Beleggers verwachten meer transparantie dan ooit tevoren over onder meer kosten en resultaten. Dienstverleners voldoen niet aan de verwachtingen op dit gebied.
Dat blijkt uit een enquête die eind vorig jaar in opdracht van CFA Institute is afgenomen onder ruim 3000 retailbeleggers en 500 institutionele beleggers uit de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Singapore, Australië en Hongkong.
Uit de bevindingen blijkt dat beleggers regelmatige en heldere communicatie willen over kosten en openhartige gesprekken over belangenverstrengeling. Klanten willen kosten die aansluiten bij hun belangen, die goed inzichtelijk zijn en die een afspiegeling zijn van de toegevoegde waarde van hun adviseur.
Dat wil niet zeggen dat resultaten onbelangrijk zijn – 53 procent van de retailbeleggers en 60 procent van de institutionele beleggers geven ‘slechte resultaten’ aan als de voornaamste reden om van maatschappij te wisselen. Dit wordt gevolgd door ‘kostenstijging’, ‘data-/vertrouwensbreuk’, en ‘gebrek aan communicatie/reactievermogen’.
Het onderzoek toont verder aan aan dat zodra een belegger de relatie met zijn adviseur evalueert naar aanleiding van een bepaald probleem, de meerderheid – 76 procent van de retailbeleggers en 74 procent van de institutionele beleggers – waarschijnlijk binnen zes maanden opstapt.
Positief is dat het vertrouwen van retailbeleggers in de financiële sector sinds 2013 een significante stijging laat zien – van 50 naar 61 procent.
Beleggers geven echter tegelijkertijd aan zich zorgen te maken over wereldwijde markten en niet te geloven dat hun beleggingsadviseurs voorbereid zijn om hun portefeuille door een crisis te loodsen