Duitsland bedroevend slecht. Niet alleen omdat de Duitse productiereuzen volledig draaiden op goedkoop Russisch gas, maar vooral ook door de bizarre reactie om de kerncentrales alsnog te sluiten, zelfs toen Duitsland van datzelfde Russische gas af moest.
Nog bizarder was het toen Duitsland “gewoon” aansloot in het rijtje van landen dat tijdens dat altijd een beetje dubieuze World Economic Forum de wereld beloofde om juist meer in te zetten op nucleaire energie vanuit het oogpunt van klimaatverandering.
Scheef
En daarmee heb je meteen nog een belangrijk punt te pakken waarom Duitsland ondermaats presteert. Er zijn alsmaar meer eisen ten aanzien van duurzaamheid ten koste van letterlijk alles. Als er iets is wat Europa - Duitsland is zeker niet de enige en Nederland is daar een pijnlijk voorbeeld van - in de afgelopen tien jaar kenmerkt, dan is het wel dat het zich geweldig in eigen voet kan schieten.
De regeltjes uit Europa, waarvan toch moeilijk te bewijzen is dat daar nu de “beste” politici terechtkomen, zijn eendimensionaal. Laat duidelijk zijn dat klimaatverandering en duurzaamheid belangrijke thema’s zijn, maar dat geldt ook voor goede huisvesting (Duitsland kampt door die excessieve regelgeving ook met een nieuwbouwprobleem), werkgelegenheid (bijvoorbeeld dus in de verwerkende industrie), vergrijzing, en ga zo maar door.
Nu kunnen zaken natuurlijk met tijd ongedaan worden gemaakt. Duitsland kan een meer pro-business beleid doorvoeren. In principe zal elk beleid dat een betere balans aanbrengt tussen verschillende maatschappelijke thema’s al helpen. Maar op basis van wat ik momenteel zie, is Europa voorlopig vooral bezig met de vraag hoe het zichzelf nog wat meer in de voet kan schieten. Dat is jammer.
Jeroen Blokland analyseert in zijn nieuwsbrief The Market Routine in het oog springende, actuele grafieken over de financiële markten en macro-economie. Daarnaast beheert hij zijn eigen multi-asset fonds. Eerder was Blokland hoofd multi-asset bij Robeco.