Na een formidabele start voor de kapitaalmarkten in 2023, gevolgd door de “SVB-correctie”, is de consensus over de zin en onzin van de 60/40-formule nog steeds ver te zoeken. Investment Officer maakt opnieuw de balans op.
De “neutrale” portefeuille 60/40 moest worden omgedraaid, of worden omgebouwd tot een 30/30/40- of zelfs 20/40/20/20-portefeuille. De traditionele mix moet in ieder geval terug naar de tekentafel, zeiden beleggers in 2022.
Zeventig jaar nadat de Amerikaanse econoom Harry Markowitz, Nobelprijswinnaar en grondlegger van de “Modern portfolio theory”, het begrip diversificatie introduceerde in 1952 - waaraan het 60/40-idee is ontsproten - waren beleggers er wel klaar mee. Negatieve rendementen liepen op tot dubbele cijfers, en de negatieve correlatie maakte plaats voor positieve correlatie. Steeds meer beleggers keerden de 60/40 portefeuille de rug toe.
In januari kantelde het beeld. De gemiddelde 60/40 portefeuille steeg 6,2 procent in januari, volgens data van Bank of America, een van de beste maanden in meer dan een eeuw. De val van Silicon Valley Bank (SVB) zorgde vorige week echter voor dalingen op de aandelenmarkten, en stijgingen op de obligatiemarkten - een flinke duit in het zakje van de “60/40’ers”.
Inflatie en correlatie
Nu het Amerikaanse rentebeleid hoogst onzeker is geworden door de val van SVB, worden ook de verwachte rendementen van obligaties en aandelen opnieuw vurig bediscussieerd. Het succes van de mix is dan ook volledig op die correlatie gebaseerd, zegt Lukas Daalder, CIO bij BlackRock Nederland.
‘Draalt de inflatie, dan is 60/40-portefeuille waarschijnlijk prima, valt het tegen met de inflatiedaling, dan zou de terugkeer van 60/40 wel eens te vroeg kunnen zijn’, zegt Daalder.
De relatie tussen inflatie en correlatie van aandelen en obligaties is ook wat Julian Dauchez betreft, hoofd portfolio consulting bij Natixis, ‘een interessante routekaart voor dit jaar’. De snelheid waarmee de inflatie zal afnemen kan worden gezien als ‘een indicator voor het dempende effect - of niet - van obligaties op een aandelenportefeuille’, zegt Dauchez.
Inflatievoorspellingen zijn afhankelijk van de rentemarkt, maar die is vertroebeld sinds het bankentumult. De nervositeit van beleggers door de val van SVB-bank vertaalde zich op de rentemarkt in een daling van ruim 5 procent naar minder dan 4 procent op de Amerikaanse tweejaarsrente binnen enkele dagen. Het beleidsrentetarief voor januari 2024 wordt nu door de markt geplot op 4,5 procent, een vol procent lager dan een week terug.
Volgens Edin Mujagic, hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer, zal de inflatie voorlopig ‘aan de hoge kant’ blijven. OHV houdt rekening met slecht presterende aandelenmarkten door de combinatie van te hoge, aanhoudende inflatie in combinatie met onzekerheid, lagere economische groei en stijgende rentes.
‘60/40 dwingt discipline af’
Olaf van den Heuvel, CIO bij Aegon AM, is positiever over de effecten van inflatie. Een jaren-70-scenario, waarbij de inflatie, net als toen, hardnekkiger aanhoudt dan momenteel wordt ingeprijsd, is wat hem betreft het enige potentiële risico voor de ‘uiterst interessant’ geworden 60/40 mix.
Daar is wat Van den Heuvel betreft nu geen sprake van. ‘Het belangrijkste element van een 60/40-portefeuille is dat het discipline afdwingt. Op korte termijn kun je de markt toch niet voorspellen. De structurele factoren die op de lange termijn een dempend effect hebben op inflatie - zoals vergrijzing en digitalisatie - zijn nog steeds aanwezig.’
‘De mix is té cyclisch’
Maximilien Macmillan, directeur beleggingen bij abrdn, verwacht dat de negatieve correlatie tussen obligaties en aandelen opnieuw zal opduiken wanneer een recessie lonkt. Beleggers hebben daarom een ‘beter evenwicht nodig tussen duratie en bedrijfsrisico dan de 60/40 portefeuille biedt’, zegt Macmillan.
‘60/40 is sterk gericht op procyclische bedrijfsactiva, terwijl wij denken dat de ontwikkelde markten dit jaar in een recessie terecht zullen komen’, aldus Macmillan. Het vastrentende gedeelte van de mix - van oudsher staatsobligaties en meer recentelijk aangevuld met bedrijfsobligaties - moet meer ‘anticyclisch en defensief’ worden ingevuld. Hij pleit voor meer blootstelling naar veilige staatsobligaties.
60/40 portefeuille in coma
Altaf Kassam, hoofdstrateeg bij State Street Global Advisors, verwacht daarentegen dat de positieve correlatie tussen aandelen en obligaties nog langer zal aanhouden. De traditionele 60/40 portefeuille is wat hem betreft niet dood, maar ze ligt ‘een tijdje in coma’.
Hij verwacht, net als vorig jaar, een steeds sterkere neiging te zien naar complexere portefeuilles, zonder de eenvoudige mix van aandelen en vastrentende waarden, met meer diversificerende activa in het aandelengedeelte zoals reële activa en deviezen.
Duidelijk is dat de vraag naar alternatieven nog niet comateus is, zo blijkt ook uit de reactie van Dauchez van Natixis.
Geen statische mix
Dauchez herkent de hernieuwde belangstelling voor alternatieve beleggingen bij zijn klanten. ‘Trouwens’, voegt hij toe, ‘voor beleggers die toegang hebben tot minder liquide strategieën, bieden sommige alternatieven - zoals beleggen in infrastructuur - het extra voordeel dat ze ook bescherming bieden tegen de inflatie zelf’.
‘Een statische 60/40 portefeuille kan een ‘redelijk rendement’ opleveren, zegt Craig Moran, fondsbeheerder in het Multi Asset-team van M&G Investments, ‘maar een meer flexibele, dynamische portefeuille zal in de toekomst waarschijnlijk superieure rendementen opleveren’, zegt hij.
Ook voor Henning Potstada, co-hoofd multi asset bij DWS, is de belangrijkste vraag bij een 60/40 portefeuille het statische karakter van de benadering. Van vastliggende quota voor activaklassen is de portefeuillebeheerder niet gecharmeerd; ‘wij bevelen een meer flexibele en “risico gecontroleerde” aanpak aan.’