Koen Ronda, IBS
i-CRCkgdP-L.jpg

Sinds IBS Capital Allies haar AIFMD-vergunning binnen heeft, groeit de hoeveelheid vermogen in private markten gestaag. De vermogensbeheerder heeft tien lopende fondsen in private equity, private debt en infrastructuur en is bezig met de bouw van een elfde.

Dat vertelt Koen Ronda van de vermogensbeheerder in gesprek met Fondsnieuws. Van het beheerde vermogen van ruim 4 miljard is ongeveer 250 miljoen toevertrouwd aan het private markets team. ‘Vooral de laatste 12 tot 18 maanden is het hard gegaan’, aldus het hoofd private markets bij IBS. ‘Sindsdien hebben we zo’n 100 tot 150 miljoen euro opgehaald, voor drie verschillende fondsen.’

Die snelle groei verklaart hij aan de hand van “alternatieve rendementsdrivers” waar beleggers naar op zoek zijn. ‘En diversificatie. Op de beurs zie je momenteel veel correlatie. Verschillende asset classes lijken qua risico’s steeds dichter bij elkaar te komen liggen. Bij private markets hebben managers meer controle over de rendementsdrivers. Daarnaast is door de negatieve rente de interesse naar andere asset classes gestegen.’

Private equity is daarbij verreweg het populairst bij IBS-klanten. ‘Mensen vinden dat leuk en spannend, het gaat om beleggingen in tastbare bedrijven. Onze institutionele klanten - voornamelijk goede doelen en stichtingen - hebben juist meer interesse in private debt, omdat dat veiliger is, maar wél een positieve rente heeft in tegenstelling tot sommige beursgenoteerde obligaties. Infrastructuur is ook in trek, omdat het asset backed is en eveneens yield genereert. Ook daarin zijn vooral de institutionele klanten geïnteresseerd.’

Hoe het begon

IBS werd in 2013 actief op de private markten, door fondsen op te zetten die klanten met kleine tickets toegang gaven tot grote private market managers zoals LSP, Nordian en AlpInvest. Later volgden samenwerkingen met partijen als Rothschild, Apollo en SUSI, maar ook een fund of fund met twee verschillende private equity fondsen van AlpInvest.

De AIFMD-vergunning die IBS in 2019 kreeg, speelde een grote rol in de verdere uitrol. Zonder die vergunning geldt namelijk een beperking aan de hoeveelheid vermogen die een vermogensbeheerder per fonds mag beheren: 500 miljoen voor closed end fondsen, 100 miljoen voor open end fondsen. 

Ronda: ‘We komen twee, drie keer per jaar met een nieuw fonds naar de markt, afwisselend in private equity, private debt en infrastructuur. Na een uitgebreide eigen analyse, wordt het vervolgens doorgelicht door de toezichthouder. Daarna maken we een ronde langs onze vermogensbeheerklanten en andere klanten met een vermogen van minimaal 5 miljoen euro. Voor ieder nieuw initiatief in private equity halen we 50 tot 60 miljoen euro op, voor debt en infrastructuur 30 tot 40 miljoen. Klanten kunnen participeren vanaf 250 duizend euro.’

Distressed debt

Nieuwste loot aan de boom is een funds of funds in distressed debt, waarvoor de vermogensbeheerder ongeveer 40 miljoen euro heeft opgehaald, om in drie fondsen van gespecialiseerde beheerders te kunnen beleggen. 

Met enkele tientallen miljoenen aan vermogen per fonds lijkt de grootte per initiatief relatief beperkt. Bewust, volgens Ronda, om klanten over tijd veel opties te kunnen bieden per asset class. ‘We willen de menukaart zo uitgebreid mogelijk maken, maar wél onze voorkeur voor een manier van werken van onderliggende managers laten doorklinken, namelijk zij die investeren in kwalitatief hoogwaardige bedrijven. Nog steeds kun je in subcategorieën dan alle kanten op, en daarin proberen we te rouleren.’

 

De fund-of-fund-structuren op de genoemde menukaart bestaan uit één of enkele fondsen, anders dan bij private pools van andere vermogensbeheerders, die een tiental fondsen bevatten. Een bewuste keuze, vertelt de belegger. ‘Overdiversificatie elimineert waarde van je werk. In onze fondsselectie willen we laten zien dat we keuzes maken, en daardoor outperformance kunnen leveren. Wij denken dat je met twee of drie managers, op die sweet spot zit.’

BouWatch

Als voorbeeld noemt hij het Nordian Fund II. ‘Dat heeft net de verkoop gerealiseerd van bouwterreinbeveiliger BouWatch. Een hele mooie verkoop tegen een hoge money multiple, die beleggers niet zouden voelen als we heel veel managers naast elkaar hadden gezet. Wij willen juist dat klanten daarvan kunnen meeprofiteren.’

Op de vraag wat de invloed daarvan is op het rendementsrisicoprofiel, antwoordt Ronda dat elk vehikel een heel specifiek rendements-target heeft. ‘Dat proberen we op zo’n manier te formuleren dat cliënten het ook begrijpen. Voor een Internal Rate of Return (IRR) koop je niks bij de bakker, dat is een synthetisch rendement dat er rekening mee houdt dat je de eerste jaren niet volledig investeert. Wij werken daarom met money multiples. Dat kan bij private equity tussen de 2 en 3 liggen, bij private debt eerder rond de 1,5. ’

Rendement

Bij het rendements-target, geeft de vermogensbeheerder bovendien altijd een range mee. ‘Om verwachtingen goed te managen. Want dat is het met private markten: je moet veel vertrouwen hebben in wat er gebeurt. Aan het einde krijg je pas inzicht in het rendement. Daarom is het ook niet voor iedereen weggelegd. Als mensen na twee jaar vragen wat hun rendement is, is dat eigenlijk nog niet te zeggen. Communicatie is daarom belangrijk: we vertellen mensen wat er onderliggend is aangekocht en welke deals mogelijk zijn. Gelukkig vinden onze relaties dat vaak ook leuk.’ 

Die klanten, dat zijn enerzijds klanten uit het vermogensbeheer, die naar eigen behoefte debt, infrastructuur of equity aan hun portefeuille willen toevoegen. Anderzijds gaat het om fundmanagementonly-klanten, die hun beursgenoteerde beheer zelf doen, en de privatemarktenexpertise van IBS inzetten om hun beleggingen in die categorie te beheren. Van de 600 á 700 klanten van IBS, zitten uiteindelijk ongeveer 100 tot 150 klanten in de private markets tak van de vermogensbeheerder. Elk fund of fund heeft 60 tot 80 participanten.

Andere artikelen uit deze 4-delige serie:

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No