Financiële markten houden van een goed comebackverhaal. In 2024 was het de beurt aan obligaties, het perfecte middel voor een renteverlagingcyclus. Dat de rente minder werd verlaagd dan verwacht blijkt geen punt, het comebackverhaal maakt een comeback.
Vanguard lijkt overtuigd. In hun vooruitblik voor 2025 stellen ze met enige bravoure: ‘Obligaties zijn nog steeds terug’. Ook State Street Global Advisors doet mee, en noemde vastrentende waarden eerder dit jaar de ‘meest aantrekkelijke vermogensklasse’. Het is nog steeds het beste zoekresultaat voor mensen die ernaar informeren. Zelfs Google’s AI-tool Gemini verzekert zoekers: “Ja, obligaties zijn terug”.
Strikt genomen is er sprake van een comeback. Neem Vanguard’s Total International Bond ETF (BNDX), die leverde over vijf jaar slechts 0,16 procent per jaar op, maar steeg dit jaar met 4,3 procent. Over tien jaar schraapt het fonds 2,8 procent bij elkaar. Pimco’s beroemde Total Return Fund doet hetzelfde: 4,4 procent dit jaar, maar een magere 0,5 procent over vijf jaar en 1,8 procent over tien jaar.
De argumenten zijn terug te brengen tot één kernpunt: beleggers krijgen hogere aanvangsrendementen, ongeacht wat centrale banken doen. Hogere startopbrengsten creëren volgens Vanguard een ‘couponmuur’– een buffer tegen de impact van bescheiden renteverhogingen op toekomstige obligatierendementen.
‘We hebben een decennium van negatieve rente achter de rug. Nu liggen de startopbrengsten rond de 4 à 5 procent. Vergeleken met langetermijn aandelenrendementen van 7 procent is dat behoorlijk aantrekkelijk om je portefeuille aan te passen – zeker gezien de waarderingen in sommige markten’, zegt Richard Abma, cio bij OHV. Zijn vlaggenschipfonds Fresh Fixed Income Fund behaalde dit jaar een indrukwekkend rendement van bijna 6,3 procent.
Welke obligaties zijn terug?
Veel voorstanders van vastrentende waarden wijzen op hoogwaardige bedrijfsobligaties als de sweet spot voor 2025. In de VS bieden ze rendementen rond de 5,25 procent, terwijl Europese tegenhangers rond de 3 procent schommelen. Credit spreads zijn gekrompen tot niveaus die sinds de late jaren negentig niet meer zijn gezien, wat wijst op een sterke vraag van beleggers.
Chris Iggo, strateeg bij AXA IM, benadrukt dat de recente rendementen het potentieel van deze vermogensklasse aantonen. Amerikaanse investment grade obligaties leverden de afgelopen drie maanden een geannualiseerde 4,6 procent op, terwijl high-yield obligaties 6,5 procent bereikten. Deze cijfers onderstrepen de kracht van inkomen in de bedrijfsobligatiemarkten, ondanks de beperkte ruimte voor verdere prijsstijgingen door de krappe spreads.
Ook vermogensbeheerders zoals Vontobel en Lombard Odier voorspellen rendementen van 7–8 procent voor hoogkwalitatieve obligaties, aanzienlijk hoger dan de 2 tot 3 procent rendementen uit het tijdperk van lage rente in de jaren 2010.
Richard Abma wijst op nichekansen in Nederland, waar mkb-fondsen rendementen van 4,5 procent bieden met meer dan 80 procent onderpand. Ook noemt hij AAA-geklasseerde exportfinancieringsleningen met een jaarlijks rendement van meer dan 3 procent en korte looptijden. Solide alternatieven, maar geen gamechangers voor wereldwijde portefeuilles. Ze leunen bovendien op de sterke betalingsdiscipline in Nederland, iets wat niet zomaar elders te kopiëren is.
Voorzichtigheid blijft troef
Toch blijven veel beleggers sceptisch. Een recente enquête van Managing Partners Group toont aan dat 57 procent van institutionele beleggers en vermogensbeheerders minder naar vastrentende waarden alloceert dan hun benchmark. Slechts 17 procent heeft hun blootstelling boven benchmarkniveaus verhoogd.
Die scepsis is niet onterecht. De meeste verwachte opbrengsten komen uit inkomsten, niet uit koerswinsten. Als de marktrente stijgt, zoals dit jaar meermaals gebeurde ondanks renteverlagingen van centrale banken, kunnen zelfs bescheiden winsten snel verdampen.
De Federal Reserve werd in 2024 algemeen verwacht meerdere renteverlagingen door te voeren – op een gegeven moment waren er zeven verlagingen ingeprijsd. Maar met een hardnekkigere inflatie dan voorzien en een Amerikaanse economie die tegen de verwachtingen in blijft groeien, zijn die verlagingen lang niet volledig uitgekomen. Tot begin december heeft de Fed slechts twee verlagingen doorgevoerd, goed voor een daling van de benchmarkrente met slechts 0,75 procent.
De bredere economie heeft zich ontworsteld aan de recessieverwachtingen. Verre van een neergang hebben ontwikkelde economieën verrassend veel veerkracht getoond, gedreven door factoren zoals stijgende arbeidsproductiviteit en bevolkingsgroei. Deze dynamiek heeft de inflatie boven de doelstellingen gehouden, waardoor zowel de Federal Reserve als de Europese Centrale Bank voorzichtig blijven met monetaire versoepeling.
Zelfs Vanguard waarschuwt voor mogelijke tegenwinden, waaronder begrotingstekorten, stijgende inflatieverwachtingen en geopolitieke spanningen – factoren die zwaar kunnen drukken op het obligatierendement. Als dit een comeback van obligaties is, dan is die met potlood geschreven, niet met inkt.